Facsimile-kaarten
A.H. Sij mons
Het vervaardigen en uitgeven van facsimile's van
zeldzame en belangrijke kaarten en atlassen is voor-
al in de laatste decennia op spectaculaire wijze toe-
genomen. Dit is in de eerste plaats bevorderd door
de sterk verbeterde technische mogelijkheden tot
reproduktie, doch niet minder door de snel stijgende
behoefte aan dergelijke kaarten, zowel voor weten-
schappelijke als praktische doeleinden, terwijl ook
bij een groter publiek veel belangstelling voor deze
Produkten ontstond (belangstelling voor plaatselijke
en regionale geschiedenis, wandversiering).
Hoewel men de vervaardiging van kaartfacsimile's
in zekere zin kan beschouwen als een onderdeel van
het gehele gebied der grafische produktie bezit deze
speciale vorm met name voor kartografen vele inte
ressante aspekten. Met enkele van deze aspekten
houdt dit artikel zieh bezig, zonder daarbij volledig-
heid te pretenderen.
Weinig literatuur
Er is over kaartfacsimile's betrekkelijk weinig ge-
schreven, merkwaardig genoeg wanneer men de
enorme produktie der laatste tientallen jaren in aan-
merking neemt. In 1964 schreef Koeman een kort ar
tikel in Imago Mundi (1) dat veel, vooral bibliografi-
sche informatie bevat. Verder is er een artikel van
Ena L.Yonge (1963) (2), terwijl Ristow in 1960 een
"List of facsimiles of rare historical maps available
for sale" (3) samenstelde, die reeds bij verschijnen
niet compleet was en die thans nodig aangevuld en
herdrukt zou moeten worden. In Ristow's bijdrage
aan Five centuries of map printing (4) komt een inte
ressante passage voor over het vroege werk van De
Santarem en Jomard met betrekking tot facsimile-
atlassen. Hoewel er vrij veel literatuur bestaat over
kaartproduktietechnieken is de oogst op het speeifieke
terrein der facsimilereproduktie schraal te noemen.
Wat zijn facsimile's en waaraan moeten
ze voldoen
De vraag: Wanneer begon de produktie van facsimile-
kaarten? kan eigenlijk eerst worden beantwoord wan
neer vaststaat wat men onder een facsimile-kaart
moet verstaan. Niet alle afbeeldingen van kaarten zijn
nl. facsimile's. Min of meer sterk verkleinde repro-
dukties van kaarten ter illustratie van boeken en plaat-
werken zijn geen facsimile's omdat zij niet voldoen
aan ään der belangrijkste eisen voor een facsimile-
kaart nl. die van het hebben van dezelfde afmetingen
als het origineel. Hierdoor is meestal ook de geogra-
fische inhoud van zulke verkleinde kaart-afbeeldingen
niet meer leesbaar, waardoor de hoofdvormen nog
wel herkenbaar zijn doch de afbeelding voor detail-
studie onbruikbaar is.
Volgens Van Dale is een faesimileeen nauwkeurige
nabootsing, reproduktie, in 't bijz. van handtekenin-
gen, handschriften, prenten enz. (5).
Met betrekking tot kaart-faesimile's laat deze defini-
tie echter allerlei vragen onbeantwoord. Neemt men
nl. het begrip "faesimile" zeer strikt en stelt men
het gelijk met "identiek", dan zouden eigenlijk alle
nabootsingen uit het pre-fotografische tijdperk er-
buiten moeten vallen, immers "identiek" veronder-
stelt gelijkheid tot in alle onderdelen, en dat kunnen
o.m. nabootsingen van kaarten die door middel van
natekenen, nagraveren, overtrekken enz. ontstonden
natuurlijk nooit zijn geweest, hoe nauwkeurig men
dit ook trachtte te doen (fig. 1). Er kunnen namen zijn
vergeten of fout gespeld, geografische details wegge-
laten of vertekend, kortom, het is onmogelijk om met
tussenkomst van 's mensen oog en hand een werkelijk
identiek faesimile te maken. Als illustratie hiervoor
möge een fragment van de Tabula Peutingeriana die
nen, dat reeds in 1598 door Ortelius naar het origi
neel werd gekopieerd en sindsdien nog ettelijke malen
vddrdat de eerste fotografische reproduktie werd ge-
maakt (fig. 2). Niettemin is in de pre-fotografische
Periode met de toen beschikbare middelen vaak hoogst
verdienstelijk werk gedaanvele kaarten waarvan de
originelen verloren zijn gegaan kennen we thans nog
slechts uit zulke kopieen. Bij zonder verdienstelijk
hebben zieh hierbij gemaakt de reeds genoemde De
Santarem en Jomard en voorts NordenskioVld en
Konrad Miller. Toch moeten we met Koeman instem-
men wanneer hij opmerkt dat "tot aan de toepassing
der fotografie (ca. 1880) de betrouwbaarheid (der
facsimile's) twijfelachtig bleek"(7). Eerst de toepas
sing der fotografie maakte een identieke weergave der
objecten mogelijk. Men spreekt mibij \o6r-foto
grafische nabootsingen dan ook beter van "kopieen"
of "nabootsingen" (hoe verdienstelijk die ook kunnen
zijn) en reservere de term "faesimile" voor längs
fotografische weg ontstane reproduktieshoewel deze
onder omstandigheden soms zeer inferieur van kwali-
teit kunnen zijn
Aan welke voorwaarden dient nu een "echt" faesimile
te voldoen
Als voomaamste eisen kunnen wij noemen:
1. het dient exaet dezelfde afmetingen te hebben als
het origineel;
2. het dient alle details van het origineel, ook de ge
ringste, weer te geven;
3het dient geen toevoegingen te bevatten die niet op
het origineel voorkomen;
30
KT 1980. VI. 4