W/ßji
litrfkrht °lfi
JLAfb-y |P»'
Mkcriffl
a vbtc -iX
de optiek van de repro-technicus, in twee groepen
uiteen, nl. die welke kunnen worden gereproduceerd
via een lijn-opname en die waarvoor een gerasterde
opname nodig is. Als vuistregel kan men hanteren
dat voor kaarten in houtsnede of in kopergravure in
principe lijn-opnamen en dus ook reprodukties in lijn-
techniek vereist zijn. Bij handschriftkaarten hangt
dit af van de vraag of het origineel uitsluitend in lijn
is uitgevoerd (bijv. met de pen getekend) dan wel of
de kaart "gewassen" elementen bevat, hetzij in zwart
of kleur. In het eerste geval is een lijnreproduktie
aangewezen, in het tweede een gerasterde reproduktie.
Jammer genoeg ziet men echter dikwijls een gegra-
veerde kaart gereproduceerd in rastertechniek. Deze
"oneigenlijke" d.i. niet met het lineaire karakter van
de gravure strokende facsimile's hebben twee grote
nadelen. Ten eerste worden de lijnen en dus ook het
schritt door de rastering opgelost in puntenreeksen
die in de reproduktie de lijnen onscherp en met name
het kleinere schritt moeilijk leesbaar of zelfs onlees-
baar kunnen maken (fig. 3). Ten tweede is in de ge-
deelten welke in het origineel onbedrukt en dus zuiver
wit zijn, in de raster-reproduktie een meer of minder
sterke grijze toon te zien, welke aan de reproduktie
veel van haar scherpte en helderheid ontneemt.
Niet altijd kan dit de uitgever en/of drukker van fac
simile's verweten worden. Hij is in sterke mate af-
hankelijk van zijn uitgangsmateriaal. De ideale toe-
stand is die waarbij hij voor de reproduktie kan be-
schikken over een goed, diep zwart en scherp gedrukt
en niet verontreinigd origineel. In veel gevallen moet
hij echter met minder toe, nl. daar waar hij geen
rechtstreekse toegang tot het origineel heeft (bijv.
een unicum dat niet uitgeleend mag worden) en moet
werken met door de beherende instantie verstrekt
fotomateriaal dat soms van niet-optimale kwaliteit
is en in elk geval ddn fase meer betekent vergeleken
met een rechtstreekse opname met een voor dit doel
speciaal geconstrueerde reproduktie-camera. Bevindt
reeds het origineel zieh in min of meer siechte of
beschadigde toestand, dan is natuurlijk geen "mooi"
faesimile te verwachten en dienen pogingen om dit
door retouche e.d. te "verfraaien" zelfs met reserve
beschouwd te worden. Ook de vroeger nogal eens ge-
dane pogingen om ontbrekende gedeelten te "recon-
strueren" zijn vaak hachelijke ondememingen geble-
ken.
Indien een in hout gesneden of in koper gegraveerd
origineel monochroom (zwart-wit) gefacsimileerd
moet worden is een eveneens monochroom (onge-
kleurd) origineel verreweg te verkiezen. Is dit niet
beschikbaar dan kunnen uit een gekleurd origineel
de kleuren, door kleurfilter-opnamen worden uitge-
ülterd, waaraa tenslotte een zuivere zwart-wit op
name overblijft (fig. 4). Bij het maken van een kleu-
ren-facsimile van een gekleurde houtsnede of koper
gravure Staat men voor het probleem dat de lineaire
elementen (lijnen en schritt) bij de gerasterde kleur-
scheidings-opnamen eveneens meegerasterd worden
(tenzij men de kleurvlakken niet via de camera doch
door maskering maakt, doch dit kan alleen bij homo
gene, dus niet-continu genuaneeerde kleurvlakken).
Dit levert vaak Problemen op, doordat bij de kleur-
scheidingsopnamen de lijnelementen en het schrift
ook in de opnamen voor iedere afzonderlijke kleur
blijven voorkomen. Bij het over elkaar afdrukken van
[L- ^s^Ucldkn
Outuyc)
*rcrr
WcnbZrj7l'vc3l%
Fig. 4.
Fragment uit een facsimile-uitgave van Homhovius'
kaart van de provincie Utrecht (1599). Naar een ge
kleurd origineel in het Geografisch Instituut der
Universiteit Utrecht. De kleuren zijn door uitfiltering
geelimineerd, zodat de reproduktie in zwart-wit kon
geschieden. (Alphena.d. Rijn, Canaletto, 1974).
Fig. 5.
Sterk vergroot fragment uit een facsimile-plattegrond
van Brüssel. De rood-, blauw- en zwartplaat hebben
in de druk niet "geregisterd" en hierdoor zijn naast
de zwarte letters en lijnen tevens in rasterpunt ge
deelten van deze letters en lijnen in de rood-, resp.
blauwplaat te zien, waardoor het lijn- en schriftbeeld
verwaast en een "neon"-effect ontstaan. (Uit Melville
C.Branch, Comparative Urban Design, New York/
Los Angelas, Arno Press and Univ. of Southern
California Press, 1978, een overigens schitterende
facsimile-uitgave van 19e-eeuwse stadsplattegronden,
oorspronkelijk uitgegeven als staalgravures door de
Society for the Diffusion of useful knowledge).
KT 1980. VI. 4
33