In de door groep 1 en groep 2 getekende mental maps overheersen soms bepaalde elementen (punten, lijnen of vlakken). Wanneer we de derde indeling toepassen blijkt dat de verhouding punten lijnen ongeveer 1 1 is bij groep 1, terwijl dit bij groep 2 circa 1 2 is. Het lijnenpatroon overheerst bij deze laatste groep. Dit hangt samen met de verschillen in mobiliteit van de beide groepen binnen de stad Utrecht. In de men tal maps van groep 1 overheerst de woon-universi- teit-route, terwijl bij groep 2 het algemene beeld van Utrecht meer naar voren komt. Hieruit volgt dat groep 2 mobieler is, dat wil zeggen mobieler binnen de Utrechtse ruimte. Bij beide groepen valt op dat er naast de woon-universiteit-route en het algemene stadspatroon nog een derde type stadsbeeld te onder- scheiden is, dat van een bepaald gedeelte van Utrecht (vermoedelijk de woonomgeving) Tussen groep 1 en groep 2 zijn geen grote verschillen te ontdekken, die betrekking hebben op de achtergrond van de Studenten, welke de uitkomst van het onder- zoek emstig zouden beiiivloeden. Voor alle Studenten geldt dat de persoonlijke levensloop verschillend is. Van beide groepen kan gezegd worden dat ze in het zelfde milieu, het 'studentenmilieu' verkeren. -De kans op verstoring door moeilijkheden bij het over- brengen van de gegevens van de gedachte naar het papier en de kans op een 'siecht' geheugen moet bij beide groepen even groot geacht worden. Conclusie Het hierboven genoemde onderzoek met behulp van mental maps is ään van de toepassingen van deze mental maps. De toepassingen kunnen zowel theo retisch als praktisch zijn en de niet onderzochte kanten van dit onderwerp zijn legio. Voor de kartografie geldt dat de mental maps, naast hun betekenis als kartograüsche dokumenten, bruik- baar zijn op het gebied van de waamemingspsycholo- gie en bij de evaluatie van het kaartlezen. Wel moet er rekening gehouden worden met de invloeden van buiten af op de proefpersonen, maar door een goed opgezet onderzoek is het merendeel van deze stören de invloeden te voorkomen. Lite ratuu r 1 R.M.Downs D.Stea: Maps in minds; reflections in cognitive mapping. Harper Row, New York USA 1977. 2 R.D. Garst: Influences of social structure and action space on cognitive maps: Images of Louisville. Southeastem Geographer; vol 16 no. 2 pp. 113-126, 1976. 3 M. GolledgeRepresenting, interpreting and using cognized environments. The regional science association paper, no. 41, pp. 169-204, 1978. 4 R.Gould R.White: Mental maps. Penguin Books (Pelican), Harmondsworth UK, 1974. 5 EGraham What is a mental map Areavol. 8 no. 4 pp. 259-265, 1976. 6 H.Kishimoto: Mental maps und Kartographie. Arbeiten der Geogr. Inst. Uni. Zürich. Serie A. no. 373 pp. 62-64, 1976. 7 D. Murray C.Spencer: Individual differences in the drawing of cognitive maps. Transactions, Institute of British Geographers, vol 4 no. 3 pp. 385-391, 1979. 8 J.Olsen: Cognitive Cartographic Experimentation. The Canadian Cartographervol16, no. 1, pp. 34-44, 1979. 9 M. Pacione: Structure in cognitive maps of Great Britain. Regional Studiesno. 10 pp. 283-295, 1976. 10 B. B. PetchenikCognition in Cartography. Cartographia no. 19, pp. 116-128, 1977. 11 D. C. D. Pocock: Some characteristics of mental maps; an emperical study. Transactions, Institute of British Geographers vol. 1 pp. 493-512, 1976. 12 P.Richards: Kant-s Geography and mental maps. Transactions, Institute of British Geographers, no. 61. pp. 1-16, 1974. 13 A.Robinson B.B. Petchenik: Nature ofMaps. pp. 1-6. University of Chicago Press, USA, 1976. 14 R.A.Sanders P.W.Porter: Shape of revealed mental maps. Annais of Association of American Geographers. vol. 64, no.2. pp 258-265, 1974. 15 L.Solomon: Mental mapping, a classroom strategy. The Journal of Geography, no. 2 pp. 70-75, 1978. 16 E. Stokes Student images of Hamilton. New Zealand Journal of Geography. No. 61, pp. 30-40, 1976. 17 Y. Verhasselt H. de Laet: Perceptie van de ruimte: Mentale kaarten. de Aardrijkskunde no. 2 pp. 113-122, 1977. Sum m a ry This article is divided in two parts. The first part gives a theoretical treatise of mental maps. It dis- cusses the place and function of mental maps in geography and cartography. It shows us several of the existing types of mental maps and their structure. Furthermore it tries to describe the influences to which people are exposed when drawing a mental map. The second part deals with a small study of mental maps of Utrecht drawn by two groups of students (freshmen and graduates). The author wants to prove the hypothesis hat the longer people live in a city the better they know it. The results are represented in three maps. 22 KT 1981. VII. 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1981 | | pagina 24