veel op ODYSSEE, een programma- pakket van Harvard. Voor beide programmapakketten worden alle gebiedsgrenzen en knooppunten op de te digitaliseren kaart doorlopend genummerd, deze nummering wordt bij het digitaliseren ingevoerd en bij de verwerking als relatie ge- bruikt. Het is evenwel de vraag of deze methode gebruikersvriendelijk is. Voor leken is de CBS numme ring van gebieden in Nederland niet bekend en voor deskundigen kost het vaak veel tijd om correcties op te sporen. De toepassing van tekst als gebiedsomschrijving lijkt hier- bij een oplossing te bieden: 'ge- meentegrens Utrecht/Zeist' is vaak veel duidelijker dan 13 23 6 5. Ook kan het belangrijk zijn, een bestandsstructuur niet op te bou- wen op de Nederlandse situatie alleen. Zoals de auteur ook al enigszins aangeeft, is het belangrijk de be standsstructuur vooraf goed te de- finiSren aan de hand van de be- standsdoelstelling, alvorens men overgaat tot het vervaardigen van karteringsprogramma's. Elk kar- teerprogramma zou daarbij moeten uitgaan van de bestandsstructuur in plaats van een tussenresultaat zo als de hier gebruikte SYMAP struc- tuur. Voorts dringt zieh de vraag op of bestaande digitale gegevens van topografische kaarten eveneens als invoer kunnen dienen omdat daarin vaak informatie voorkomt die voor thematische kaarteringen gebruikt zou kunnen worden. Het is echter zeer begrijpelijk dat in een omgeving waarin SYMAP ge bruikt wordt als educatief middel ook andere programmatuur en be standen aangepast worden/zijn op dit systeem. Tot slot nog een enkele opmerking over uitvoering van de handleiding. Het schrijven van handleidingen voor programmatuur is lastig, vooral als het geschreven wordt voor beginnelingen. De auteur is er echter in geslaagd om op een soms humoristische wijze de pro grammatuur voor de lezer gebruiks- klaar te maken. De keuze om het A4 formaat een kwartslag te draaien (waardoor te lange regels ontstaan) bemoeilijkt het lezen. Als naslagwerk is de alfabetische index van sleutelwoorden een onontbeer- lijk element. H. Aalders. Manual of map library Classifica tion and cataloguing/prepared under the direction of the Chief of the General Staff. (S. 1. Ministry of Defence, 1978. XIII, 374 p. in verschallende pagi- neringen; ill. krt. in wisselband; 32 cm. Vier bijlagen. Code No GSGS 5307. Prijs f 12, 60. Tijdens de tweede wereldoorlog nam het kaartenbezit van de War Office, het tegenwoordige Ministry of Defence, enorm toe. Het was hierdoor nodig geworden om na de oorlog de tot dan toe gebruikte stam- boekregistratie te vervangen door een fichescatalogus. Met deze cata- logus zou het mogelijk worden om beter en vooral sneller in te kun nen speien op de informatiebehoef- te van de gebruikers van deze kaartenverzameling. Voor het op- bouwen van deze fichescatalogus werd door Capt. E. J. S. Parsons in 1946 een handleiding opgesteld en deze handleiding vormt nog steeds de basis van het documenta- tiesysteem binnen de kaartenver zameling van het Ministry of Defence. Omdat er in de loop der jaren wat wijzigingen aangebracht zijn in de ze handleiding, was het in de ze- ventiger jaren noodzakelijk gewor den om deze in zijn geheel te her- schrijven. In tegenstelling tot 1946 is het vandaag de dag niet meer haalbaar om de gehele verzameling opnieuw te catalogiseren. Daar men ook de bestaande catalogus niet wilde afsluiten, was het niet moge- Ujk om principiele veranderingen in het documentatiesysteem door te voeren. Dit heeft onder meer tot consequentie gehad dat het niet mo gelijk was om de nieuwste nationale en internationale normen binnen de documentatiewereld, zoals b. v. de ISBD (CM), in deze nieuwe hand leiding te verwerken. Voor de cata logus van de kaartenverzameling van het Ministry of Defence is dit niet zo bezwaarlijk omdat het doel van deze catalogus voornamelijk het terugvinden van de kaarten in de eigen verzameling is en niet zo- zeer het geven van gestandaardi- seerde titelbeschrijvingen. Dit laatste wordt nog benadrukt door de lay-out van de voorgedrukte catalogusfiches, waarop de diver se bibliografische dementen nogal verspreid neergezet worden. Het belangrijkste gegeven van het documentatiesysteem van het Ministry of Defence is de classifi- catie. De classificatie wordt tevens als Standnummer gebruikt volgens welke de kaarten opgeborgen wor den. Over hoe de kaartbeheerder deze classificatie toe moet kennen aan een kaart wordt zeer uitvoerig ingegaan, ruim drie-kwart van de handleiding is hieraan gewijd. Het eerste element van deze classifi catie bestaat uit een code van het afgebeelde gebied. Om te zorgen dat de juiste gebiedscode wordt toe- gekend zijn er voor alle denkbare gevallen regels vastgesteld die door goed geillustreerde voorbeel- den begeleid worden. Achter in de handleiding is in Annex A de gehele gebiedsindeling op overzichtelijke wijze door middel van 227 pagina's kaarten en tabellen aangegeven. In Annex B zijn in een alfabetische lijst de gecodeerde gebieden opge- nomen met daarachter het land waarbinnen het gebied valt en de voor dat gebied toe te kennen code. Omdat bij het maken van deze ge biedsindeling alleen de behoefte van het Ministry of Defence voor- opgestaan heeft zijn sommige inde- lingen nogal willekeurig, maar in de praktijk zal daar ook door ande re gebruikers best mee te werken zijn. De rest van de classificatie is nog al afhankelijk van het soort kaart dat gecatalogiseerd wordt. Zo wordt bij bladen van een serie de schaal in een gecodeerde vorm toegevoegd en bij atlassen wordt de hoogte van de band gecodeerd toegevoegd. Ook is het mogelijk om, atlassen uitge- zonderd, aan te geven dat er een relatie met een andere kaart be staat. Na het hoofdstuk over het toekennen van de classificatie wordt er inge gaan op de diverse bibliografische dementen die al dan niet opgeno- men worden en waar en hoe deze dementen op het voorgedrukte ca- talogusfiche neergezet dienen te worden. Bij elk element zijn uit- voerige regels gegeven waar men het betreffende element van ont- leent en hoe men bij twijfeigevallen dient te handelen. De belangrijkste catalogus van het documentatiesysteem van het Ministry of Defence is de catalogus op regio. Deze catalogus is alfabe tisch op landennaam gerangschikt en binnen elk land zijn diverse deelrubrieken vastgesteld. Men kent b. v. rubrieken voor stads- plattegronden, voor atlassen en KT 1980. VI. 2 37

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1980 | | pagina 41