DIAGRAM EN KAART als geografische hulpmiddelen door C.l. Wieland Een vraagbaak voor iedereen die betrokken is bij het onderwijs en onderzoek in de geografie. Inhoud: 1Grafische vormgeving en tekentaal 2. Diagrammen 3. Kartogrammen 4. Hulpmiddelen bij het tekenen van diagrammen en kaarten Romen - Haarlem 272 blz. 7 31, komen wäre het niet dat er een zekere verharding blijkt op te treden in een, naar het scheen, bij ons (d.i. in de Sovjet-Unie) volkomen overwonnen voor- stelling als zou kartering niets anders zijn dan de formele overdracht van ruimtelijke informatie, on- geacht de inhoud daarvan. Dit blijkt o.m. uit de ver slagen van de Eerste Unie Conferentie over onder- wijsmethoden inzake: Problemen bij het onderricht van Studenten in de geodetische studierichtingen (MIIGAIK, 1977) waarin beweerd wordt dat in de eursus Projecteren en ontwerpen van kaarten, die aan het MIIGAIK profiel-bepalend is voor de karto- grafisch ingenieur "de theorie van de kartografie uitvoerig wordt behandeld als een algemene metho- dologie, afgezien van de concrete inhoud. Ook een proces als generalisatie wordt vanuit het meest algemene standpunt beschouwd, alweer "afge zien van de concrete inhoud". Kartografie wordt aldus gereduceerd binnen het kader van de mathe matische informatietheorie. Wij hebben destijds opgemerkt dat zulk een formeel- mechanische benadering van het kaartenmaken, met voorbijzien van het wezenlijk karakter der gekar- teerde verschijnselen, alleen hön kan bevredigen die, buiten de kartografie staande, het construeren van kaarten beschouwen als het automatisch tekenen van abstracte punten en lijnen. Doch deze opvatting is verderfelijk voor de kwaliteit van de kaart, welke als grafisch middel tot taak heeft het eigen karakter weer te geven van verschijnselen van de meest uiteenlopende aard, waarbij met name selectie, generalisatie en combinatie der kaartelemen- ten een grondige geografische analyse van de af te beeiden verschijnselen vereist. De hierboven gewraakte formeel-mechanische metho- diek is nauw verbonden met het streven der genoemde Conferentie de kartografie als "bestanddeel van de totale geodetische wetenschap" te doen herrijzen en haar geheel in te kapseien binnen het kader van de opleiding tot geodetisch ingenieur. Deze terugkeer naar de opvattingen van de 19e eeuw is in strijd met de huidige tendenzen in de ontwikkeling van de karto grafie: een interdisciplinair gebied van kennis, dat zieh krachtig ontwikkelt op de raakvlakken van de natuur- en maatschappij-wetenschappen. Terugval in deze verouderde opvatting bevordert zeker niet de versterking van de kartografen-kaders voor de verschillende taken van volkshuishouding en weten schap. Vanzelfsprekend wordt hiermee de betekenis van de betrekkingen tussen kartografie en geodesie niet ont- kend, evenmin als het bestaansrecht van de beide bestaande richtingen in de opleiding. Met name bij de vervaardiging van topografische kaarten zijn deze betrekkingen essentieel. In landen met betrekkelijk bescheiden kartografisch-geodetische diensten be- staan aan de polytechnische instituten dikwijls alge mene faculteiten voor geodesie en kartografie. In de thematische kartering komen de betrekkingen met de geodesie veel meer indirect tot uiting en treden de relaties met de natuur- en maatschappij-wetenschap pen meer op de voorgrond. Weliswaar verhogen de invoering van geautomatiseer- de apparatuur en nieuwe technische Processen de betekenis van de mathematische en technische oplei ding voor de kartograaf, doch de automatische ver vaardiging van volwaardige kaarten voltrekt zieh in de dialoog tussen de kartograaf en het automatisch- kartografisch systeem, waarbij de kartograaf zijn beslissingen neemt op basis van een grondige analyse der geboden informatie en de machine de genomen beslissingen mechanisch realiseert. Het principe waarbij de kartograaf geacht wordt de essentie der gekarteerde verschijnselen te begrijpen, blijft ook bij geautomatiseerde kaartproduktie volledig van kracht. Het ligt ten grondslag aan de ontwikkeling van de kartografie en het kartografisch onderwijs in de Sovjet-Unie. Noten 1. Het komt mij voor dat dit boek in de geschiedenis der kartografie niet de verschuldigde waardering heeft gekregen. Zelfs toen ik in de jaren '60 het werk in gesprekken met Franse kartografen ver- meldde vond ik bij mijn gesprekspartners geen weerklank. Ook in de voornaamste Franse werken over kartografie, m.n. die van Libault, Jolie en Cudnin trof ik geen verwijzingen naar dit boek aan. 2Hoewel dit laatste boek in zijn inleiding wel de noodzaak proclameerde van een geografische benadering van het vervaardigen van kaarten. 3. In het huidige leerplan van de kartografische fa- culteit van het MIIGAIK nemen deze 274 lesuren in beslag. 4. Hoewel het tijdschrift "Izvestija vuzov Geodezija i aerofotosemka" aan Botsjarov's boek een gun stige bespreking wijdde. Verkrijgbaar in de boekhandel of door overmaking van het verschuldigde bedrag op postgironummer 551 955 t.n.v. Unieboek te Bussum met vermelding van de titel, waarna toezending volgt. 30 KT 1981. VII. 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1981 | | pagina 32