Het praktisch nut van dit programma wordt inmiddels duidelijk. Het werkt overigens niet alleen op de recht- hoekige celbegrenzing van gemeenten, maar is ook zonder problemen bruikbaar op gewone gridgegevens, wat een bijzonder nuttige vertakking is, als men weet dat ook andere gebruikers zoals geobotanici, archeo- logen, landschapsarchitekten, e. a. met gridgegevens werken. Men kan dit zien in fig. 3 met een telling van vestigingen in Den Bosch, uitgevoerd in de vak- groep stads- en plattelandsgeografie van de K. U. Nij- megen. Een laatste en recente ontwikkeling zit in het feit, dat men de resultaten van de plotkommando's vöör het uittekenen op een beeldscherm vooraf kan bekijken met behulp van een PREVIEW-programma (11). De kaart wordt dan even voorgetekend op een beeldscherm, waarna men het definitief tekenkommando aan de plot- ter doorgeeft. Hoewel het MERCATOR-programma, zoals overigens elk computerprogramma, voor verdere verbetering vatbaar is, kan men vaststellen dat het voor de ruim- telijke onderzoekers en ook voor het informatiezoekend beleid een bijzonder snel en handig instrument kan zijn, dat gewoon op verdere toepassingen wacht. Bij een verdere ontwikkeling kan men o. m. denken aan de integratie van het CIR MAP-programma dat door M. van Naelten en B. Rodiers in 1975/'76 werd geschre- ven en waarbij men met behulp van een thermische snijpen niet-overlappende cirkels kan snijden in peel- coatfilm. De oppervlakte van de cirkels is dan even- redig aan de grootte van de voor te stellen aantallen. Dit levert dokumenten op die men bij wijze van spre- ken zö naar de drukker kan brengen. Ook hier zijn kleurselekties in het programma ingebouwd (12). Naar gelang men meer op dit MERCATOR-pakket een beroep zal doen, zullen bepaalde aanpassingen wellicht als prioriteiten aan te wijzen zijn. De gestelde vragen naar aanleiding van nog onvermoede zwakheden kun- nen hierbij een aanduiding geven voor de prioriteits- bepaling. Het ID E C A P-p r o j ekt De direkte aanleiding tot het IDECAP-projekt was de uitvoering van het voorafgaand GRIDPLOT-program- ma, waarmee de 79000 gridgegevens van de volks- telling 1971 werden gekarteerd. Voor het verwerken van die enorme hoeveelheid informatie is een program ma geschreven dat kaarten van Nederland uitvoerde met tekens per bewoond grid of op selekties uit deze 500 x 500 m grids. Deze kaarten werden meestal op 1:400. 000 getekend, wat zelfs bij selekties, waarin nog 16000 grids over- bleven, vrij veel tekentijd vergt. Fig. 4 toont een verkleinde voorstelling van de bevolkingsspreiding in Nederland 1971 (CBS-gegevens)waarbij alleen de Vierkanten zijn weergegeven met minstens 100 inwo- ners. De Vierkanten met meer dan 500 inwoners zijn iets groter getekend, zodat ze, door aan elkaar aan te sluiten, een duidelijk beeld van Steden en dichte kernen te zien geven. Dit programma is technisch eenvoudig en ligt voor de hand. Het is alleen verwon- derlijk, dat het nooit te voren werd bedacht. De kartering van gridgegevens met bevolkingsaantal- len werd wel eens eerder door het C. B. S. via een regeldrukker uitgevoerd; de aantallen moesten daarbij over rechthoekige cellen omgerekend worden in af- wachting dat een printer met Vierkante tekens in be- drijf kwam. De hier gebruikte voorstelling is in die zin zowel een voudig als juister. Ondanks de uitgevoerde selekties ging het automatisch tekenen nog vrij traag 90 min. per kaart). K. Sadza wist door een aparte sorteer- techniek dit tekenproces aanzienlijk te versnellen. Toch was de operatie nog steeds te traag voor de ge stelde pianologische doeleinden. Het GRIDPLOT-pro- gramma trok echter de aandacht van de afdeling Com puter Graphics van de Katholieke Universiteit Nijme- gen. Dr. J. van den Bos bouwde kort daarna het hele programma om voor produktie van deze kaart op beeldscherm. Een eerste succes in die richting was de aanzet voor verder onderzoek met doelstellingen, die in hoge mate vanuit de interaktieve participatie- problematiek geformuleerd waren: - de enorme hoeveelheid informatie moest veel snel- ler toegankelijk worden: onderzoek naar een spe ciale databank was wenselijk; - de kartograaf moest met enige flexibiliteit via het scherm kunnen in speien op de snel verschijnende resultaten en eventueel inzoomen op deelgebieden; - in een latere fase moest de beeldschermkaart funge- ren als een soort "preview", waarbij de kartograaf op het beeldscherm zelf de "lay-out" van de kaart manipuleert. Twee Studenten in informatica Th. van den Heuvel en Th. van den Berg namen het probleem weer op en be- reikten eind 1979 een behoorlijk voorlopig resultaat, dat als uitgangspunt kon dienen voor verder onderzoek. Onder de naam IDECAP is nu een versie operationeel, die inmiddels o. m. op zuiver kartografisch vlak wordt bij gewerkt (13). Nieuwe tekens, betere lay-outs, snellere in- en output-mogelijkheden en algemeen "eenvoudige in- strukties" voor de niet-professionele gebruiker wor den geleidelijk ingebouwd. Nochtans loont het de moeite om bij wijze van illustratie in fig. 5 een tus- senresultaat in het ontwikkelingsproces te tonen, precies op het moment dat men uit een grotere kaart een gedeelte gaat uitselekteren. Dit uitvergroten kan meerdere malen worden herhaald. Het programma is bruikbaar maar vraagt duidelijk om verdere verfijning. Samen met de Computer Graphics-groep worden de stappen naar uitbeelding van kaarten op het kleuren- scherm en een nog snellere toegang tot de data door betere gegevensopslag aangepakt. Het belang voor het ruimtelijk onderzoek is duidelijk. Indien dit projekt de nodige materigle en personele ondersteuning krijgt, is ook een voorlopig experimentele inzet ervan in pianologische participatieprocessen minder ver weg dan men meestal denkt. Dit aspect wordt nader toegelicht in verdere slotbeschouwingen. Het OPTIGR APH-projekt Wellicht het moeilijkst te verwezenlijken deel van het automatische karteergebeuren is het registreren van ruimtelijke gegevens. Tot nu toe zijn diverse regis- tratiemethodes bedacht, o. m. het gebruik van coördi- natenlezers. Met een Cursor volgt men lijnen en re- gistreert men hetzij met vaste tijdsintervallen, hetzij door "een druk op de knop" de coördinaten, waar men doorheen komt. Deze Cursor wordt met de KT 1980. VI. 2 17

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1980 | | pagina 19