toipffsföfafsia F. DEPUYDT, Cartografie. Serie Ontdek de Wereld. Handboe- ken over Aardrijkskunde voor het Secundair Onderwijs. De Nederlandsche Boekhandel, Kapellen 1977. ISBN 90 289 0284 8. 80 pp. 83 ill. zwart met steun- kleur; bijlage met 12 gekleurde kaartfragmenten; mapje met 12 Stereogrammen; mapje met 11 fragmenten van Belgische topo- grafische kaarten. Algemene inleidingen tot de karto- grafie in het Nederlands zijn uiterst zeldzaam. Voor buitenstaan- ders nauwelijks verkrijgbare standaarddictaten voor geografie- studenten en het PBNA lesboek Cartografie (van dr. Piket) zijn zowat de enige mogelijkheden om zieh te verdiepen in de algemene kartografie. De verschijning van een echt leer- boek(je) over kartografie is dan ook een opmerkelijke gebeurtenis, waarmee wij onze zuiderbuur Depuydt van harte geluk wensen. Hoewel geschreven voor leerlingen van het voortgezet onderwijs, hoopt men - aldus het voorwoord - op een ruime verspreiding, ook buiten het onderwijs. Het is de vraag of dit boek zieh daartoe, en met name op de Nederlandse markt, leent. Het is namelijk allereerst een leer- en handboek voor en bij het geografie-onderwijs. Door de vele vragen en opdrachten is het zelfs nog meer een "werkboek" dat voortdurend aanspoort om met de kaart(en) bezig te zijn. Voor een meer algemeen lezerspubliek is deze opzet minder aantrekkelijk. De keuze van foto en kaartfragmen ten is beperkt tot Belgie, waardoor het boekje voor een algemeen Nederlands lezerspubliek nog min der aantrekkelijk is. Wanneer we echter deze uitgave beoordelen naar zijn eerste doel- stelling, dan vallen de goede kwali- teiten direct in het oog. De uiteen- zettingen zijn beknopt en helder, de illustraties ruim voorhanden en goed gekozen en de opdrachten prikkelden zelfs bij het doorlezen ter recensie tot activiteit! Het boekje is voor een belangrijk deel gewijd aan de trits: terrein, luchtfoto en (topografische) kaart, nl. vier van de vijf hoofdstukken (pp. 6-59). Het laatste hoofdstuk is gewijd aan de diverse thema tische kaartvormen (pp. 59-73). Na een eerste kennismaking met de topografische kaart, waarin de begrippen schaal, legenda (volgens Depuydt: legende), planimetrie en orografie aan de orde komen, volgt een hoofdstuk over de ver- vaardiging van de topografische kaart uit de luchtfoto. Eenvoudig uitgewerkte interpretatievoorbeel - den (luchtfotofragmenten) brengen een goed begrip bij van het ver- schil tussen fotobeeld en kaartin- houd (hier is duidelijk de geograaf aan het woord). De informatie over fotogrammetrie, geodesie, detailkartering en waterpassing is tot een minimum beperkt; de bij behorende illustraties verraden didactische kwaliteit. Het para- graafje over de practisch-karto- grafische uitvoering en reproduc- tie is dermate beknopt, dat m. i. weinigen de essentie van dit ge- compliceerd gebeuren zullen be- grijpen. In het volgend hoofdstuk maken we de gang van topografische kaart naar wereldkaart mee. Kernpunten zijn hierbij de projectieleer en de generalisatie (waarbij de voorbeel- den van resp. Imhof en Pannekoek nog steeds "ijzersterk" blijken). Heiaas is in ddn der illustraties het onderschrift störend döör de tekening gedrukt. De verschillen- de aspecten van het generaliseren (vormvereenvoudiging; selectie; vertekening) worden duidelijk uit- eengezet. Het toepassen van Sym bolen bij afnemende schaal (plaatscirkel i. p. v. plattegrond; bebouwd gebfed als vlaktint i. p. v. los getekende huizen), een zeer achtenswaardige en alom verbreide generalisatiemethode wordt niet genoemd. Of rekent Depuydt dit niet tot de "echte" generalisatie, evenmin als de "vertekening" (ac- centuering) die hij wel behandelt, maar dan los van de generalisatie (naar vorm en aantal) Het hoofdstuk Van kaart tot land- schap is een körte inleiding tot het gebruik van de topografische kaart: orientcren, plaatsbepaling, helling- meting, tekenen van profielen en Studie van nederzettingspatronen. Het laatste hoofdstuk, gewijd aan thematische kartografie, is in feite beperkt tot de behandeling van een aantal kaartvormen. De körte, compacte paragraaf over de beeldtaal vergt het nodige van het voorstellingsvermogen van de gemiddelde leerling. Het Schema van Bertin (beeldveranderlijken versus waarnemingseigenschappen) opgenomen in de bijlage, verleent hierbij hopelijk goede diensten. Het is opmerkelijk dat het verschijn- sel thematische kaart zo sterk van- uit een theoretische invalshoek wordt benaderd. Gezien de voor- gaande hoofdstukken zou men meer informatie over en practisch bezig zijn met bijv. verschillende soorten kaarten en kaartseries verwachten. Toeristenkaarten, autokaarten, zeekaarten, weerkaarten, en ande re soorten worden nauwelijks of in het geheel niet genoemd (in het voorwoord worden juist deze kaart- soorten genoemd als voorbeelden van het sterk toegenomen kaartge- bruik). Ook mist men node een paragraaf of apart hoofdstuk over het verschijnsel "atlas", een be grip dat toch meer inhoudt dan de som van de hier behandelde kaart vormen Afgezien van de eerder genoemde beperkingen en tekortkomingen blijft het boekje van Depuydt van KT 1980. VI. 3 33

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1980 | | pagina 39