(het Nederlandse woord voor
Remote Sensing) gebruikt worden.
Hij ging vooral in op de interpre-
tatiemogelijkheden voor Land sat -
beelden.
De presentatie was met twee leuke
tentoonstellingen aangekleed:
Rudolf Muller had een goed over-
zicht van oude atlassen verzorgd
(als contrast met de nieuwe
Meulenhoff-atlas?) en Marjan Ott
had in een viertal instructieve
panelen de ontwikkeling en produc-
tie van de Meulenhoff atlas in beeld
gebracht. Licentie-uitgaven van de
atlas voor andere taalgebieden wa
ren eveneens geexposeerd, en
miljpkartor - volgens dezelfde
principes als de basiskaarten in
de atlas vervaardigde wandkaarten -
en globes completeerden het nieuwe
1 eermiddel en-as Sortiment
F. J. Ormeling
KAARTEN VOOR FIETSERS
In de vorige aflevering van het tijd-
schrift plaatsten wij een reactie van
de ANWB (chef kartografie Bos)
op het artikel van W. J. Simons in
het Lustrumnummer getiteld: Het
in kaart brengen van toeristische
fietsroutes.
Gaarne hebben wij de heer Simons
de gelegenheid geboden om een
wederwoord te plaatsen, waarmee
wij deze kartografische discussie
willen besluiten.
De redactie.
Graag maak ik van de mij door de
redactie geboden mogelijkheid
gebruik om te reageren op de kant-
tekeningen die de heer M. A.G. Bos
van de ANWB met betrekking tot
mijn artikel in het lustrumnummer
van het Kartografisch tijdschrift
heeft gemaakt. Ik stel het op prijs
dat de heer Bos mijn bijdrage zo
kritisch heeft gelezen en de moeite
heeft genomen zijn bedenkingen op
schritt te stellen. Discussie over
dit onderwerp zal naar mijn mening
tot gevolg hebben dat er meer aan-
dacht aan wordt besteed. Voorop
Staat dat ik met mijn artikel niet
de bedoeling had de ANWB of andere
uitgevers van toeristenkaarten te
kritiseren. Met name de ANWB
doet op dit gebied voortreffelijk
werk. Ik geloof echter dat het
altijd goed is om er naar te streven
het kaartenmateriaal voor het fiets-
toerisme nog beter te maken, al
geef ik toe dat realisatie van idea
len wel eens heel moeilijk, mis-
schien soms wel onmogelijk is.
Een foutloze kaart die in alle op-
zichten en aan iedere behoefte
voldoet is wellicht een illusie.
Een deel van de opmerkingen van
de heer Bos zie ik als een aan-
vulling op wat ik schreef en ik kan
daar verder aan voorbij gaan. Wel
wil ik puntsgewijs ingaan op een
aantal zaken waarover wij het ken-
nelijk niet met elkaar eens zijn.
Ik schreef dat de toeristenkaarten
van de ANWB niet volledig zijn in
het weergeven van fietspaden. De
heer Bos noemt dat onjuist. Wie
de kaarten in het veld aandachtig
benut, ziet echter dat er nog wel
wat ontbreekt. Een uitvoerig
overzicht van voorbeelden geven,
heeft op deze plaats geen zin. Ik
beperk mij daarom tot enkele
willekeurig gekozen voorbeelden,
maar er zijn er veel meer te noe-
men. Op de kaart Noord-Holland
Noord staat geen fietspad aan-
gegeven längs de weg van Ursem
in de richting Avenhorn; ook het
fietspad längs de weg van West-
Knollendam naar het noorden via
Markenbinnen ontbreekt. Op de
kaart Randstad West staan de
fietspaden door Leiduin en Woest-
duin onder Heemstede niet op de
kaart ingetekend. Op de kaart
Friesland West en Midden s ;aat
het fietspad bij De Hoeve in de
gemeente Weststellingwerf niet
als zodanig aangegeven.
Een andere onvolledigheid die ik
signaleerde heeft betrekking op
niet correcte weergave van wel
of niet verharde wegen. Op de
kaart Friesland West en Midden
Staat een weg naar Steenwijker-
wold ten noorden van de waterloop
Ossenzijl-Steenwijk als onverhard
op de kaart aangegeven, maar
deze weg is al vele jaren verhard;
bovendien loopt deze weg ten zuiden
van Molenhoek door tot ten zuiden
van Steenwijkerwold en dit gedeel-
te van de weg ontbreekt geheel op
de kaart. Op de kaart Noord-
Holland Noord loop de weg ten
zuiden van Venhuizen van Hern
door tot aan de kust van het IJssel-
meer. Dat is in werkelijkheid
echter niet het gevalhet laatste
deel van deze weg ontbreekt.
De heer Bos is het met mij eens
dat de meest handzame schaal
voor fietskaarten 1 50.000 is, al
noemt hij een schaal 1 100.000
bijzonder bruikbaar voor de trek-
kende toerist. Daar kun je over
twisten. Als er niet beter is, zul
je met een kaart met minder ideale
schaal genoegen moeten nemen.
In zijn reactie spreekt de heer Bos
overigens bij herhaling over de
(brom)fiets. Ik vind dat verwarnend
omdat een deel van de fietspaden
niet voor bromfietsers toegankelijk
is. Ik zie ook een duidelijk verschil
tussen routes geschikt voor fiets-
toeristen en die voor bromfiets-
toeristen.
De heer Bos vindt bij fietsroute-
beschrijvingen de kaart het belang-
rijkst. Ik deel die mening niet.
Kaart en routebeschrijving dienen
elkaar te ondersteunen. De heer
Bos is ook met zichzelf in tegen-
spraak als hij aan het slot van zijn
tekst zegt dat er nog teveel van
wordt uitgegaan, dat iedereen wel
kaart kan (en wil) lezen. Dat is zo
en daarom ben ik juist voor een uit-
voerige routebeschrijving waarbij
de kaart hulpmiddel is. Het meest
ideaal is natuurlijk een geheel
bewegwijzerde route, zoals er
versehillende door de ANWB zijn
uitgezet. Dat ik de Grote Fietsatlas
van Nederland niet noemde, hangt
samen met het bovenstaande. De
kaarten die in deze atlas werden
opgenomen en waarop de in opdracht
van de Stichting Fiets uitgezette
fietsroutes werden ingetekend, zijn
naar mijn mening in de praktijk
onvoldoende bruikbaar. Deze routes
zijn alleen goed te volgen als er ook
een routebeschrijving wordt gege-
ven. Bij deze atlas werd dit - tegen
mijn advies in - niet gedaan.
Tot slot de conclusie van de heer
Bos: "Optimale voorlichting wordt
bereikt wanneer een kaart beweg-
wijzering beschikbaar is. Ik ben
het hier mee eens al zou ik hier
dan "een goed uitgewerkte route
beschrijving" aan toe willen voegen.
In de praktijk blijkt dat bewegwijze-
ring helaas nogal eens wordt ver
meid, dat borden worden omge-
draaid of plaatsaanduidingen onlees-
baar zijn geworden. Een routebe
schrijving voorkomt dan moeilijk-
heden.
W. J. Simons
1979. V. 1
5