nieuw rangschikt in funktie van de grafische informa-
tica, dan wordt het wel duidelijk, dat snelheid bij in-
formatieverwerking en efflciSnte kennisoverdracht in
het hele gebeuren een rol gaan speien in de mate, dat
deze middelen ook interaktief en voor een ruime mas-
sa van de bevolking toegankelijk worden. Een ander
punt is de snelheid waarmee men ruimtelijke gegevens
accuraat en snel kan registreren. Daarmee is meteen
het kader geschetst, waarin men de recente Nijmeeg-
se aktiviteiten op het vlak van de automatische karto-
grafie kan plaatsen.
Hierbij zijn drie lijnen te onderkennen:
a. het MERCATOR-pakket, waarmee onderzoekers
en toekomstige pianologen via S. P. S. S. -
achtige instrukties eigen materiaal, C. B. S. mate-
riaal of andere ruimtelijke informatie zowel snel
als efficient kunnen ontleden en/of karteren via de
regeldrukker of via de plotter. Zoals bekend is
S. P. S. S. (Statistical Package for Social Scientists)
vrij eenvoudig aan te sturen.
b. het IDECAP-project, waarin onderzoek gebeurt op
vierkantenniveau (500 x 500 m) van het C. B. S. en
waarbij men twee doelStellingen voorop zet:
- interaktieve beeldbuiskartering en beeldbuis-
grafiek gemakkelijk toegankelijk maken voor
elke pianologisch gerichte belangstellende,
door een eenvoudig vraag- en antwoordspel,
waarbij de tegenspeler van het programma over
geen enkele deskundigheid hoeft te beschikken
inzake informatica en verwante bezigheden;
ook voor de kartografie zijn een redelijk aantal
"defaults" ingebouwd, waarmee men na enige
oefeningen voldoende variatie kan bereiken.
- tegelijk kan de kartograaf, c. q. de eerder ge-
noemde "toevallig kartografie plegende plano-
loog" interessante tussenresultaten laten vast-
leggen. Voorlopig gebeurt dit met behulp van de
plotter, maar andere outputwegen zullen verder
verkend worden.
c. het OPTIGRAPH-projekt, dat het inlezen van gra
fische en kartografische informatie moet versnel-
len en dat zijn eerste resultaten tegemoet gaat.
Deze ontwikkelingslijnen zullen hierna verder toege-
licht worden.
Het MERCATOR-pakket
Het MERCATOR-pakket is een logisch vervolg op de
te Leuven ontwikkelde karteerprogramma's, waarmee
o. m. resultaten van de onderzoeken naar de verstede-
lijking in Viaanderen (1961) en in Belgiö (1961-1970)
en twee atlassen van de Nationale Survey van Belgie
zijn gekarteerd (6). De oorspronkelijke programma's
werden geschreven door A. Miseur en drs. G.
Peeters en staan bekend onder de naam "MAP",
waarvan verschillende versies elkaar opvolgden (7).
Behalve statistische analyse per variabele, kan men
met dit programma kleurselekties uitvoeren en over-
gaan tot het maken van gekleurde regeldrukkerkaarten.
Later heeft de Dienst voor de Nationale Survey te
Brüssel deze techniek verlaten en is overgegaan op
een plotprogramma van Ir. M. Masson van de informa-
ticadienst; dit programma had de precieze gemeente-
grenzen als basis. Deze meerkleurenkaarten zijn niet
meer van een ambachtelijk geproduceerde kaart te
onderkennen en terecht is in de atlas de aandacht van
de lezer hierop gevestigd in een losbladige mede-
deling. Deze bijzonder knappe techniek werd toege-
past op door de auteur berekende verstedelijkings-
scores 1961 en 1971; dit waren geregistreerde resul
taten van een uitgebreide factorenontleding op een
intertemporele dataset (8).
Na 1977 belandde het regeldrukprogramma te Nijme-
gen en werden de doelstellingen van het programma
duidelijk verruimd. Waar aanvankelijk het accent lag
op het snel verwerken van nationale datasets per ge-
meente, verschoof de aandacht naar het feit dat de
"leekop inform atiegebied", in casu de traditionele
onderzoeker en de Student, van deze toch practische
werkwijze geen gebruik kon maken. De aansturing
moest daarom duidelijk eenvoudiger.
In een eerste fase zijn door Ir. H. Bisterbosch een
aantal routines herschreven en werd voor de Neder-
landse gegevens ruimtelijke informatie geregistreerd
en uitgetest. Een eerste toonbaar produkt was de
computeratlas van Nijmegen 1971 per buurt (9).
Een grondige ombouw onderging het MAP-programma,
toen K. Sadza het werk overnam en erin slaagde het
S. P. S. S. -programma als voorloopprogramma aan het
MAP-programma te koppelen. Deze wijziging was zo
fundamenteel, dat het verantwoord was het program
ma een volledig nieuwe naam te geven. De naam van
de Vlaamse kartograaf MERCATOR werd toen, uiter-
aard zonder zijn instemming, maar wel met veel eer-
bied voor zijn baanbrekend werk als nieuwe naam aan
het programma toebedeeld (10).
K. Sadza bracht meteen de volgende belangrijke nieuwe
stappen aan in het werk:
- het programma werd opgebouwd via een beeldbuis-
station in directe dialoog met de Computer, wat de
snelheid bij het ontwerpen van het programma zelf
in sterke mate ten goede kwam; na zes maanden
was de nieuwe versie volkomen operationeel voor
terminalgebruikers;
- aangezien beginnende onderzoekers en Studenten
hoogstens met ponskaart-versies van het S. P. S. S.
vertrouwd zijn, werd door K. Sadza een eenvoudig
aanstuurprogramma gemaakt met S. P. S. S. -achtige
instrukties, die men via gewone batchversies met
ponskaarten kan verwerken zonder diepgaande
informaticakennis; wie S. P. S. S. aan kan, kan
zonder veel Problemen ook met MERCATOR
werken.
- MERCATOR biedt keuze tussen regeldrukkaarten
met vier overdruktekens enerzijds en plotkaarten
ander zijds;
- te spitse of te scheve verdelingen kunnen naar wens
tot Gauss-verdelingen getransformeerd worden,
wat de leesbaarheid van bepaalde kaarten ten goede
komt;
- bovendien bevat MERCATOR de mogelijkheid om de
grenzen van de teleenheden apart uit te tekenen en
deze als controle- en herkenningspatroon te gebrui-
ken;
- op eenvoudige wijze zijn kleurselekties uitvoerbaar,
zowel voor de regeldruk- als voor de plottekening;
- tenslotte bevat het programma een vertakking voor
het uittekenen van aggregaties, zoals eventuele
nieuwe provincie-indelingen, stadsgewesten, e.d.
waarbij automatisch de grenzen, identificaties en
geaggregeerde gegevens aangepast worden; dit is
geillustreerd in fig. 1 en 2.
KT 1980. VI. 2
15