tie en geringe mogelijkheden om van werkgever te
veranderen. Hierin is al verbetering gebracht door
het opzetten van een schriftelijke cursus door de NVK
en PBNA. Het specialistisehe karakter is daarmee uit
de opleiding verdwenen. Wel worden er op bepaalde
deelgebieden nog praktische oefeningen gemist in de
schriftelijke cursus, zoals landmeetkundig tekenen,
het uitwerken van landmeetkundige veldwerken, het in
kaart brengen van statistische gegevens, het kunnen
lezen van een stroomdiagram. Bij de huidige vemieu-
wing van de cursus wordt daar rekening mee gehouden.
Een dagopleiding is, zeker bij een visueel vak als de
kartografie, een meer ideale vorm van onderwijs dan
een schriftelijke cursus. Met de realisatie van een
kartografie-opleiding op HTS-niveau in het vooruit-
zicht lijkt het streven naar een volwaardige (dag-)
opleiding voor het uitvoerende niveau een volgende
stap voor de werkgroep Kartografische Vorming.
Als algemene doelstelling zou zo'n dagopleiding voor
de uitvoerende kartograaf het verwerven van de
nodige kennis en ervaring om kartografische opdrach-
ten uit te kunnen voeren, moeten hebben. De organisa-
tievorm van zo'n opleiding kan verschillen: het Britse
of Duitse systeem met edn of twee dagen school per
week op een centraal punt, dan wel een MTS die een
bredere opleiding kan geven, met ook vakken als wis
kunde en technisch engels.
Een bezwaar tegen een MTS-opleiding in de kartografie
kan zijn dat er maar aan 66n dergelijke opleiding in
Nederland behoefte zal zijn - hetgeen automatisch be
paalde delen van ons land ten achter zal stellen. Daar
is door Ooms (8) al op gewezen in zijn verslag van de
realisatie van de PBNA-cursus.
In welke vorm de opleiding voor het uitvoerend niveau
ook gerealiseerd zal worden, men zal de volgende
kennis en vaardigheden aan de leerlingen moeten
overdragen
- Praktische kennis van materialen en technieken en
tekenvaardigheid
- Voldoende kennis van de methoden van weergave;
- Voldoende theoretische kennis van de kaartproduc-
tie om de eisen van bepaalde reproductiemethoden
t. o.v. het kaartorigineel te kennen;
- Het in kaart kunnen brengen van veldwerkgegevens
(schetsen of landmeetkundige veldwerken, statis-
tieken) of vanaf ander opnamemateriaal zoals lucht-
foto's
- Het van schaal en projectie kunnen veranderen van
kaarten
- Ervaring in het gebruik van kaarten en atlassen
(grafische transformatie).
Bij de huidige PBNA cursus zijn de doelstellingen
iets uitgebreider, voor zover uit het materiaal af te
leiden is. Door de incorporatie van verwante vak-
gebieden als geodesie en geografie doet de PBNA
cursus mddr dan alleen opleiden tot uitvoerend karto
graaf. Het generaliseren, schaduweren e. d. eisen ook
enig vermögen tot interpretatie van basisgegevens
Het "zelfstandig kunnen uitvoeren van opdrachten van
een kaartauteur met zekere vrijheid in de vormgeving
en interpretatie van het basismateriaal" zouden we
derhalve als doelstellingen van de PBNA cursus kun
nen aangeven.
Het aanvangsniveau van degenen die aan dit onderwijs
voor het uitvoerend niveau - hetzij PBNA of MTS -
deelnemen, moet MAVO zijn. Dit onderwijs moet
dö basisopleiding voor kartografen zijn. Men zou nog
kunnen overwegen de opleiding te splitsen. Dat is in
feite ook bij de PBNA opleiding het gevaleen eerste
deel met topografisch (fijn) tekenwerk en een tweede
deel waarin ook theoretische aspecten zijn opgenomen.
Een tussenniveau?
Als de opleiding voor Techniker-Kartograph in de
BRD en die van TEC Higher certificate in het Vere-
nigd Koninkrijk bij overheid en bedrijfsleven aanslaat
kan men zieh dan in Nederland permitteren om voor
een dergelijk tussenniveau göen adequate opleidings-
mogelijkheden te hebben? Bij de opzet van de PBNA
cursus is er destijds al aan gedacht de cursus een
verdere uitbouw te geven in de richting van het
kaart-redacteurschap waarbij meer creatieve facet-
ten aan de orde zouden komen. Daamaast valt te over
wegen een "PBNA-plus" pakket te creeren waarbij
naast de normale stof van de cursus kartografisch
tekenen ook wiskunde en engels aan de orde zouden
komen. Er gaan ook stemmen op binnen de, vereniging
om de deelname aan zomercursussen (waarvoor ge-
tuigschriften c.q. diploma's worden uitgereikt) of
studiedagen op de een of andere manier te verdiscon-
teren in het opleidings- (en dus salarierings-
niveau. De werkgroep Kartografische Vorming ziet
echter geen mogelijkheden dit te realiseren.
Hiertegenover kan men stellen dat een klein land als
Nederland met 3 opleidingsniveaus in de kartografie
wel het uiterste heeft behaald en dat voor dit tussen
niveau de uitvoerende kartografen met capaciteiten
Applicatiecursussen NVK
1
Uni-
1 1
i versi -
HTS
teil
1
1
PBNA
Wiskunde
PBNA vVisk
apphcatie
versi
PBNA
Mavo 4
Mavo 4
VWO
VWO
2onder
Wiskunde
met
Wiskunde
n<s\/o
Fig. 4
Opbouw van de Studie kartografie in Neder
land met doorstroommogelijkheden.
26
KT 1981. VII. 1