op blz. 37, arm en rijk op blz. 55);
het gebruik van helderheidswaarde
voor kwalitatieve gegevens op diver
se kaarten. Wil men een leerling
met deze taal vertrouwd maken dan
kan men zieh geen vergissingen
veroorloven zonder verwarring te
zaaien. Het is daarom noodzakelijk
dat de kartografisch vormgever
zijn eigen produkt kritisch analy-
seerd en waar nodig Verbeteringen
aanbrengt. Het is te hopen dat dit
inderdaad bij toekomstige herdruk-
ken zal gebeuren.
Konklusie.
Na al de voorgaande kritische op-
merkingen moet mij toch ook van
het hart dat de kartografische
tekenkwaliteit van deze atlas op een
bijzonder hoog peil Staat. Kosten
noch moeite zijn gespaard om een
technisch hoogwaardig produkt te
presenteren, dat elke kritiek glans-
rijk kan doorstaan. De fraaie
tekeningen van Lidia Postma hebben
duidelijk artistiek niveau. Dit geldt
evenzeer voor de drukkwaliteit,
welke van hoog gehalte is. Wanneer
deze kwaliteiten gepaard zouden
gaan aan een duidelijke visie en een
goed doordacht koneept, gericht op
de speeifieke vereisten van onze
beginnende kaartgebruikertjes,
dan kunnen wij allen er ons voor-
deel mee doen.
Immers, een goedgeschoold kaart-
gebruikerspubliek zal onze Produk
ten des te meer gaan waarderen.
Dat is tevens de reden waarom op
het verschijnen van deze atlas zo
uitvoerig werd ingegaan.
Aart J. Karssen
LUCHTATLAS VAN NEDERLAND.
Onder auspicien van het Kon. Ned.
Aardrijkskundig Genootschap.
Bussum, Romen, 1978. 231 blz.
Met kaarten en afb. ISBN 90 228
4917 1. Prijs f 29,50.
Deze "luchtatlas" wil meer zijn dan
een verzameling aardige luchtfoto's
in zwart-wit en kleuren, zoals er
ook over ons land al enkele bestaan.
Veel meer zat de bedoeling voor
om, evenals in de reeds jaren
in West-Duitsland verschijnende
"Luftbildatlanten" en "Topographi
sche Atlanten" van de verschillende
Länder, een zo nauw mogelijke ver-
binding te scheppen tussen de topo-
grafische en thematische kaart, de
gekleurde en zwart-witte luchtfoto
en de beschrijvende en analyseren-
de tekst. Ook wil men de lezer
enig inzicht geven in de methoden
en werkwijzen van de moderne
luchtfotografie en luchtkartering
en tevens in de geografische
struetuur van ons land in verleden,
heden en toekomst.
Als zodanig is het werk misschien
het best te vergelijken met, en
mogelijk gei'nspireerd op het
Duitse werk: Hessen in Luftbild
und Karte, van Ernst en Klings
porn, waarin eenzelfde Synthese
wordt nagestreefd.
Het is een mooi stuk teamwerk
geworden: een groot aantal be-
kende namen in de Nederlandse
geografie treffen we in de lijst
van medewerkers aan, terwijl
m.n. Geudeke als secretaris
der redactie en als "schrijvend"
medewerker een pittig stuk werk
heeft moeten verzetten om het
boek in deze vorm op tafel te
krijgen.
Bij de opzet is er naar gestreefd
een zo groot mogelijke verschei-
denheid van Nederlandse rurale
en stedelijke landschappen af te
beeiden en te karakteri seren.
Dat een goede spreiding is bereikt
blijkt uit de overzichtskaart op
blz. 12. De beschreven landschap
pen zijn ook weer gerangschikt
in de drie hoofdgroepen: verleden,
(30 landschappen), heden (30) en
toekomst (12), zodat niet alleen
een ruimtelijke spreiding is be
reikt doch tevens de tijdsdimen-
sie wordt geintrodueeerd.
Binnen het gegeven ruimtebestek
moesten de tekstbijdragen uiter-
aard beknopt worden gehouden.
Niettemin zijn de meeste auteurs
erin geslaagd een duidelijk beeld
van het behandelde gebied op te
roepen, waarbij de nadruk, be-
grijpelijk, vaak op de plaatselijke
en regionale problematiek valt.
De grote verscheidenheid van
strueturen en Problemen binnen
een relatief zo klein gebied als
Nederland wordt hier op een in
dringende wijze duidelijk. De stijl
van de tekstbijdragen is in het
algemeen zeer helder, zij het
hier en daar soms een beetje
"ambtelijk". Het visuele materiaal
speelt in een werk als dit uiter-
aard een veel belangrijker rol
dan die van min of meer toepasse-
lijke illustratie; het vormt integen-
deel een integrerend bestanddeel
van het boek. Er is gebruik ge-
maakt van ongekleurde en gekleur
de luchtfoto's, fragmenten van de
topografische kaart 1 25. 000 en
1 50. 000 uit verschillende Perio
den, van de hydrografische kaarten
en zo nodig van eenvoudige schets-
kaartjes en plattegronden. Deze op
zichzelf uitstekende gedachte heeft
echter niet altijd de vorm kunnen
krijgen die een Optimum aan aan-
schouwelijkheid waarborgt. De
störende factoren zijn hier hoogst-
waarschijnlijk van kostentechnische
aard geweest. Ten eerste moest
het opnemen van kleuren-luchtfoto's
beperkt blijven, waartegenover Staat
dat de ongekleurde foto's in het al
gemeen uitstekend van kwaliteit zijn.
Jammer is echter dat blijkbaar
moest worden afgezien van het in
kleuren reproduceren van de topo
grafische kaartfragmenten. Deze
zijn in zwart-wit afgedrukt en boven-
dien moesten ze gerasterd worden,
hetgeen hun "Aussagewert" nadelig
heeft bei'nvloed. Door een en ander
zijn de rood-partijen (wegen en
bebouwing) tot tfe sterk sprekende
elementen in de kaart geworden
(blz. 128), terwijl anderzijds de
vlaktinten tot modulaties van grijs
werden, die de kaarten veel minder
"sprekend" maken. Het ongunstigst
werkt zieh dit uit bij het blauw voor
het water, dat tot een zeer licht -
grijs werd dat, vooral in fragmen
ten met veel smalle waterlopen, de
interpretatie van de kaart ongunstig
bei'nvloedt. De hier en daar gere-
produeeerde fragmenten van de
eerste editie van de Topografische
kaart 1 50.000, van huis uit een
ongekleurde kaart, hebben dit nadeel
vanzelfsprekend niet en voldoen dan
ook in dit opzicht veel beter.
Het leggen van een relatie tussen
luchtfoto en kaart wordt, vooral
voor ongeoefenden in dit opzicht,
bemoeilijkt door het feit dat foto
en kaart niet altijd gelijk georien-
teerd zijn. Een pijl of een paar
kaderlijnen op de kaart ter aandui-
ding van de blikrichting van de foto
zou hier veel verduidelijking kunnen
brengen.
Voorts zou een betere integratie
van de kaarten en de foto's met de
tekst te bereiken zijn geweest in-
dien men de onderschriften bij beide
iets meer in verklärende richting
had uitgebreid. Er zou dan gelegen-
heid zijn geweest naar die passages
in de tekst te verwijzen, die een
duidelijke relatie met §6n of met
beide visuele elementen hebben.
De didactische waarde van de atlas
zou hiermede ongetwijfeld vergroot
28
1979. V. 1