Jakarta opnieuw in kaart gebracht R. P. G. A. Voskuil Toen er in augustus 1977 een nieuwe plattegrond van Jakarta in de Winkels verscheen, zullen weinig kopers zieh gerealiseerd hebben dat deze kaart het resultaat was van de hobby van ddn man Niets in het profes sionale uiterlijk van de plattegrond verraadde deze bijzondere achtergrond. Voor Jakarta was het ver schonen van deze kaart een bijzondere gebeurtenis. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog was er van deze stad nooit meer een complete up-to-date platte grond gemaakt. Men moest zieh behelpen met verou- derde kaarten die alleen het centrale, oudere gedeelte van Jakarta enigszins nauwkeurig weergaven van de uitgestrekte nieuwe buitenwijken waren slechts de be- langrijkste wegen aangegeven. In veel gevallen was de index van straatnamen zeer onvolledig of ontbrak geheel. Bijwerken leek een onmogelijke zaak. Dit was niet zo verwonderlijk als men bedenkt dat de stad Jakarta zieh na de oorlog als een olievlek had uitge- breid. Door de trek van mensen van het overbevolkte platteland naar de stad was haar bevolkingsaantal ge- groeid van rond ddn miljoen in 1945 tot bijna zes mil- joen in 1977. Deze snelle uitbreiding ging in veel ge vallen op ongecontroleerde wijze, zonder enige plan- ning. De mensen bouwden hun huisjes overal waar ze een leeg plaatsje konden vinden. Het bestuur van de stad stond, en Staat nog steeds voor de moeilijke taak enig overzicht te houden over de situatie. Door het gebrek aan voldoende gegevens waagde geen enkele binnen- of buitenlandse uitgeverij zieh aan het samen stellen en uitgeven van een bijgewerkte plattegrond. Hobby In 1974 arriveerde in Jakarta een nieuwe "cargo and station-manager" van de Duitse luchtvaartmaatschap- pij LUFTHANSA. Deze man, Gunther W. Holtorfhad als hobby fotografie en kartografie. Dat hij deze hob- bies met veel talent en op bijna professionele wijze beoefende bewees hij door van zijn vorige standplaats Hong Kong een prachtig boek met foto's en kaarten sa- men te stellen, getiteld "The World of Contrasts". Toen hij na zijn aankomst in Jakarta op zoek ging naar een goede plattegrond bemerkte hij dat alle beschik- bare kaarten onvolledig waren. Zoals bij alle nieuw- komers vorm de het vinden van Straten die niet op de kaarten voorkwamen ook voor hem een probleem. Als Holtorf en zijn vrouw werden uitgenodigd bij kennissen, dan moesten deze een uitgebreide routebeschrijving geven van de weg naar hun huis. Holtorf zelf liet kleine kaartjes op zijn uitnodigingskaarten drukken om zijn gasten het zoeken naar zijn huis te vergemakkelijken. Zo werd op den duur bij Holtorf het idee geboren om in zijn vrije tijd zelf een nieuwe stadsplattegrond Sa men te gaan stellen. In eerste instantie wilde hij deze kaart speciaal maken voor in Jakarta verblijvende LUFTHANSA-passagiers, maar hoe meer Holtorf met allerlei mensen over dit plan sprak, hoe duidelijker het werd dat ook anderen, zowel buitenlanders als Indonesiers behoefte hadden aan een goede plattegrond van de stad. We rkkaarten Holtorf vroeg toestemming aan HANKAM (de Nationale Veiligheidsdienst) en het stadsbestuur voor zijn karto- grafische aktiviteiten. Hoewel deze autoriteiten in het begin enigszins sceptisch standen tegenover dit 66n- mans-project, gaven ze uiteindelijk toch toestemming. De afdeling Planologie van de gemeente Jakarta lever- de hem copieen van alle beschikbare kadasterkaarten, schaal 1 1.000 en 1 5.000 van de stad. Deze da- teerden van vöör de oorlog en waren slechts gedeelte- lijk bijgewerkt. Van wijken die zonder planning waren ontstaan ontbraken deze kaarten. Samen met een in- complete stratenlijst, die hij via het Hoofdpostkantoor had gekregen, vormden deze kaarten de basis voor zijn werkzaamheden. Later kreeg hij nog de beschikking over in 1970 gemaakte luchtfoto's. Het kaartmateriaal compileerde hij tot een 35-tal werkkaarten, schaal 1 5.000. De straat op Met de werkkaarten, schaal 1 5.00Q,ging Holtorf "de straat op". ledere morgen stond hij om half vier op om, al of niet vergezeld van zijn vrouw, systematisch de hele stad te verkennen. Wijk voor wijk werd lopend of met de auto doorkruist. Alle nieuwe Straten werden afgestapt en met behulp van kompasmetingen ingete- kend op de werkkaarten, namen werden genoteerd en alle bijzondere punten aangegeven. Dat verzamelen van gegevens op straat moest 's mor gens vroeg gebeuren, voordat het drukke verkeer in het ochtend-spitsuur een rüstig onderzoek onmogelijk maakte. Om half acht ging Holtorf dan naar zijn kan- toor om met zijn werk voor de LUFTHANSA te begin nen. Gemiddeld had hij voor ieder blad, schaal 1 5.000 ddn maand nodig om te bewerken. Het kostte hem dan ook drie jaar iedere ochtend en bijna alle Weekends vöör alle 35 bladen klaar waren. Duizenden kilometers legde hij in die jaren lopend of met de auto af over brede asfaltwegen en längs smalle kampungstraten en uiteindelijk kende hij Jakarte beter danmenige Jakartaan. 1979. V. 3 19

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1979 | | pagina 21