rubberdoek is de punt opnieuw in kwaliteit achteruit gegaan. De uiteindelijk gedrukte punt heeft veel van zijn strakheid verloren. De door het drukproces ontstane grootteveranderingen van de rasterpunten veroorzaken een toonwaarde- verschuiving. Het drukbeeld kan voller worden, waaronder men ver- staat een rasterpuntvergroting in de druk ten opzichte van de film, hetgeen afhankelijk is van het drukprocedö en door de drukker niet of nauwelijks kan worden be- invloed. Een ander deel wordt bepaald door de inkt- en vochtdosering. Hierdoor kan vollopen van de kleinste niet drukkende delen ontstaan, waardoor de detailweergave in de donkerste partijen geheel kan verdwijnen. Ook kan rasterpuntverkleining ontstaan door slijtage of chemische aantasting van het drukbeeld. Door een relatief snelheidsverschil tussen plaat en rubberdoek of tussen rubberdoek en drukvel of bij beiden, slip genoemd, wordt de vorm van de raster- punt veranderd en krijgt b.v. een ronde punt een ovale vorm. Er is een omvangslip en zijdelingseslip moge lijk. Een juiste afstelling van de offsetpers kan veel narig- heid voorkomen. Zoals de afstelling van de inktrollen die met een bepaalde druk tegen elkaar lopen en de verstelbare druk waarmee de inktopdraagrollen over de plaat gaan bij het afgeven van de drukinkt. Ook de afstelling van de vochtopdraagrollen speien hierin een belangrijke rol en niet te vergeten de kracht waarmee het rubberdoek is opgespannen en de soort onder- vulling die voor het rubberdoek gebruikt is. Papier bestaat uit vezels en andere Stoffen die met elkaar verbonden zijn. Tijdens het kontakt tussen rubberdoek en papier worden oppervlaktedeeltjes van het papier door het rubberdoek overgenomen. Hierdoor ontstaat vervuiling van het rubberdoek, waardoor de rasterpartijen minder goed worden af- gebeeld. Het rubberdoek moet, om deze papierstof- deeltjes te verwijderen, regelmatig gewassen worden. Ook kan het rubberdoek vervuilen door plukneiging van inkten. Door de inktsplitsing tussen rubberdoek en papier ontstaan krachten loodrecht op het papier- oppervlak. Deze krachten kunnen groter zijn dan de samenhang van het papieroppervlak en is afhankelijk van de viskositeit van de inkt en de druksnelheid. U ziet er zijn een groot aantal mogelijkheden waarbij het resultaat sterk afhankelijk is van vele factoren. Tot nu toe heb ik eigenlijk nog steeds over het drukken in een kleur gesproken. Als we meerdere kleuren in rastertinten over elkaar gaan drukken ontstaat een nieuw probleem. Op het fotografisch raster, het kopieerraster en ook op de in de tekenzaal gebruikte plakrasters zijn de rasterpunten in een regelmatig patroon, naast en boven elkaar afgebeeld. Hierdoor treedt bij het gebruik van rasters in meerdere kleuren in dezelfde rasterstand een interferentie verschijnsel op, het z.g.n. moir§. Deze ongewenste beeldstruktuur kan in verschillende patronen voorkomen, afhankelijk van de stand en de Symmetrie van de rasters. Door de rasters ten opzichte van elkaar te verdraaien verkrijgt men een mengkleur die geen moirg vertoont. Als vier kleuren in raster over elkaar gedrukt moe- ten worden is een nauwkeurige bepaling van de raster standen noodzakelijk. Registerfouten, dit zijn veranderingen ten opzichte van de juiste stand van het drukbeeld op het vel, kunnen ook bij zeer geringe afwijkingen reeds moirg veroorzaken. Er kan dus nogal iets verkeerd gaan. Toch wil men bij elke drukorder de hoogste kwaliteit behalen in dikwijls zeer körte tijd tegen läge kosten. Het begrip kwaliteit is echter moeilijk te omschrijven en wordt door iedereen verschillend gedefinieerd. Een vaste maatstaf van kwaliteit ontbreekt. Drukkers proberen het kwaliteitsgehalte door de gehele oplage heen te handhaven. Daartoe worden bij meer kleuren- werk o.a. paskruizen meegedrukt in de afsnijstroken. Als goede hulpmiddelen voor kwaliteitscriteria, voor- al op rastergebied, zijn controlestrips, cijferstroken, radiaalsterren, enz. ontwikkeld, die niet anders zijn dan optische versterkers. Deze elementen moeten zo klein mogelijk zijn, omdat ze in de meestal kleine afsnijstrook moeten worden geplaatst. Aan de hand van deze controle-elementen kan, door de optische versterking, o. a. direkt worden bepaald of een druk te vol of te spits wordt en of slip optreedt of niet, zonder hierbij het eigenlijke drukbeeld met een loupe te beoordelen. Een stap verder gaan de meetstroken. Deze bevatten niet alleen signalerende elementen, maar ook meet- bare gegevens. De meetstroken van de verschillende leveranciers verschillen in details en volgorde van de elementen. Door het meten met een densitometer van b. v. een volvlak en een rastertoon kan de rastertoon- waarde in de druk worden berekend met behulp van een rekenschijf. Een andere methode voor de bepaling van de puntver- groting wordt verkregen door met een densitometer een fijn en een grof rasterveld te meten van gelijk dekkingspercentage in de originele strip. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het feit dat puntvergroting in een fijn en een grofraster verschillend zijn. Men meet de densiteiten in het grof- en fijnrasterveld en verkrijgt uit het gemeten verschil een gegeven voor de vermeerdering van de rastertoonwaarde. Door deze meetgegevens wordt de drukker minder afhankelijk van het aanwezige licht in de drukkerij en gaan vermoeiihgsverschijnselen voor o.a. zijn kleur- gevoel een geringere rol speien. Hierdoor zijn nauwere toleranties mogelijk en kunnen in de rastergebieden de gewenste kleurnuances worden verwacht. Het gebruik van controle en meetstroken is daarom bijzonder waardevol bij het vervaardigen van meer- kleurendruk op §6n en tweekleurenpersen. De uitein- delijke kleur wordt n.l. eerst verkregen als alle kleuren gedrukt zijn. Op een vier kleuren pers kan men de uiteindelijk verkregen kleur direkt beoordelen. Alhoewel er vele mogelijkheden zijn om het uiteinde- lijke drukresultaat te verstoren is het desondanks mogelijk om met behulp van goed onderhouden appara- tuur door een vakbekwame drukker een goed stuk drukwerk te laten vervaardigen. Summar y The printing of dot screens by offset An offset printing plate can print an image consisting 8 1979. V. 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1979 | | pagina 10