stokken afgebeeld (Milliaria Flandrica, 10 73 mm;
comunia siue Brabantica parua, 10 108 mm;
Brabantica magna siue Germanica parua, 10 108
mm). De schaal is ca 1 700.000. Het kaartbeeld is
duidelijk en overzichtelijk, zoals wij het ook op de
provinciekaarten van Jacob van Deventer hebben leren
kennen. Wij kunnen veronderstellen dat de verloren
gegane Van Deventerwandkaart van de 17 Provincien
model heeft gestaan voor de door Gerard de Jode in
1566 uitgegeven wandkaart.
3a. Wandkaart der 17 Provincien in negen bladen
uitgegeven door Joannes van Doetecum in 1594.
Van de oorspronkelijke editie is er slechts 66n enkel
blad bekend, dat door Dr. Welu enkele jaren geleden
in de kaartverzameling van de Universiteitsbibliotheek
Amsterdam werd gel'dentificeerd (ill. 2).4) Dit enig
bewaard gebleven blad bevat gelukkig de titelcartouche
en het impressum. In de grote ovale renaissance-
cartouche wordt een uitgebreide beschrijving van het
land en zijn bewoners gegeven: Dese XVII Needer=/
landsche Provintie, worden met recht gehoudS voor
ee deel van Duydshland, om dat verre het meeste
deel der inwoondere, van wege haer= der afcomste,
als oock der sprake halven voor Duydsche te hou:
den zyn. Is ee uytnemende bequaem schoö land,
verciert met veel groote, rycke, geweldighe en
volck rycke Steede
Onder deze Nederlandse beschrijving volgt in een
rechthoekige cartouche een lange Latijnse inscriptie,
en hieronder weer in een ronde cartouche het impres
sum Ioannes Doetecum Dauen: triensis excude-
bat Harlemi Anno Domini 1.5.94 tertia mensis
Nouembris. De gravure van de oorspronkelijke editie
werd dus in Haarlem op 3 november 1594 door de
bekende graveur Joannes van Doetecum (overleden
ca. 1600) voltooid. Deze kaart van de 17 Provincien
is blijkbaar de eerste grote wandkaart van het gebied
die in de noordelijke provincien werd uitgegeven.
Hierin manifesteert zieh tevens de verlegging van het
kartografisch zwaartepunt van Antwerpen naar het
Noorden aan het eind van de 16e eeuw. Reeds in 1588
was in Haarlem eveneens bij Joannes van Doetecum
de eerste in de noordelijke provincies uitgegeven
kaart van de 17 Provincien in folio-formaat versehe
nen, waarvoor de koperplaat door zijn zoon Baptista
werd gegraveerd. 5)
3b. De Van Doetecum koperplaten van 1594 beleefden
nog latere uitgaven door de Visscher-familie. Als
Joannes van Doetecum Sr. ca. 1600 komt te overlij-
den, komen de koperplaten eerst in het bezit van zijn
zoon Jan (ca. 1570-1630), die echter voorzover wij
weten, geen nieuwe editie uitgeeft. In een in 1626 op-
gemaakte inventaris van de inboedel van Van Doetecum
Jr.die door drs. Nalis enkele jaren geleden werd
teruggevonden, worden bij de opsomming van de koper
platen '9 groote 17 provincien' genoemd. Na zijn dood
in 1630 werden deze negen koperplaten voor de wand
kaart van de 17 Provincien door Claes Jansz. Visscher
(1587-1652) gekocht, en, na enkele veranderingen in
decoratie en kaartinhoud, opnieuw op de markt ge
bracht. Een exemplaar van deze wandkaart in negen
losse bladen bevindt zieh in de Bibliothbque Nationale
te Parijs. Het in Parijs bewaarde exemplaar heeft
echter geen titelstrook, marginale tekst, noch stads-
gezichten, zoals wij die op Johannes Vermeer's
schilderij "De Schilder in zijn atelier" (Kunsthisto
risches Museum, Wien) kunnen zien. Johannes
Vermeer gebruikte voor de op dit schilderij centraal
staande wandkaart de uit negen bladen gemonteerde
Visscher-kaart der 17 Provincien. Dr. Welu heeft
in zijn gedegen studies over Johannes Vermeer uitge-
breid de connecties tussen dit schilderij en Visscher's
wandkaart beschreven en zelfs met behulp van dit
schilderij een reconstructie van de complete wand
kaart met titel en randversieringen gemaakt.
