'Ti'P
I
,ho.7/.£
-
in het veldboek van een geoloog is niet primitief maar
vereist wel uitwerking aan de hand van marginale no-
tities. Hetzelfde geldt voor tal van landmeters-klad-
kaarten. Zij moeten vertaald worden en begrepen aan
de hand van notities op en bij de kaart.
Een tweede aspect, dat bij de interpretatie van kaar-
ten herhaaldelijk blijkt en tot grote voorzichtigheid
moet manen, is het veelvuldig gebruik, dat landmeters
maakten van ouder en verouderd kaartmateriaal. Zij
kopieerden overzichtskaarten en brachten daarop voor
hun doel belangrijke details up-to-date aan, of stelden
overzichtskaarten samen uit meer of minder betrouw-
baar, meer ofminder oud basismateriaal.
Bijvoorbeeld: een kaart, die een landmeter-kartograaf
met jaartal dateerde, kan in zijn totaliteit een kaart-
beeld weergeven van vijftig of meer jaren ouder, ter-
wijl alleen het gedeelte, dat hij nauwkeurig heeft her-
meten en bedoelde te belichten, de reele situatie weer-
geeft. Een jaartal op een kaart is lang niet altijd een
garantie, dat het totale kaartbeeld beantwoord aan de
werkelijke situatie van dat jaar.
Het is daarom voor de reconstructie en beschrijving
van ontwikkelingen nodig zoveel mogelijk kaarten van
een gebied in volgorde van datering te vergelijken en
in samenhang met rapporten te bestuderen, om een
juiste datering van de kaartgegevens en de eventuele
afhankelijkheid van ouder kaartmateriaal bij de kaart-
tekenaars, dan wel hun onafhankelijke nieuwe karte
ringen te kunnen vaststellen.
De genoemde werkmethode van landmeters en karto-
grafen kwam vooral voor in de kustgebieden, waar
gedeelten siecht bereikbaar waren en veranderingen
zieh daarentegen sneller voordeden dan in het bin-
nenland. Waar bijvoorbeeld van Marsdiep en Vlie in
verband met de scheepvaart veranderingen van kus-
ten, toegangsgeulen, banken en betonning vrij nauw
keurig en herhaald in opeenvolgende kaarten zijn
vastgelegd, bleef het kartografisch beeld van Eier
land en Vlieland op dezelfde kaarten eeuwenlang na-
genoeg ongewijzigd, omdat geen enkel belang met
een juiste kartering werd gediend. Veranderingen
daar zijn slechts door bestudering van rapporten
en incidentele detailkaarten te volgen. De misvat-
tingen, die hiervan het gevolg waren, hebben de
interpretatie van de kustontwikkeling en de beschrij-
vingen daarvan tot vandaag de dag achtervolgd en
misleid.
Eerst zorgvuldige bestudering van opeenvolgende
rapporten, metingen en lodingen, detailkaarten en
landmetersschetsen, en een reconstructie uitgaande
van vaste, herkenbare punten op de huidige topo-
grafische kaart, geven de mogelijkheid het ontwikke-
lingsproces te volgen en te begrijpen.
Als voorbeelden, ontleend aan karte ringen van het
noordwestelijke Nederlandse kustgebied, maar die
ook kunnen gelden voor de werkwijze van kaart-
tekenaars in andere gebieden, kunnen de volgende
kaarten dienen:
1. Landmetersschets met aantekeningen door Gerrit
Hengeveld in een notitieboekje (15 x 10 cm), in
1679 te Wimmenum genoteerd. Metingen zijn ge-
daan vanaf een hoog binnenduin naar omringende
kerktorens met bepaling van de hoeken tussen de
peilingen. Oorspr. RAH. Arch. Bergen nr 159
(overgebr.n. G.A. Alkmaar), beschr. Schoorl 1968,
pp.128-136.
/Gl/*/. lOA-e/bA-O«
a- - uUj,'. 1
TyJ. v<wf
fol WÄi/cl. f2Lc/
t IM i.y ...1 3 I V-.Gl
r )r 0-xl
f>UA. /.vßfcriL
ajrf OrwJitiCjL etw
Uttjf.y**
JtL I
tcLjcb
hfi-
tjjc
&-/L v-r /(JtitjLA fn«- ii 1 «^r(4>w i
06 4™ - r-
S fy+*hr ha)ojaTlCJ 'f r#- CLX*
r - P^rfc.
tz*» ['roLjA. vV- jutxL
w iW w f J -
'W— /v^t j
t
jrw «i (»t-n v» r
Lii'ta V»*1 >vl a n/V. Ol S C I
L-ijO.
C'Cr< (^<1
M.1. cX,
o.
Ivv f.
V c
40
KT 1980. VI. 4