XBM 20/26 J
flembtandtapl
Sfacfho udefsfcarfe
Centrumgedeelte uit de openbaar-vervoerkaart 1966
Centrumgedeelte uit de openbaar-vervoerkaart 1972
net. In Amsterdam doet zieh hierbij wel de gelukkige
situatie voor, dat er al jaren op uitgebreide schaal
mondeling en telefonisch informatie aan het publiek
wordt gegeven. In een informatiepost vöör het Cen-
traalstation en via een speciaal telefoonnummer wor
den door daartoe opgeleide informateurs en -trices
dag en nacht vragen (over lijnennet, tarieven, dienst-
regelingen, enz.) beantwoord. Via deze informateurs
en -trices heeft het bedrijf dan ook gedeeltelijk zieht
op wat 'het publiek' wil weten, wat het al weet en wat
al wordt begrepen. Maar meer zieht op en inzicht in
blijven nodig. Tenslotte dient tijdens het proces van
een kaart maken de passagier steeds centraal te staan:
wat weet hij, wat wil hij weten, hoe zoekt hij, wat is
nog duidelijk voor hem
Een zo eenvoudig mogelijke weergave van de werke-
lijkheid dient daarbij norm te zijn. Een consequent ge-
bruik van kleuren en Symbolen eveneens. Een verteke-
ning van de werkelijkheid, zoals in de kaarten van Paul
Laarhoven en Paul Mijksenaar is gebeurd, heeft zijn
gevaarlijke kanten. Maar ook een te ingewikkeld open-
baar vervoersysteem heeft die: doorgaan met steeds
meer informatie in kaart brengen kan gewoon niet.
Juist openbaar vervoerkaarten kennen grenzen.
vervolg van blz. 20
Jakarta verändert echter snel en Holtorf wil zijn plat-
tegrond zo veel mogelijk up-to-date houden. Het ligt
daarom in zijn bedoeling in 1979 een volledig bijge-
werkte en nog uitgebreidere derde editie te laten ver-
schijnen. Deze zal minstens duizend nieuwe straat-
namen gaan teilen. Ook zal de kaart niet meer in vier,
maar in zes talen worden uitgevoerd: Frans en Japans
zullen worden toegevoegd.
Voor deze derde editie is Holtorf druk bezig met het
verzamelen van nieuwe gegevens. Opnieuw zwerft hij
in zijn vrije tijd vele uren door Jakarta en hij ziet er
niet tegenop, zoals hij zelf zegt "vijfentwintig kilo-
meter te rijden om 6in naam te checken".
Nu de kaart en zijn maker zo in de publiciteit zijn ge-
weest bezorgen bovendien veel mensen hem tips over
opgetreden veranderingen.
Een vraag die Holtorf vele malen heeft moeten beant-
woorden is: "Waarom heeft U zoveel tijd, energie en
geld gestoken in het maken van deze kaart?" Zijn
antwoord luidt steeds: "Zeer beslist niet om eraan te
verdienen, maar om met mijn hobby iets nuttigs te
doen en daarmee iets bruikbaars achter te laten in de
Derde Wereld".
Noot
De auteur van dit artikel, drs. R. P. G. A. Voskuil, is
werkzaam bij het Department of Geography/Geomor-
phology van het ITC te Enschede.
26
1979. V. 3