het Franse "Bulletin", een 3-maandelijkse uitgave van het "Comitd Franpais de Carto- graphie", Parijs, of van de Canadese "Cartographica" uit- gegeven door de Universiteit van Toronto) Voor wat betreft dit laatste heeft het NVK bestuur gemeend dat Nederlandse instellingen en dien- sten over voldoende goede buiten- landse tijdschriften beschikken en dat leden ook via de bestaande bibliotheken gemakkelijk toegang hebben tot die tijdschriften. Het bestuur heeft daarom aan het ICA bestuur voorgesteld het voor Nederland bestemde exemplaar van "Cartographica" voortaan te zenden aan de Geografische Afde- ling van de Gadjah Mada Universi teit te Yogyakarta (Indonesia). Aan dit instituut gaat men de kar- tografische component in de geo- grafie opleiding versterken (o.a. met behulp van Nederland). Zoals inmeerdere ontwikkelings- landen is de hoeveelheid vak- literatuur beperkt en het leek het NVK bestuur elegant dit gebaar te maken. A. J. Kers HET WERK VAN DE UNGEGN In 1967 werd door de United Nations een zogenaamde Group of Experts ingesteld met als taak om coördinerend en stimulerend bezig te zijn op het gebied van de stan- daardisatie van aardrijkskundige namen. Tijdens de laatste ICA conferentie (Tokyo, 1980) bleek dat veel kar- tografen siecht op de hoogte zijn van de aktiviteiten van deze United Nations Group of Experts on Geographical Names (UNGEGN). Daarom besloot het bestuur van de ICA om de voorzitter van deze werkgroep, de Oostenrijkse pro- fessor Breu, te verzoeken een informatie-bulletin over het werk van de UNGEGN samen te stellen ter verspreiding onder de ICA lid-landen. Dit bulletin is onlangs gereed gekomen en gratis verkrijg- baar bij de sekretaris van de NVK, Sterkenburgerlaan 32, 3941 BD Doom. P.W. Geudeke INSTELLING COMMISSIE TITELBESCHRIJVING KARTO- GRAFISCHE DOCUMENTEN Met het oog op de openlegging van bibliografische bestanden op intemationaal niveau heeft de Federatie Organisatie Bibliotheek- Inform atie-Documentatiewezen (Fobid) al enige tijd aktiviteiten ontwikkeld om te komen tot regels voor titelbesehrijving zoals die zijn vastgesteld in de General International Standard Biblio graphie Description. Inmiddels zijn al enkele regels o.a. voor seriele en niet-seriele materia- len versehenen. Hoewel ook reeds een speeifiek werk voor karto- grafische documenten in het jaar 1977 versehenen is, te weten de International Standard Bibliogra phie Description for Cartographic Materials, uitgegeven door de International Federation of Library Associations, kwamen Nederlandse initiatieven eerst in het jaar 1979 goed op gang. Dat leidde tot de instelling van de Commissie Titelbesehrijving Kartografische Documenten. Aanvankelijk was het moeilijk ge- gadigden te vinden voor de bezet- ting van de commissie, doch in de loop van het jaar 1980 kreeg de commissie geleidelijk gestalte zodat nu kan worden gemeld dat het karwei is aangevangen. Het doel van deze commissie is om de voomoemde, in intema tionaal verband vastgelegde regels voor kartografische documenten te vertalen naar Nederlandse omstandigheden op een zodanige wijze dat deze door een brede kring van kaartbeheerders zal worden geaeeepteerd. Het ligt in de bedoeling om na een eerste afronding van het ont- werp, dit in een brede kring ter beoordeling voor te leggen om mogelijk nog Verbeteringen aan te brengen. Dit zal naar wordt verwacht over ca. een jaar kunnen geschieden. Na de evaluatie van het ontwerp zal de uitgave van de definitieve uitvoering in de loop van het jaar 1982 kunnen geschie den. Contactadres: A. Timmerman (voorzitter), Topografische Dienst, Delft. AUTOMATISERING EN GENERA- LISATIE, EEN REAKTIE Hierbij neem ik de vrijheid te reageren op de bijdrage van W. J. v. d. Craats in het Kartogra- fisch Tijdschrift 1980-VI-3 over het automatisch generaliseren van digitale gegevens met behulp van tekenprogramma's. Bij het aan- duiden van de te verwachten generalis atieproblemen wordt slechts gesproken over vereen- voudiging met behoud van de lijn- karakteristiek. Andere wezenlijke generalisatiefacetten zoals selek- tie, verplaatsing, samenvoeging, ruimtelijke relaties, overlapping, overdrijving, etc. komen niet aan de orde. Bij een dergelijke beper- king van het onderwerp dekt de titel niet de inhoud, bovendien werd niet nader aangeduid tegen- over welke soort generalisatie de 'strukturele' generalisatie moet worden geplaatst. In zijn probleem Stelling maakt de heer v.d. Craats onderscheid Ris sen vorm en karakter van lijnele- menten, zonder dit onderscheid nader uit te werken. Had hij dit wel gedaan, dan zou hij hebben kunnen ontdekken dat het karakter van een lijn wordt bepaald door de vorm van die lijn. Dan was hij met het eigenlijke probleem van lijngeneralisatie gekonfronteerd: het analyseren van wat nu precies het karakter van een lijn veroor- zaakt. Dat is zeker niet alleen de mate van detail in een lijn, maar bijvoorbeeld ook de wijze waarop homogene lijnstukken met elkaar zijn verbonden. Hoe komt het dat niet werd ont- dekt dat van een foutieve probleem- stelling werd uitgegaan? Wanneer men wil aantonen dat een vereen- voudigingsmethode van kustlijnen aan zekere eisen zal voldoen, dient men een aantal mogelijkheden tot verifikatie in te bouwen. Laat men dit achterwege, dan bestaat er geen mogelijkheid de methode te toetsen. Teneinde een generalisa tie op zijn waarde te kunnen schat ten dient men tenminste over de twee volgende elementen te kunnen beschikken 1. Een model van het gegenerali- seerde gegeven op ongeveer vier maal grotere schaal. 2Voorbeelden van verschillende karakteristieken van het ge- generaliseerde gegeven. KT 1981. VR.l 13

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1981 | | pagina 15