de kaart gebruikt wordt als communicatiemiddel tus-
sen beleidsvoerende instanties en technicl aan de ene
kant en belanghebbenden (boeren) aan de andere kant,
gaat dit verslag.
Doel van het onderzoek
Het onderzoek is opgezet om na te gaan op welke
manier de complexe materie van het ruilverkavelings-
plan het duidelijkst aan de belanghebbenden kan wor
den gepresenteerd, zö dat de betrokkenen in Staat
gesteld worden zieh een juist beeld van de eigen situa-
tie te vormen en de consequenties van het ruilverka-
velingsplan goed te taxeren. Het is van groot belang
dat de belanghebbenden een volledig en juist beeld om-
dat op deze voorlichting een stemming volgt en omdat
- wanneer tot uitvoering wordt besloten - dit financiele
consequenties voor de betrokkenen heeft.
De ruilverkavelingswet schrijft voor dat de voorberei-
dingsfase dient te worden afgesloten met een rapport,
waarin de landbouwkundige toestand van het gebied,
de noodzakelijk geachte Verbeteringen en een raming
van de kosten worden beschreven. Daarnaast dient
kaartmateriaal vervaardigd te worden waarop de te
treffen voorzieningen zo nauwkeurig mogelijk zijn
aangegeven. Het bestaan van het rapport betekent dat
de kaart, als visueelruimtelijke bijlage, zieh tot de
hoofdzaken kan beperken.
De concrete vragen die in deze enquSte beantwoord
moesten worden waren:
- welke kaart wordt het meest geapprecieerd door
deze gebruikers?
- welke kaart is voor deze gebruikers het beste lees-
baar?
- welke faktoren zijn van invloed op appreciatie en
leesbaarheid?
(onderverdeeld naar faktoren betreffende de eigen-
schappen en instelling van de gebruikers en naar
faktoren samenhangende met de presentatie en vorm-
geving van het kaartmateriaal).
Bij de beantwoording van deze vragen moest rekening
gehouden worden met de volgende uitgangspunten en
gegevenheden:
- het publiek waaraan de plannen gepresenteerd wor
den bestaat uit boeren die over het algemeen niet
gewend zijn met kaarten om te gaan.
- de kaarten moeten met de beschikbare mankracht
en technische middelen vervaardigd kunnen worden.
- de totale produktietijd mag, vanaf de met de hand
ingekleurde modellen tot en met het drukken in
oplagen 4.000 - 10.000, niet meer dan 6-8 weken
bedragen.
- uit de inhoud van de kaart dienen zowel de huidige
toestand als de verbeteringsplannen te blijken.
Opzet en uitvoering van het onderzoek
De uitgangspunten, alsmede de geringe tijd en man
kracht die voor onderzoek op een produktieafdeling
aanwezig is, maakten het noodzakelijk vooraf het
aantal mogelijkheden te beperken.
Daarom werden in het onderzoek 2 Varianten (tesamen
3 kaarten) betrokken die in zo veel mogelijk aspecten
van elkaar afweken.
Variant I omvatte twee facetkaarten, nl. een plan van
wegen en waterlopen en een landschapsplan, uitgevoerd
als eilandkaarten. Gevolg van de uitgangspunten 'ge-
bruik van aanwezige hulpmiddelen' en 'totale produktie
tijd beperkt' was, dat, bij de keuze van meer dan 1
kaart, gebruik moest worden gemaakt van de kleinere
offsetpersen, waardoor de schaal teruggebracht moest
worden tot 1 40.000 (zie fig. 1).
Variant II omvatte §6n kaart, waarop alle facetten van
het plan standen afgebeeld, uitgevoerd als raamkaart
De schaal hiervan was 1 25.000 (zie fig. 2).
Naast de al genoemde verschillen (raamkaart-eiland-
kaart, facetkaarten - compleet beeld, diverse schalen)
werd geexperimenteerd met verschallende manieren
van schaalaanduiding (schaalstok, tekst 'schaal
1 25.000', tekst 1 cm op de kaart is 250 m in wer-
kelijkheid'). Bovendien bevatten de kaarten van
Variant I beschrifting, waarvan de grootte varieerde
van 0.8 - 1, 5 mm en die voor alle elementen in dezelf-
de kleur (zwart) was aangegeven, terwijl op Variant II
de beschrifting varieerde in grootte tussen 1, 5 mm
en 3,5 mm en in twee kleuren was gedrukt (zwart en
blauw)
De tabel op pag. 18 geeft een overzicht van de elemen
ten op de kaarten.
Besloten werd het onderzoek uit te voeren door mid-
del van mondelinge enquetes aan de hand van vragen-
lijsten in een gebied waar juist de inspraak over het
ruilverkavelingsplan zou beginnen.
Omdat proefpersonen genomen werden die op dat
moment ook werkelijk met de plannen bekend moesten
geraken en omdat de mensen thuis werden bezocht,
was sprake van een reele situatie.
Ongeveer een week na toezending van het rapport met
de drie kaarten werden de belanghebbenden bezocht
door interviewers met een lijst met 39 vragen en ge-
precodeerde antwoorden. Door het gebruik van deze
lijsten konden de resultaten snel verponst en door
middel van een eenvoudig computerprogramma met
elkaar gecorreleerd worden. De verwerking van de
antwoorden op een aantal 'open' vragen heeft meer
tijd gekost. De 75 gei'nterviewden vormden 20% van
het totale aantal belanghebbenden in deze ruilverkave-
ling.
De interviews werden voor 80% afgenomen door een
studente aan de afdeling Sociale Geografie van Onder-
wijs en Informatie van de Rijksuniversiteit Utrecht,
die een körte training had gekregen over het onder-
werp ruilverkaveling. De overige 20% van de inter
views werd in verband met de beschikbare tijd afge
nomen door medewerkers van de afdelingen Sociolo-
gisch Onderzoek en Kartografie van de Landinrichtings-
dienst.
Fragment van de vragenlijst
Respondentnummer Kl, 2
1. Hebt u het "Voorontwerp Ruilverkaveling Ruurlo"
ontvangen?
K3
Ja 1
Neen 2
Zo neen, dan naar de vragen 27, 28, 29, 30, 31,
32, 33, 34, 35 en 36, 37, 38.
Zo ja, naar vraag 2
2. Wat hebt u met het voorontwerp gedaan? (Let wat
eerst genoemd wordt!)
1979. V. 2
17