van het IXe ICA-congres gehou-
den in 1978 te Maryland. Naast
een aantal formele, bladvullende
bijdragen, zoals de slotrede van
de President en een kort overzicht
van de tentoonstelling, zijn de
artikelen toegespitst op twee
thema's: automatisering en com-
municatie. In de eerste groep
vinden we grotendeels bijdragen
die zijn overgenomen uit de Nach
richten van het I£AG te Frankfurt
am Main (speciaal ICA-congres-
nummer), m. n. van Christ (over
vertekening en generalisatiepro-
blemen), Johannsen (over nauw-
keurigheid van apparatuur),
Weber (over het opzetten van een
databanksysteem) en Wilski (over
programma's voor transforma-
tieberekeningen). Om nog enige
spreiding in auteurs teweeg te
brengen is tenslotte een weinig-
zeggend artikel van Shiryaev op-
genomen. In het tweede gedeelte
vindt men bijdragen van Bonin
(een stukje grafische communi-
catieleer met fraaie voorbeelden),
Castner (over de doel Stellingen
van de ICA commissie Kartogra-
fische Communicatie), Ormeling
(over de 100-jarige Bosatlas) en
Ogrissek (over de rol van het ge-
heugen bij kaartlezen en kaart-
analyse).
Het XEXe deel wordt besloten met
een necrologie van de Portugese
historisch-kartografische groot-
heid Armando Corte§ao en enkele
boekbesprekingen (niet alle even
relevant). De laatste acht pagina's
zijn gevuld met advertenties. Met
deze keuze van artikelen van wis
selende kwaliteit is dan weer een
kartografisch jaar afgesloten.
Voor wie algemeen georienteerd
is en wil blijven biedt Band XIX
de nodige stof in een fraaie en
lang houdbare omhulling (losse
papers worden immers snel weg-
gegooid). Het zeer grote aantal
spellingsfouten, met name in de
engelse teksten, was voor de
recensent een wäre ergenis (op
de eerste bladzijde van het eerste
artikel telde ik er al minstens 4).
Verder viel ook een aantal slor-
digheden in de lay-out en vorm-
geving te bespeuren (inkonsekwen-
te toepassing van kopjes, sterke
wisselingen in interlinie) die
hopelijk in de volgende delen geen
regel gaan worden.
P. W. Geudeke
M. BÖHM, der lachende
grenzstein.
Heiteres und Kurioses Uber Ver
messung und Landkarten und
Randgebiete, Selbstverlag Dipl. -
Ing. Martin Böhm, Stanleystrasse
11, Wiesbaden, 1980. 20.7 x 29.6
cm, 64 pp. Prijs DM 14,
verzendkosten, te bestellen bij de
auteur.
De schrijver heeft de verzamel-
woede van grapjes, Cartoons, e.d.
uit zijn jeugd later voortgezet op
zijn eigen vakgebied. Als voor-
lichter van het FIG congres in 1971
verluchtte Böhm enkele congres-
berichten met vakkarikaturen,
hetgeen veel bijval vond. Bij het
100-jarig bestaan van het
"Kadasteramt" Höchst in 1976
werden in de speciale herdenkings-
uitgave naast de geschiedkundige
artikelen en vakartikelen ook 13
bladzijden met de door Böhm ver-
zamelde grapjes opgenomen. Op
aandringen van anderen werd tot
publicatie in de vorm van dit
boekje overgegaan; het bevat 177
Cartoons, gedichten, kranten-
knipsels, grapjes, puzzles, e.d.
Ze zijn ingedeeld in 14 hoofdstuk-
jes met o. a. als onderwerpen
landmeters, kadaster, planning,
kaarten, automatisering, ambtena-
ren. Het is een bonte mengeling
geworden van (soms) wat flauwe
grapjes tot erg goede Cartoons.
Enkele oude bekenden werden
aangetroffen zoals: de 10 geboden
van de landmeter met fraaie teke-
ningen, en het schoolopstel uit
Canada "What is a Sirvayor?".
Op het gebied van kaarten o. m.
een kikker die het weerbericht
voor de TV bespreekt en de be-
kende graaf Bobby uit Wenen die
in een boekhandel om een globe
van Wenen en omgeving vraagt.
Het onderwerp planning, bouwen
en wonen verwijst naar onze inge-
wikkelde structuren waar duidelijk
zaken wel eens totaal verkeerd
lopen. De samensteller houdt
zieh aanbevolen voor aanvullingen,
zodat misschien nog eens een ver-
volg kan worden uitgegeven.
AI met al een boekje om af en
toe eens ter hand te nemen en door
te kijken en wat te lachen over ons
zelf en de situaties in ons vak en
aanliggende gebieden.
In onze welvaartsstaat weten we
soms niet wat we vrienden of ken-
nissen bij bepaalde gelegenheden
moeten geven. "Der lachende
Grenzstein" lost dit probleem op.
A.J. Kers
Verslag van de Rijkscommissie
voor Geodesie over haar werk-
zaamheden in de jaren 1976/1978.
's-Gravenhage, Ministerie van
Onderwijs en Wetenschappen,
1980. 39 p.
Naast een uitvoerige opsomming
van allerlei commissies, congres-
sen, rapporten, vergaderingen,
voordrachten e. d. geeft dit ver
slag een aardig overzicht van de
stand van zaken en de ontwikke-
lingen binnen de geodesie, zowel
op nationaal als internationaal
niveau. Tevens zijn opgenomen
körte verslagen van de werkzaam-
heden van o. a. de Hydrografische
Dienst en de Topografische Dienst,
beiden ambsthalve leden van de
Rijkscommissie. (De Rijkscom
missie is ondergebracht bij de
afdeling Geodesie, Thijsseweg 11
Delft).
W. van den Dries
G. Staal en R. P. G. A. Voskuil
Een ogenblik op bezet Nederland.
Luchtfoto's van de Geallieerden.
Wageningen, Landbouwhogeschool,
1980. 96 p. ill.
Dit boekje (met als ondertitel:
Hoe de geallieerden luchtfoto's
maakten en gebruikten en wat wij
er nu mee doen) was bedoeld als
gids van een tentoonstelling in
Wageningen in mei 1980, 35 jaar
na de capitulatie door de duitsers.
Het boekje bevat een groot aantal,
vaak unieke, luchtfoto's van mili-
taire doelen, gevechten, bombar-
dementen, inundaties, verdedi-
gingswerken, e. d. steeds met
een körte heldere toelichting.
Tussen de foto's is tekst over het
"hoe" en "waarom" van deze
luchtfoto's (waarbij de schrijvers
ver in de tijd terug gaan), en de
rol van de foto's in en na de
Tweede Wereldoorlog. Veel lucht
foto's zijn bewaard gebleven en
worden nu (behalve voor krijgs-
geschiedkundige studies) gebruikt
voor bodemkundig, geomorfolo-
gisch en historisch-geografisch
onderzoek. Fen somber boekje,
KT 1980. VI. 3
35