De kaart van Krayenhoff P. W. Geudeke Luitenant-Generaal Cornelius Rudolphus Theodoras Baron Krayenhoff (1758-1840) heeft in de geschiedenis van de topografische kartering van ons land een be- langrijke rol gespeeld. Hij is in het bijzonder bekend geworden door de eerste driehoeksmeting van ons land en de daarop gebaseerde topografische overzichts - kaarten op de schaal 1 115.200. Deze driehoeksme ting heeft tot in de 20ste eeuw gediend als basis voor de topografische kartering. De grote kaart van Krayenhoff kan worden beschouwd als een voorloper van de "Topographische en Militaire Kaart van het Koningrijk der Nederlanden" op de schaal 1 50.000, de eerste gedetailleerde en nauw- keurige kaart van het gehele grondgebied van ons land (1850-1864). Enkele jaren geleden verscheen van laatstgenoemde kaart een facsimile-herdruk, waar- door een gedetailleerd beeld van het 19e-eeuwse Ne- derlandse landschap voor een groot publiek toeganke- lijk werd. Het succes van deze herdruk heeft aanlei- ding gegeven tot het besluit om ook de vroeg-19e-eeuw- se grote overzichtskaart van Krayenhoff opnieuw uit te geven. Hoewel deze kaart door zijn schaal minder details biedt, is zij, zowel vanuit het oogpunt van de historische kartografie, alsook voor de historisch- geografisch en landschappelijk geihteresseerden een belangrijk kaartwerk. Dit artikel geeft enige achtergrondinformatie over Krayenhoff en zijn kaart. De tekst is gebaseerd op wat door Krayenhoff zelf en in een aantal studies over zijn werk is geschreven. De aanbevolen literatuur kan de lezer op weg helpen zieh in deze materie verder te verdiepen. Uit het leven van Krayenhoff Krayenhoff heeft zijn "Levensbijzonderheden" zelf te boek gesteld. In een breedvoerige betoogtrant be- schrijft hij zijn levensloop die gekenmerkt is door werklust, voortvarendheidbeiangstelling voor weten- schap en techniek. Hij leefde in een rumoerige en verwarde periode van onze vaderlandse historie. Zo- als het land op de drempel stond van een nieuwe eeuw en een nieuwe ontwikkeling, zo luidde zijn kartografi- sche arbeid ook een nieuwe periode in. Krayenhoff werd op 2 juni 1758 in Nijmegen geboren. AI op zeer jeugdige leeftijd was Krayenhoff eigenaar van eenbierbrouwerijZijn vader had deze ge kocht op de naam van zijn zoon, aangezien zijn mili taire Status hem niet toestond zelf een bedrijf te be- zitten. Overigens zorgde moeder Krayenhoff er wel voor dat haar zoon niet in de buurt van de brouwerij kwam "om hem terug te houden van de schadelijken omgang met ruwe knechten". Zijn grote belangstelling voor de militaire topografie en techniek erfde hij van zijn vader, die als majoor- ingenieur een groot deskundige was op het gebied van de waterbouwkunde. Van zijn vader leerde hij zowel de beginselen van de meetkunde en andere wetenschappenalsook de prak- tijk van het landmeten en waterpassen, daar hij zijn vader vaak vergezelde bij het uitvoeren van diens ambtsbezigheden. Zijn vader stond niet zo positief tegenover een eventuele militaire carriöre van zijn zoon en wilde hem liever als advocaat opgeleid zien. Na het doorlopen van de Latijnse school vertrok de jonge Krayenhoff daartoe naar de hogeschool van Harderwijk. Aanvankelijk zonder medeweten van zijn vader, maar later toch met diens instemming, be- kwaamde hij zieh in de geneeskunde en natuurweten- schappen. Zijn interesse ging vooral uit naar de elek- triciteit van de dampkring, wat ook een direct prak tisch nut afwierp. Op zijn advies werd op de grote kerk van Doesburg de eerste bliksemafleider in ons land geplaatst. Ook de laatste jaren van zijn leven heeft hij zieh op dit gebied nog actief bezig gehouden. In 1784 vestigde hij zieh als arts in Amsterdam en raakte daar al snel bevriend met allerlei geleerden. Evenals vele andere jonge intellectuelen voelde hij zieh aangetrokken tot het patriottisme. Naast natuur- wetenschappelijk werk en het uitoefenen van zijn art- senpraktijk bleef hij zieh verdiepen in de Studie van beroemde militaire literatuur. Zijn levensloop onderging in de woelige jaren van de patriotse revolutie een totale verandering. Door zijn politieke keuze zag hij zieh in 1794 gedwongen Amster dam te ontvluchten, en zieh aan te sluiten bij de nade- rende Franse legers onder leiding van Pichegru. Hij kreeg onderdak bij het hoofdkwartier van generaal Daendels, een oude studievriend, en trok als onbezol- digd staf-adviseur met de Franse legers mee naar het noorden. Tijdens deze tocht kreeg hij de opdracht om alleen naar Amsterdam vooruit te trekken ("in een boerensjees") om daar "de middelen te beramen tot het bewerken der revolutie zonder bloedstorten". De voortvarende en ambitieuze Krayenhoff bracht deze opdracht tot een goed einde door een vrij rüstige om- wenteling, zonder bloedvergieten, te bewerken. Zelf nam hij het militaire commando van de stad op zieh, waarmee zijn oude liefde voor de militaire stand op onverwachte wijze werd vervuld. Toen de Franse legers Amsterdam binnentrokkenwerd hij van deze funetie ontheven en vervolgens benoemd als comman- dant van de "Garde van Amsterdam" in de rang van luitenant-kolenelbij de Generale Staf. Onder het nieuwe bewind openden zieh diverse mogelijkheden voor een veelzijdig man als Krayenhoff. Zo bleef zijn 9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1979 | | pagina 11