ISLEJDF SKYE 20 30 '10 20 CUMBERLAND 1 f N V WESTMORLAND 30' 40' LINCOLN ICHESHIRE NOTTINGHAM CAERNARVON 50 SHROPSHIRE NORFOLK 40 WORCESTER 50' ESSEX 60' "P C. LONDON SOMERSET 80- IE VON ENGLISH CHANNEL Fig. 4 Het algemene, of nationale perceptie- oppervlak deel, bij de verwerking van de mental maps van Utrecht. Bei'nvloeding van de mental maps Een individu is bij het tekenen van een mental map aan zekere invloeden onderhevig. Hierbij speien de achtergrond van het individu in kwestie en de herken- baarheid van de objecten een rol. Wat betreft de achtergrond kunnen genoemd worden: levensloop, maatschappelijke en culturele invloeden, sociale positie, mobiliteit en dergelijke. Bij de herkenbaar- heid van de objecten speien vorm, kleur en orde van en de vertrouwdheid met die objecten een rol. Uit onderzoek (Garst, 1976) blijkt dat mensen uit een zelfde milieu ongeveer dezelfde 'kennis' hebben van de omgeving. Binnen deze milieus speelt nog de moeilijkheid die een individu kan hebben bij het over- brengen van de gegevens van een mental map uit de gedachte naar het papier. Ook het geheugen van een individu kan meespelen. Hierbij komt nog dat veel gegevens voor het eerst worden samengevoegd bij het tekenen van een mental map. Verder moet er op gewezen worden dat wanneer men een bepaalde bekende omgeving moet tekenen er bij het verwerken van de mentale gegevens sprake kan zijn van een routinegedrag, wat leidt tot tunnel-visie. Dat wil zeggen dat bepaalde objecten niet worden op- gemerkt/getekend omdat deze zo vanzelfsprekend zijn (Gould White, 1974). Tegenover deze tunnel- visie Staat een kunstmatig gekweekte visie op de omgeving, dit onder andere door televisie, boeken, tijdschriften (bijvoorbeeld National Geographie) en niet in de laatste plaats kaarten. Mogelij kheden met mental maps Ondanks de beihvloeding door milieu en massamedia kunnen de mental maps bij vele takken van wetenschap behulpzaam zijn. Zo kunnen ze voor een deel het menselijk gedrag verklaren, wat voor Psychologen en sociologen nuttig kan zijn. Voor geografen en plano- logen is de toenemende kennis over de mens-omgeving- relatie van groot belang. Mental maps kunnen behulp zaam zijn bij onderzoek naar de waarneming van en naar de waardering voor die omgeving door de mens. Een toepassing is bijvoorbeeld het verklaren van migratiebewegingen, onder andere door de methode ontwikkeld door Gould White (1974, residential desirability). Uit mental maps kunnen kartografen informatie halen over objecten die bij een kartering speciale aandacht verdienen. Verder kunnen ze leiden tot een evaluatie van het kaartlezen door de kaart- gebruikers. Als praktisch voorbeeld van het nut van de mental maps möge Nottingham, England dienen. Men wilde in deze stad nieuwe buurthuizen oprichten en daarbij de bevolking inspraak geven. Hiertoe werden platte- gronden van Nottingham verstrekt waarop men de grens van de wijk aan moest geven waartoe de onder- vraagde vond dat hij/zij behoorde. Het resultaat van dit onderzoek geeft, na het combineren van alle persoonlijke kaarten, voor wat betreft de wijkgrenzen duidelijk een afwijkend beeld van de bestaande admi- nistratieve wijkgrenzen. Naar aanleiding van het al- dus verkregen beeld van wijken zijn de buurthuizen geplaatst. Naar men zegt funetioneren de buurthuizen beter dan voorheen. Kritische geluiden Na deze theoretische beschouwing moeten we zeker enige kritische geluiden betreffende de mental maps laten hören. Het al dan niet kaart zijn van een men tal map is hiervoor al besproken. Toch zijn er nog vele vragen te stellen (Graham, 1976) zoals: Hoe verkrijg je een mental map? Hoeveel heb je er en waar bewaar je ze? Wanneer je ergens geweest bent, heb je dan meteen een mental map van de omgeving? Moet je er überhaupt wel geweest zijn om een mental map te krijgen? Zo zijn er nog wel andere vragen te stellen en vele van die vragen moeten onbeantwoord blijven. De meeste vragen hebben dan ook betrekking op de Psychologie van de mens. Wanneer mental maps bij onderzoek worden toege- past blijft de vraag wat de waarde is van het mental mapping proces (Graham, 1976). Het blijkt namelijk dat wanneer een individu op tijdstip B een mental map tekent deze verschillend is van een op tijdstip A ge- tekende. Men moet er dus rekening mee houden dat het bij het tekenen van een mental map gaat om cen momentopname van de pereeptie van het individu van KT 1981. VII. 1 19

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1981 | | pagina 21