Pieter van den Keere, een goochelaar met koperplaten G.G. Schilder Pieter van den Keere (Petrus Kaerius), 1571 - ca. 1646, is ään van de meest gepro fileerde persoonlijk- heden gedurende de Gouden Eeuw van de Nederlandse kartografie. Hij is een van de belangrijke vertegen- woordigers van de groep van befaamde kartografen, graveurs en uitgevers, die een beslissende invloed op de ontwikkeling van de kartografie in Amsterdam uitoefenden en op dit gebied deze stad een leidende internationale positie bezorgde. Aan het leven en werk van Pieter van den Keere werd kort geleden een omvangrijke Studie gewijd (1). In dit artikel wil ik er gaarne nader op ingaan hoe Van der Keere bij de samenstelling van het in zijn Germania Inferior gebruikte kaartmateriaal te werk ging. Het Germania Inferior Zoals bekend kreeg Van den Keere bijzondere ver- -maardheid door de publikatie van het Germania Inferior in 1617, dat als eerste nationale atlas van de Lage Landen wordt beschouwd (fig. 1) (2). De tekst was geschreven door Pieter van den Bergh (Petrus Montanus), die evenals Van den Keere uit Gent afkomstig was. In het voorwoord van het Germania Inferior geeft Montanus over de inhoud van de atlas de volgende toelichting: 'waarin U zult zien een exacte, komplete en duidelijke beschrij- ving.van alle provincies van Nederland, verrijkt met een aantal mooie kaarten, bewerkt en herzien door de zeer bekwame graveur Petrus Kaerius'. Deze door Van den Keere gebruikte kaarten zijn echter niet gebaseerd op een nieuwe kartering,maar zijn kopieen van bestaande kaarten. De waarde van deze provinciekaarten ligt daarom niet in de origi- naliteit van hun geografische inhoud, maar in de uiterst succesvolle combinatie van een buitengewone graveerstijl met de uniforme presentatie van stads- gezichten en de voor elke provincie karakteristieke kostuum figuren De atlas was eind 1616 voltooid en in januari van het nieuwe jaar bood Van den Keere de Staten-Generaal een dedicatie-exemplaar aan. Deze besloten in een op 24 januari 1617 genomen resolutie: 'Is Petro Kerio plaetsnyder ende drucker tot Amstelredam toegeleet hondert ende vyftich guldens eensvoor dat hy haere Ho:Mo: gedediceert ende gepresenteert heeft seecker bouck geintituleert Petry Kaery Germani Inferior id est XVII Provinciarum1617, welck bouck hare Ho:Mo: hebben geaccepteert' (3). Deze in verhouding zeer hoge beloning bewijst dat de Staten-Generaal met de publikatie van deze atlas bijzonder ingenomen waren. In 1622 verscheen een tweede Latijnse editie. De tekst werd opnieuw gezet, maar de kaarten bleven, op ddn uitzondering na, ongewijzigd. In hetzelfde jaar verscheen ook een Franse editie van de atlas, waarvan de tekst eveneens door Petrus Montanus was samen- gesteld. Het verdere lot van de koperplaten van het Germania Inferior is ons bekend. In een in 1623 opgemaakte in- ventaris van Van den Keere's koperplaten leest men: het kaartboeck van de Nederlandtsche Provin- cien begrijpende 24 stucx plaeten, yder gevonden op 30 gld. (4) Deze koperplaten werden door Claes Jansz. Visscher opgekocht, die enkele van de kaarten afzonderlijk op nieuw uitgaf, maar ze ook voor de compilatie van zijn in 1634 uitgegeven kaartboek Belgium sive Ger mania Inferior gebruikte (5). De koperplaten Van de in zijn geheel uit vierentwintig kaarten be staande atlas konden in de afgelopen jaren vijf van de oorspronkelijke koperplaten worden achterhaald, die Van den Keere bij het samenstellen van zijn atlas gebruikte. Door de identificatie van deze vijf koper platen blijkt dat Van den Keere een uitstekende com- pilator was, een wäre goochelaar met koperplaten. Door zijn bekwame hand gelukte het hem de door hem aangekochte oude koperplaten zodanig te veranderen, dat ze met de andere in zijn atlas opgenomen kaarten een uniforme kaartenset vormden. Zoals reeds boven werd aangestipt heeft men bij Van den Keere's atlas niet te maken met het verwerken van nieuw karte- ringsmateriaal, maar de compilator greep op reeds bestaand kaartmateriaal terug. Hierbij werden veelal bestaande atlaskaarten (Ortelius en Mercator-Hondius) gekopieerd, zoals bijv. bij de kaarten van Limburg, Luxemburg, Oost-Viaanderen, Artois, Henegouwen, Namen, tot uitdrukking komt. Maar het graveren van nieuwe koperplaten kostte tijd en geld, zodat Van den Keere er niet voor terugschrok reeds bestaande oude koperplaten (deels door anderen gegraveerd) te ge- bruiken, om op deze manier vlugger zijn doel te be- reiken. Hierbij ondergingen deze oude koperplaten soms een grondige verandering en soms nam Van den Keere genoegen met geringe veranderingen resp. toe- voegingen. Wij zullen nu deze vijf oude door Van den Keere gebruikte koperplaten bespreken, waarbij de illustraties een duidelijke taal spreken, zodat de toe lichting kort kan worden gehouden. Kaart van Friesland Als goochelaar met koperplaten levert Van den Keere 18 KT 1980. VI. 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1980 | | pagina 20