de kartografie van Suriname. In dat jaar werden de nog resterende bladen van de kaart 1 200. 000 vol- tooid,onmiddelIijk gevolgd door de verkleining naar 1 500.000. Met laatstgenoemde kaart, waarvan de eerste druk in vier bladen in 1966 verscheen kan men de fotogrammetrische kartering van het land als vol- tooid beschouwen (4) Herdrukken van kaartbladen op de schalen 1 40.000, 1 100.000 en 1 200.000 vonden na 1962 regelmatig plaats. Echter, lang niet altijd waren de recente ver- anderingen op deze herdrukken aangebracht. Er Valien wel enkele kritische opmerkingen over de kartografie te maken. Die doen echter geen afbreuk aan het enorme nut dat het land van deze tamelijk snel geproduceerde bladen gehad heeft. De kritiek rieht zieh op de weergave van de topografie. a. De duidelijkste weergave treffen we aan op de ge- kleurde uitgave van de kaart van Zuid Suriname, 1 100.000: blauw, zwart en bruin. Jammer genoeg bestaat de noordelijke helft alleen in een ddnkleurige uitgave. Dus een heterogene kaart 1 100.000. b. Een overvolle inhoud van de ddnkleurige kaart 1 200.000, met veel te weinig generalisering uit de 1 100.000 samengesteld,resulteert in een on- doelmatige topografische overzichtskaart. Dit geldt vnl. Zuid Suriname, waar de vele hoogtelijnen een onduidelijk beeld van het terrein geven. c. Zowel op de topografische kaart 1 40.000 als op de topografische kaart 1 100.000 worden hoogte lijnen, vegetatiegrenzen, kreken, paden in ddn kleur weergegeven hetgeen afbreuk doet aan de leesbaar- heid. In de jaren 1953-1960 zijn er bladen op de schaal 1 40. 000 in kleuren gedrukt. Omdat men meende dat de kosten daarvan te hoog waren, is de kleuren druk gestopt. Een nieuwe meetkundige grondslag Na 1960 begon de kartering van Suriname opnieuw. In tien jaar, van 1968 tot 1978 is er een nieuwe meet kundige grondslag gemeten, inclusief een nauwkeu- righeidswaterpassing. Van het gehele land zijn op nieuw luchtfoto's gemaakt, nu op de schaal 1 30.000. Hoewel verbazingwekkend, is deze tweede kartering niet tragisch. Er zijn in die eerste kartering uit de jaren 1948-1960 geen fouten begaan waardoor het ge hele werk overgedaan moest worden. Er zijn echter in de jaren na 1960 grote waterkrachtwerken in het Westen ontworpen en er zijn ook in het Oosten en het Zuiden grote projecten voor een nieuwe infrastruk- tuur gepland, waardoor verdichting van een primaire meetkundige grondslag noodzakelijk werd. Bovendien moest rekening gehouden worden met een herkarte- ring van het dichtbevolkte district Suriname en van het dichtbevolkte landbouwgebied in het Noorden. De bepaling van de primaire meetkundige grondslag is geschied onder verantwoordelijkheid van de inmid- dels opgerichte Dienst Hogere Geodesie. Men onder- scheidde in het project twee fasen: Fase I. In 1968 en 1969 werd door KLM Aerocarto een net bestaande uit 53 primaire punten gemeten volgens de zgn. Aerodistmethode (afstandmeting tussen drie- hoekspunten vanuit een vliegtuig). Tevens vond een nauwkeurigheidswaterpassing plaats over het noor delijke gedeelte van het land. In 1971 werden er door de Dienst Hogere Geodesie (DHG) verdichtingsmetingen uitgevoerd m. b. v. de Distomat. Hieruit ontstond een net met zijdenlengte van 8 10 kilometer. De DHG ver- lengde dit net in 1972-1974 vanuit Groningen naar het westen en vanuit Ephrata naar het oosten. Deze ver- lenging bestaat uit veelhoeken met zijdenlengten van twee kilometer. Een uitbreiding van het net in West Suriname i.v.m. het Kabalebo-waterkracht project hield tevens de bepaling van 112 paspunten voor de luchtkartering in. Dank zij het gebruik van helicopters kon die uitbreiding in 1972 binnen drie maanden ge meten worden. Fase II In 1978 werd de meetkundige grondslag verdicht in Zuid en Zuidoost SurinameHiertoe behoorde ook een nauwkeurigheidswaterpassing over een totale lengte van 1500 kilometer. De luchtfotografie door KLM- Aerocarto van zowel het noordelijke als het zuidelijke deel geschiedde op de schaal 1 30.000. Een vliegveld in het zuiden, Paloemeu, maakte het mogelijk om ook het verst verwijderde gebied wolkenvrij op te nemen. De paspuntsbepaling werd vergemakkelijkt door toepas- sing van het "Satellite-Doppler Position fixing System". In 6 weken tijd werden daarmee alle paspunten voor de fotogrammetrische kartering van Zuid Suriname be- paald. Voor de plaatsbepaling van het primaire net op de ellipsoiüe kon gebruik gemaakt worden van drie zgn. HIRAN punten die deel uitmaken van een satelliet- triangulatie uit 1960. In die tijd maten geödeten uit de USA een driehoeksnet met zijden van enkele honder- den kilometers lengte, dat Noord-, Midden- en Zuid Amerika met elkaar verbond. Voorts werden in het primaire Surinaamse net twee Laplacepunten berekend. Deze metingen tezamen ge ven de plaats van het net op de ellipsoide weer. Wanneer in het voorgaande geschreven is dat er niets tragisch is in het opnieuw beginnen, houdt dat ook verband met de zeer snelle technische ontwikkeling van de plaatsbepalingsmethoden. Het is thans mogelijk om, onafhankelijk van de ornliggende punten, geogra- fische coördinaten op de ellipsoide te berekenen uit satelliet-Doppler waarnemingen. Dat men daarvoor het rekencentrum in de U. S. A. moet insehakelen (en betalen) doet er in wezen niet toe. In 1956-1960 was het met de beschikbare geldmiddelen onmogelijk om Zuid Suriname op een nauwkeuriger manier in kaart te brengen dan indertijd geschied is. Achteraf bezien is er veel geld bespaard door niet naar die hogere perfectie te streven. Tien jaar later waren de tech nische middelen en de verbindingen (vliegvelden) be- schikbaar om die gewenste kwaliteit en nauwkeurigheid tegen minder geld te bereiken. Kaartprojectie De stereografische projectie werd verlaten. Men is overgegaan op een Transversale Mercatorprojectie onder toepassing van de maten van de Internationale Ellipsoide. Omdat Suriname niet mooi symmetrisch in de zone 54° - 60° W. L. ligt, werd niet de Univer- sele Transversale Mercatorprojectie (U.T.M.) toe- gepast, maar een Surinaamse Transversale Mercator projectie met als standaard meridiaan 55° 41' 00". 19

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1979 | | pagina 21