echter wel eens wat kriebelig. Het ergst is dit bij het blad Europa, waarvan het reliefbeeld ten opzichte van de landenkaarten (die een drie maal zo grote schaal hebben) niet of nauwelijks is gegeneraliseerd. Daar dit ook het geval is met de vegetatiekleuren op dit blad, is van Europa als geheel een wel zeer on- bevredigend en onoverzichtelijk beeld verkregen. De absolute hoogte, die door een schaduwtekening nu eenmaal niet zichtbaar gemaakt kan worden, wat bij hoge reliefloze plateaus een bezwaar is, is in de atlas slechts af te lezen uit heel kleine wereld- deelkaartjes met hoogtezonen. Misschien zou men bij een nieuwe druk de schaduwtekening voor leerlingen met weinig voorstellings- vermogen begrijpelijk kunnen maken door op een inleidend blad eenzijdig belichte reliefmodellen af te beei den, van opzij en van boven gezien. Dan zou men ook iets meer over kustvormen kunnen geven, want met de kleine kleurloze fragmentjes op blad Frankrijk is weinig te be ginnen. De naturalistische landen- en wereld- deelkaarten vertonen ook verder nog wel kartografische tekortkomingen, zoals de aanduiding van de hoofd- wegen als uitgespaarde witte bies- jes, die in de gele bouwlandgebie- den vrijwel onzichtbaar zijn en geen beeld van het wegenstelsel geven; de hinderlijke onderbrekingen van de spoorwegen (in zwart) door on- gelukkig geplaatste namen, zodat men soms nauwelijks kan zien of twee Steden door een spoorweg zijn verbonden of niet; verder het te blauwe groen van het tropische regenwoud, waartegen de blauwe rivieren niet afsteken. Van een instituut als Esselte had men iets beters mögen verwachten. Als projectie is voor de meeste wereldkaarten de Van der Grinten- projectie gekozen; voor het onder- wijs zou eigenlijk een equivalente projectie meer voordelen bieden, maar de gekozen projectie heeft tenminste het voordeel dat eenzelfde gebied rechts en links op de kaart voorkomt, wat het inzicht in de samenhang bevordert. Heel aan- trekkelijk is een projectie met vier uitgevouwen lobben voor het mon- diaal luchtverlceer en voor de staat kundige bondgenootschappen. Kaartschalen, bijkaarten Voor het afbeelden van de landen van Europa is gekozen voor slechts vier kaarten op 1 5 milj. (resp. NW-, W-, ZW- en ZO-Europa) en 66n op 1 10 miljoen (O- Europa). Voor enkele voor ons belangrijke delen van West- Europa is de schaal 1 5 miljoen bepaald onvoldoende. Dit geldt in het bijzonder voor de zuidhelft van ons buurland Belgie (de noord- helft valt op blz. Zuid-Nederland op 1 500.000, dus een tienmaal grotere schaal). Men zoekt daar- door tevergeefs naar Ieper, Doornik of Dinant, naar namen als Sambre of Ourthe. Er was plaats genoeg geweest voor een grotere kaart door het weglaten van de veel te detailleerde bij kaart Antwerpen-Brüssel op 1 300.000, waarop elk reepje lintbebouwing van het kleinste dorp is te vinden, terwijl er over dit gebied toch al voldoende (en wat de plaatsnamen betreft zelfs m66r) informatie wordt gegeven op het genoemde blad Zuid- Nederland (overigens zijn beide bladen niet geheel bij wat betreft de spoorwegtunnels). Ook voor West-Duitsland is de schaal eigenlijk te klein, en ernstiger nog is dit bij Zwitserland en de aangrenzende delen van de Alpen, waardoor namen als Aare, Vierwaldstätter See, Thuner See, plaatsen als Interlaken en Neuch&tel, toeristencentra als Chamonix en Kitzbühel niet in de atlas voorkomen. Ook van overvolle gebieden buiten Europa zouden bijkaarten op grotere schaal gewenst zijn, zoals de noordoostelijke Verenigde Statenr Libanon-Israel (ook thematisch is Israel wat karig bedeeld, er is bijv. geen kaartje van de nederzettingen), Java en ZO- Australie. Heel ongelukkig voor een Nederlandse atlas is het ont- breken van kaartjes van de Neder landse Antillen; men vindt ze slechts als stipjes op de Amerika- bladen. In een volgende druk zou, zonder de omvang te vergroten, voor dit alles plaats gevonden kunnen worden door stukken van kaarten waarvoor met een kleinere schaal kan worden volstaan, te laten vervallen, zoals het rechter stuk van blad ZO-Europa (Turkije) of het grootste linker deel van blad China/Japan, want de dan verval len gedeelten komen voldoende groot op andere bladen voor. Nog enkele opmerkingen over de omgevingskaartjes van Londen en Parijs. Hierbij is de schaal wat klein en het gebied wat ruim geno- men, waardoor er veel veraf ge legen dorpjes op staan maar geen plaats is voor bekende namen van stadsdelen (Kensington, Chelsea; Vincennes, Sfevres, etc.). De legenda kan ook nog wat worden verbeterd: het is niet duidelijk wat het verschil is tussen "Landelijk gebied" en "Agrarisch gebied" op eenzelfde kaart; bij Parijs doet de geelbruine kleur van de grote staatsbossen (zg. "recreatiegebied") wat vreemd aanwaarom niet een ander groen dan dat van de overige bossen? Bij Parijs wordt onder- scheid gemaakt tussen woongebied en dienstverlening, bij Londen niet, zodat daar het hele kantoren- en zakengebied (waaronder zelfs de City) als "woongebied" is aange- geven. Omgevingskaartjes van andere grote Steden (Berlijn, Napels met Vesuvius, New York enz.zouden ook heel welkom zijn geweest. De algemene kaarten van Nederland De drie grote kaartbladen van Noord-, Midden- en Zuid-Nederland op 1 500.000 geven het grond- gebruik weer en verschillen dus niet principieel van die in de reeds in gebruik zijnde schoolatlassen; ze zijn alleen iets minder sterk ge generaliseerd. De kleuren zijn heel helder en geven een fraai beeld, al steekt het enigszins blauwgroene weiland wat weinig af tegen het water. Heel mooi is het diepte- lijnenbeeld in de Waddenzee en Zeel and. Wat nieuw is in deze kaarten, het voorbericht wijst er uitdrukkelijk op, is het aangeven door opgedrukte patroontjes van het "coulissen- landschap" in bouw- en weiland en van de "tuinbouw onder glas". Met het patroon voor coulissenlandschap heeft men geen gelukkige greep gedaan: het bestaat uit een Vier kanten net (in lichtblauw raster) dat door zijn telkens andere orien- tatie de suggestie wekt van een Vierkant sloten- of verkavelings- patroon, terwijl het in feite hele- maal niet op de werkelijke verka- velingspatronen lijkt (zoals de smalle evenwijdige of convergeren- de strokenverkaveling in Zeven- wouden en bij Staphorst, of de on- regelmatig kronkelige verkaveling van oude bouwlanden in Twente of 1979. V. 1 31

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1979 | | pagina 33