parken, industrieterreinen en wa ter, bij de tweede editie is terecht het accent meer naar de wegen en industrieterreinen verschoven. Dat is gerealiseerd door de signa- tuur van de andere grondgebruiks- categoriefe'n minder dominerend te kiezen. Ook de legenda-opbouw is duidelij- ker doordat de wegen-hie rarchie, met een nieuwe rode signatuur voor de autosnelwegen, nu logisch op- lopend in elkaar zit. De wegaandui- dingen op de kaart hebben dezelfde kleur gekregen als op straat. De legenda is beter leesbaar doordat het donkere grij s waarop hij was afgedrukt nu afgezwakt is. Ook de kaart is beter leesbaar ondanks het feit dat er meer informatie is op- genomen in de tweede editie - bij voorbeeld het nieuwe met de post- code samenvallende nummerings- systemen van wijken en districten, en de eindpunten van buslijnen. Wanneer u daar goed op let zult u zien dat het grijs voor de bebouwing gerasterd is met behoud van de con- touren. Dit is bij mijn weten de eerste toepassing van de 'methode Spiess' (zie Kartografisch Tijd- schrift 1976. II. 3) in Nederland. Op de legenda zou men het volgende aan kunnen merken. De kleurkeuze is soms inconsequent en een duide- lijke tunnelsignatuur ontbreekt. Industrieterreinen zijn geel, hun namen paars en hun nummers rood. Spoorlijnen zijn paars, de stations- namen zwart. De stedelijke bebou wing is grijs, de straatnamen zwart, maar de wijknamen blauw. De wegen hebben, als ze ergens onderdoor lopen, soms een paarse stippensignatuur (onder een spoor- weg),soms een gestreepte lijn en soms niets; de spoorviaducten zijn voor het wegvervoer zeer onopval- lend aangegeven. Bijzondere ge- bouwen tenslotte zijn bij de overi- gens goed gekozen vlaktinten tussen wal en schip terecht gekomen. Men kan ze nauwelijks van kanalen en grachten onderscheiden. Uit de acht gebruikte kleuren had men hiervoor een gelukkiger keus kun nen maken. Op de hoofdkaart is een deel van Waterland aan Amster dam ten offer gevallen: er is een kaart van het centrum van de stad opgenomen, die het centrum op een tweemaal zo grote schaal aangeeft en meer straatnamen en huisnum- mers bevat. Ook de gewestelijke wegenkaart 1 75.000 heeft sterk gewonnen in de tweede editie. Dat komt vooral door de extra kleuren rood en groen, en de gewijzigde wegenclassificatie. Ook de afrit- namen bij de snelwegen zijn toege- voegd. Zo er al enige wensen voor de derde editie te uiten zijn, dan is dat alleen om van een goed product iets beters te maken. De afdeling Landmeten en Kartografie van Publieke Werken heeft, gezien ook de kaart waarmee het nieuwe weg- nummeringssysteem in Amsterdam- West geihtroduceerd werd, de no- dige ervaring in het produceren van duidelijke kaarten voor het publiek. Wat dat betreft is het jammer dat ook de kaart van het gemeentevervoerbedrijf niet door Publieke Werken is vervaardigd: door teveel van elkaar afwijkende kartograflsche visies op de stad kan het kaartgebruik van de inwo- ners nauwelijks gestimuleerd wor den! F.J. Ormeling BEVELAND. Geologische kaart van Nederland 1 50.000. Blad Beveland. Vier bijkaarten, vier profielen, legendablad en toelich- ting van 138 pagina's. Rijksgeolo- gische Dienst, Haarlem, Uitgave 1978. Prijsf 26,50 incl. B.T.W, en portokosten. Dit kaartblad is een volgende in de Serie Geologische kaart van Nederland 1 50.000, door de dienst zelf genoemd: de tweede generatie (vanaf 1964). Met dit kaartblad is nu bijna 15% van het totaal te bestrijken gebied gevuld, zodat, uitgaande van dit verschij- ningstempo, tot in het midden van de 21ste eeuw geologische kaarten in het KT besproken kunnen worden. De voorgaande bespreking van een blad uit deze Serie, blad Sneek in KT 1977.in. 3, be- schreef reeds de basis van deze serie: de profieltypenlegenda, en de grote hoeveelheid informatie die de kaartgebruiker daarmee tot zijn beschikking heeft. Bovendien de zeer nuttige aanvullende infor matie in de vorm van de afgeleide- of bij -kaarteneen aantal verhel- derende dwarsprofielen of paneel- diagrammen, een legendafolder en een zeer uitgebreide toelichting. De ligging van het blad Beveland is aan zowel oost- als westzijde dezelfde als die van de topografi- sche kaart blad 48 Oost; de zuid- en noord-grens zijn daarentegen in noordelijke richting verscho ven, zodat de noordgrens van Noord-Beveland juist binnen het kaartblad valt. Evenals bij de an dere reeds gekarteerde eilanden heeft men het nodig geacht om af te wijken van de bladindeling van de topografische kaart om de eilan den zoveel mogelijk als ddn geheel af te beeiden. Toch blijft deze keu- ze, zeker ook op dit blad, een kompromis. Het kaartmateriaal Het lezen van de hoofdkaart ver eist een fijn ontwikkeld gevoel voor het onderscheiden van gras- en olijfgroene tinten. Dit wordt ver- oorzaakt door het vrijwel overal voorkomen van de afzettingen van Duinkerken. Toch wordt het zoeken een genoegen door de heldere, schematische legenda. Eenvoudig en helder is ook de körte toelich ting; goed verzorgd is het overzicht van de stratigrafie van Beveland, alsook het kaartje met de ligging van het blad. Nog meer inzicht in de geologische opbouw geven de vier profielen die de ondergrond tot een diepte van 40 m - NAP weergeven. Goed ge kozen zijn de (wel van de hoofd kaart afwijkende) kleuren en, klein detailde nu subtiele NAP-lijn die de interpretatie niet stoort. Wöllicht zou enkel het verschil tussen stratigrafie en lithologie kort aangegeven kunnen worden; dit is toch echt niet voor iedereen van zelf sprekend. Op het blad Bijkaarten is bijkaart 4 een soort driedimensionale kar- tografiek bestaande uit zes profie len in het kaartblad. Hoewel ze veel inzicht geven en wijzen op de schokkende toevalligheid van de huidige scheiding tussen land en water, is hun ligging in het kaart blad moeilijk te bepalen. Door de ruimtewerking van het geheel krijgt de in grijs aan wezige kust- lijn een merkwaardig ruimtelijk effekt. Waarom hier ook niet even een overzichtskaartje geplaatst Kaartjes 1 en 2 geven ook enige aanleiding tot verwarring; onder een gelijksoortige titel: 'Afzettin gen van Duinkerken' en: 'Afzettin gen van Calais' geeft de eerste kaart alleen het voorkomen van de afzettingen aan, terwijl de tweede dikte en hoogte van het pakket aan geeft. 36 1979. V. 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1979 | | pagina 38