De kartografie van Suriname
C. Koeman
Alles heeft een begin. Ook de kartering van Suriname,
waarmee bedoeld wordt het opmeten van de ligging van
rivieren, bergen en nederzettingen. Meestal begint
een kartering van een land met een triangulatie van de
eerste orde van nauwkeurigheid en een precisie-water-
passing. Daarop volgt een verdichting van het net van
de eerste orde en verdichting van het waterpasnet. In
Suriname werd pas kort geleden, nl. in de jaren 1968-
1978 een triangulatie en een nauwkeurigheids water-
passing uitgevoerd. Dat er in tien jaar tijds in een
land, vier maal zo groot als Nederland een hoofd
triangulatie en een primaire waterpassing gemeten
kan worden lijkt onmogelijk. In de schema's op blz.20
zijn deze netten afgebeeld.
Karteringsgeschiedenis
Natuurlijk bestonden er vödr de triangulatie al kaar-
ten van Suriname. De karteringsgeschiedenis vangt
aan met de ontdekking van Zuid Amerika door Ojeda
in 1499. Over de karteringsgeschiedenis van Suriname
is in 1973 een groot standaardwerk met kaarten in
facsimile uitgegeven (1). Voorts werd de karterings
geschiedenis in het kort samengevat door de pionier
op het gebied van de historische kartografie van
Suriname, J. B. Ch. Wekker, in een tijdschriftartikel(2)
en in de Encyclopedie van Suriname. Uit dit tijdschrift-
ärtikel nemen we het volgende over.
Hoewel de oudste gedrukte kaart van Suriname al uit
1671 dateert beschouwen we de kaart van Cateau van
Roseveit en Van Landsberghe die in 1882 op de schaal
1 100.000 werd uitgegeven als de eerste officife'le
kaart van Suriname waarop het land tot aan de zuid-
grens staat afgebeeld (3). (In een vergelijking met
Nederland neemt ze ongeveer de plaats van de kaart
van Krayenhoff in)
Met herhaalde aanvullingen geldt ze in feite tot heden
als de officife'le kaart van Suriname. Van Roseveit
verrichtte in de jaren 1860 tot 1879 opmetingen, welke
bestonden uit de opname der hoofdrivieren - van de
monding tot een 3° 58' N.B. (voor de Marowijnerivier
tot 2° N. B.- door middel van kompasrichtingen en
afstandsschatting; bovendien bepaalde hij van 51 pun-
ten de geografische lengte en breedte door astrono
mische waarnemingen.
Kaarten van Suriname die na deze periode werden uit
gegeven zijn min of meer aanvullingen op die van Van
Roseveit. Een dergelijke kaart is die van de landme-
ter W. L. Loth opde schaal 1 500. 000 uitgegeven in
1899. Deze kaart is in feite dezelfde als die van Van
Roseveit hoewel ze werd aangevuld met eigen opna-
men tot 1898. Ruim 70% van Suriname was op dit tijd-
stip nog niet in kaart gebracht.
Intussen begon de exploratie van het binnenland op
partikulier initiatief. Van 1896 tot 1911 werd een 9-tal
wetenschappelijke expedities de bovenloop der rivie-
ren opgezonden, teneinde de gebergten, stroomgebie-
den en waterscheidingen in kaart te brengen. Deze op-
namen konden iets nauwkeuriger geschieden dan ten
tijde van Van Roseveit omdat inmiddels de Zeiss-
afstandsmeter in gebruik was genomen. Bij deze ex
pedities wordt ook voor het eerst triangulatie toege-
past.
Door Lt. ter Zee Van Stockum worden in 1911/12
wederom astronomische waarnemingen verricht in de
noordelijke helft van Suriname. De primitieve In
strumenten die hiervoor gebruikt werden - prisma-
cirkel en kwikhorizon - waren er de oorzaak van dat
ook deze waarnemingen niet nauwkeurig waren. De
volgende methode werd nl. toegepast. Te Paramaribo
werd de lengte direkt bepaald door middel van uurhoek-
berekening uit maanshoogte en bekende sterretijd, ter-
wijl de lengten der andere stations telkens werd afge-
leid uit afstandsbepaling tussen twee punten. Van
Stockum vond voor Paramaribo een W. L. van 55° 12'
14",89, hetgeen echter niet overeen kwam met de tot
dan toe gebruikelijke W. L. van 55° 9' 55" (Luit. v.
Rees 1906)
In 1927 wordt de lengte van Paramaribo (stenen trap)
herbepaald door Kapt. ter Zee J. Kremer, die hier
voor vindt 55° 8' 48", 69, terwijl KLM Aerocarto in
1947 voor ditzelfde punt 55° 09' 10", 00 W.L. vindt.
(KLM paste het systeem van simultane lengte en
breedtebepaling toe).
De breedten werden door van Stockum bepaald door
middel van de methode van de circum meridiaan
hoogten en vertoonden ten opzichte van de moderne
methoden weinig verschil. Van Stockum vond voor
Paramaribo 5° 49' 28", 19, Kremer 5° 49' 27", 79
en Aerocarto 5° 49' 25", 40, e.e.a. zonder in acht-
neming van de schietloodafwijking.
Om in de kartografische en kadastrale toestanden ver-
betering te brengen wordt in 1912 ingesteld de op-
nemingsdienst van Suriname welke dienst in 1920
topografische bladen, schaal 1 10.000 van Parama
ribo en omgeving uitgeeft. Deze bladen werden samen -
gesteld aan de hand van de door van Stockum opgegeven
geografische coördinaten, berekend in de polyeder pro-
jektie. De in totaal 15 bladen zijn 55 cm in het Vierkant
en komen overeen met 3' lengte en breedte (op de ge-
middelde breedte van Suriname). Zeven jaar later
verschijnt een overzichtskaart van Suriname op de
schaal 1 800.000 samengesteld door F.Spirlet.
Tenslotte komt in 1930 de kaart van Suriname uit, op
de schaal 1 200.000, in 16 bladen, door L.Bakhuis,
en W. de Quant. Deze kaart is wederom een bewerking