Een nieuwe vondst in Zweden stelt mij nu in Staat
aanvullende gegevens over de Visscher-kaart van de
17 Provincien te vermelden. Gedurende een studiereis
in Zweden in September 1978 vond ik in slot Skokloster
in een kist (die aan de bibliothecaris zelf niet bekend
was, omdat men veronderstelde dat deze kist de houten
bodem van een grote kast was) een opgerold exemplaar
van Visscher's wandkaart der 17 Provincien (ill. 4).
De kaart verkeert in een erg siechte conditie maar we
hebben te maken met het meest complete exemplaar,
want behalve de negen kaartbladen, heeft de wandkaart
in het Skokloster 66k de titelstrook, stadsgezichten,
ruiterfiguren en een tekstbeschrijving. De titel, ge-
monteerd op een strook (75 x 1505 mm) längs de boven-
rand van de eerste drie kaartbladen luidt: NOVA XVII
PROVINCIARUM GERMANDE INFERIORIS DESCRIP-
TIO, ET ACCURATA EARUNDEM DELINEATIO DE
NOVO EMENDATA, AUCTA, ACQUE CORECTISSIME
EDITA PER NICOLAUM PISCATOREM, Anno 1636.
Daaronder ziet men het bekende monogram van Claes
Jansz. Visscher. Op blad negen is in de rechter hoek
van de kaart een cartouche met de schaalstokken en
het impressum: Gedruckt by Claes Ianss Visscher.
De door Van Doetecum in 1594 gebruikte decoraties wa
ren ouderwets toen Claes Jansz. Visscher de koperpla
ten in 1630 kocht, zodat hij op deze koperplaten ver
anderingen aanbracht. Een goede vergelijking tussen
de twee uitgaven is slechts bij blad 4 mogelijk (ill. 2
en ill. 3), omdat slechts dit blad van de originele
editie van 1594 bekend is. Claes Jansz. Visscher ver-
wijderde de ronde cartouche met het impressum, maar
liet de lange Nederlandse en Latijnse legenda (slechts
het aantal Steden en dorpen werd van 6300 in 6670 ver-
anderd) in de rechthoekige en ovale cartouches staan.
De ornamentale omlijsting van de cartouches werd
echter door Claes Jansz. Visscher volledig vernieuwd.
De meest uitgewerkte decoratie die Visscher bij de
koperplaten van 1594 toevoegde is die van de titelcar
touche, die het gehele blad drie vult. Voor een beschrij
ving van deze cartouche en de andere op de kaart aan
gebrachte decoraties verwijs ik naar Dr. Welu's uit
gebreide beschrijving. Op het Skokloster-exemplaar
wordt de Visscher-kaart echter aan de twee zijkanten
en de benedenrand door een tekst omgeven, die in het
Latijn, Nederlans en Frans is gesteld. De Nederlandse
beschrijving eindigt met het impressum: By Nicolaes
Iansz. Visscher woonende in de Kalver-straet in de
Visscher. 1642. Op het schilderij van Vermeer wordt
slechts de benedenrand door een beschrijving ingeno-
men, terwijl de kaart zelf links en rechts door telkens
tien stadsgezichten wordt omlijst. Op het Skokloster-
exemplaar sluiten echter de stadsgezichten op de tekst-
beschrijvingen van de twee zijranden aan. Door de
siechte conditie van de kaart ontbreken helaas de tien
stadsgezichten op de linker rand, terwijl op de rechter
1979. V. 2
25