weergegeven)Voor de kartografen bleef een "vrije"
kleurkeuze over voor de overige openbaar-vervoers-
mogelijkheden (buslijnen van andere maatschappijen
en spoorlijnen). Doordat in Rotterdam echter wordt
gewerkt met maximaal 5 geselekteerde basiskleuren
(rood, blauw, geel, zwart en grijs), waarvan geel
en grijs te weinig opvallend zijn om te worden ge-
bruikt voor lijnsymbolen en (raster-)kombinaties van
kleuren daarvoor ook niet geschikt zijn, moest op-
nieuw een keuze worden gedaan uit de kleuren rood,
blauw en zwart. Men zou de hier gekozen oplossing
(blauw voor buslijnen van andere maatschappijen en
een zwart spoorwegsymbool) eventueel ter diskussie
kunnen stellen, omdat hiermee niet de overeenstem-
ming tussen de verschillende middelen van vervoer
tot uitdrukking wordt gebracht (RET-buslijnen worden
zwart, metrolijnen (overeenkomst spoor) blauw weer
gegeven). De makers van de kaart hebben deze over-
eenstemming willen aangeven door de keuze van de
lijnsymbolen. Door de grote hoeveelheid buslijnen van
de 3 maatschappijen gezamenlijk zou de weergave
daarvan in ddn (zwarte) kleur, hoewel dan onderschei-
den door een verschillende lijnsignatuurvolgens hen
tot een onleesbaar kaartbeeld leiden.
Ook buiten het strakke keurslijfdat door de eisen
van de opdrachtgever ten aanzien van het kaartont-
werp is ontstaan, kan men nog wel een enkele kriti
sche opmerking plaatsen. Op het eerste gezicht ont-
breekt bijvoorbeeld de relatie tussen de informatie-
strook (Hoe komt u waar en de kaart. Anders ge-
zegd: in eerste instantie kan men de geometrische
Symbolen in de kaart niet zo gauw thuis brengen, om
dat men de rubriek "Hoe komt u waar niet direkt
als legenda beschouwt (waarschijnlijk ook door het
gebruik van dezelfde achtergrondkleur als bij de in-
derdaad los van de kaart staande overige informatieve
tekst)Daamaast geven kaart en informatiestrook
onvoldoende uitsluitsel over de exakte ligging van de
in de rubriek "Hoe komt u waar on der scheiden af-
zonderlijke bestemmingen, zodat men niet of slechts
zeer moeilijk uit de kaart kan opmaken waar men pre-
cies moet uitstappen, of zelfs welke richting men op
moet om met het openbaar vervoer een bepaald doel
te bereiken. De verschillende Objekten binnen een
bestemmingskategorie (zwembaden, sport, etc.)
worden nl. niet van elkaar onderscheiden.
Een oplossing zou zijn de geometrische Symbolen in
de kaart van een letter- of cijferindikatie te voorzien,
welke verwijst naar de objektlijst in de rubriek "Hoe
komt u waar?" Wanneer daar ruimte voor is, zou
men in deze rubriek eventueel ook achter de lijnen
van openbaar vervoer waarmee de bestemmingen te
bereiken zijn een richtingaanduiding kunnen opnemen.
Deze richtingaanduiding kan men bijvoorbeeld doen
overeenkomen met het op bus, tram of metro ver
melde eindpunt van de lijn (voor het bereiken van het
bejaardentehuis "Het Havenlicht" bijvoorbeeld ver
melden "69 Pemis").
Voornoemde gebrekkige relatie tussen informatie
strook en kaartinhoud is overigens voorshands ook al
gesignaleerd door de makers van de kaart. Wanneer
bij een volgende editie de kartografen zieh ook zullen
gaan bezig houden met het ontwerp van de informatie
strook, zullen indikatieletters of -cijfers bij de Sym
bolen worden aangebracht en ook zal de nu nog voor-
geschreven gele achtergrondkleur van de rubriek
"Hoe komt u waar?" waarschijnlijk plaats gaan ma
lten voor een mozaiek van zonekleuren, ter aanduiding
van de zone waarin de diverse bestemmingen zijn ge
legen. Mogelijk dat dan ook vertalingen, die nu nog
ontbreken, van de aanduidingen van diverse bestem-
mingskategoriee'n in de rubriek "Hoe komt u waar?"
kunnen worden opgenomen.
Een laatste opmerking heeft betrekking op het sum
miere karakter van de legenda, waarin bijvoorbeeld
een aanduiding van de topografische Symbolen ont-
breekt. Deze informatie is van groot belang voor de
kaartgebruiker, die zieh "in het terrein" wil orien-
teren, en mag, zeker nu de visuele variabele kleur
niet voor de weergave van de topografie gebruikt kon
worden, niet worden weggelaten.
Konklu sie
Samenvattend kan worden gesteld, dat vorm en inhoud
van de kaartfolder "Openbaar Vervoer in Rotterdam"
in het algemeen en van het kartografische gedeelte
daarvan in het bijzonder, op sommige punten nog wel
voor verbetering vatbaar zijn. Een van de oorzaken
daarvoor is het belemmerend werkende keurslijf van
door de opdrachtgever gestelde randvoorwaarden
Hoewel de kartografen van Gemeentewerken Rotterdam
geleidelijk aan hebben geprobeerd steeds meer karto
grafische verbeteringen door te voeren, en dat ook in
de toekomst zullen blijven doen, is de invloed van dat
keurslijf nog duidelijk merkbaar in de hier besproken
editie van de kaartfolder.
Uit het artikel komt dan ook duidelijk naar voren, dat
er een groot belang moet worden gehecht aan een goed
overleg, in een vroeg Stadium, tussen de opdracht
gever en de maker van een kaart. Een opdrachtgever,
die een bepaalde hoeveelheid ruimtelijke informatie
wil verstrekken, kan zijn doel veel sneller en veel
beter bereiken door bij het stellen van bepaalde eisen
aan de inhoud van een kaart van begin af aan ook re-
kening te houden met eigenschappen van de gebruiker
en met de kartografische expressiemogelijkheden.
Noten
1 De gekleurde kaartfolder, die in dit artikel wordt
besproken, is als losse bijlage in dit nummer van
het tijdschrift opgenomen.
2 De auteur wil hierbij de heer J. Meijer van de
onderafdeling Kartografie van Gemeentewerken
Rotterdam hartelijk dank zeggen voor de door hem
verstrekte gegevens.
1979. V. 3
29