Een standaardformaat voor de uitwisseling van kartografische gegevens Inle id ing Meer en meer instelllngen in Nederland krijgen de beschikking over digitale gegevens, die ook voor andere instellingen van nut kunnen zijn. Om nu de digitale gegevens van elkaar te kunnen ge- bruiken is het noodzakelijk voor iedere uitwisseling specifieke programmatuur te ontwikkelen aangezien de formaten, waarin gewerkt wordt verschillend zijn. In de Kontaktgroep Automatisering in de Kartografie is de wens naar voren gekomen om te komen tot een standaardformaat voor de uitwisseling van kartogra- fische gegevens. Deze uitwisseling zal dan uiteindelijk belangrijk minder programmeerarbeid vragen dan wanneer voor elke uitwisseling aparte conversiepro- gramma's gemaakt moeten worden. Immers iedere instantie behoeft slechts dönmaal een conversieprogramma te maken, dat de omzetting van gegevens van het eigen formaat naar de standaard verzorgt en vice versa. Verandering in het eigen formaat betekent slechts de aanpassing van ddn pro- gramma, ondanks het feit dat met verschillende in stantes gegevens worden uitgewisseld. In de Kontaktgroep is een dergelijk standaardformaat uitgewerkt. Daarbij is veel gebruik gemaakt van een standaardformaat zoals dat in Duitsland wordt toege- past en beschreven is door Dieter Grothenn en Wil fried Stanfenbiel in Nachrichten aus dem Karten- und Vermessungswesen, Reihe I Heft 69 (1976) pp. 25-49 onder de titel: Das Standarddatenformat zum Aus tausch kartographischer Daten. Afwijkingen van het Duitse standaardformaat De belangrijkste afwijking van het Duitse standaard formaat ligt in de ruimte, die in de verschillende "records" is gereserveerd voor de X- en Y-coördina- ten. In het Duitse formaat zijn daarvoor 5 posities gereserveerd voor iedere coördinaat. Dit maakt het mogelijk om de data van een gebied van 100 x 100 km vast te leggen met een resolutie van 1 meter. In het door de Kontaktgroep ontwikkelde formaat is gekozen voor acht posities per coördinaat. Hierdoor is het mogelijk ieder punt op het Nederlandse grond- gebied te registreren in dit formaat met een resolutie van 1 cm. In verband hiermee zijn ook nog de volgende afwij kingen van het Duitse formaat gekozen: - de recordlengte is van 48 verhoogd tot 72 posities. - de "blockings" faktor is teruggebracht naar 7 zodat fysieke blokken ontstaan van 504 posities. Dit om zo dicht mogelijk de 512 posities te benaderen, omdat vele Systemen blokken transporteren van 512 posities of een veelvoud daarvan. - in de recordtypes 4, 5 en 6 is als wijze van inter- polatie de waarde 6 gedefinieerd als het einde van een lijn. - in alle recordtypes, behalve 1 en 2 is de laatste positie (positie 72) gereserveerd om aan te duiden dat dit het laatste record van dit type is. Deze aan- duiding wordt gegeven door een ddn in dit veld te plaatsen (in alle overige records: nul). - een nieuw recordtype is toegevoegd (recordtype 9) dat buiten de recordtype-aanduiding volledig leeg is en dient ter afsluiting van een bestand. - als code, waarin de gegevens moeten worden gepre- senteerd, worden EBCDIC en ASCII toegestaan. - de "labelling" van de magnetische band is vrij te kiezen of kan ook achterwege worden gelaten. Een bestand wordt voorafgegaan door een "tapemark" en beeindigd door twee "tapemarks", waartussen even- tueel een EOF-label kan worden geplaatst. - de gegevens worden op een "9-track" band met 800 or 1600 fpi (frames per inch) vastgelegd. Verdere uitwerking Specifieke wensen tussen twee instellingen kunnen worden omschreven in nieuw te ontwerpen records 10 t/m 99. Begrippen Een bestand is een digitale beschrijving van een kaart- blad, dat nader omschreven is in het eerste record. Een bestand bestaat uit een willekeurig aantal blokken. Een blok is een groep van 7 records gescheiden van een volgend blok op de magneetband door een "inter- record - gap" (interlock - gap). Een record is een vaste hoeveelheid gegevens (nl. 72 karakters), die een logisch geheel vormen (zie om- schrijving in hoofdstuk 5). Een veld is een aantal posities binnen een record, dat dön gegeven bevat. Een positie is een achttal bits dat ddn alfanumeriek teken voorstelt. De verschillende records De inhoud van elk record wordt door middel van een recordtype in de eerste twee posities van het record gekenmerkt. KT 1980. VI. 2 25

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1980 | | pagina 27