in een aantal willekeurig gekozen steekproefgebieden. De resultaten van het project werden eind 1980 afge- leverd. Controlemetingen van steekproefgebieden vonden plaats in de periode dec. 1980 tot mei 1981. De oppervlakte- en inhoudsgegevens zijn door de werkgroep van de Raad voor Gemeentefinancien ge- evalueerd en aan een statistisch onderzoek onder- worpen. Als resultaat hiervan werd begin april 1981 vastgesteld dat de bebouwingsmaatstaf voor het Gemeentefonds in het vervolg gebaseerd zal zijn op uit luchtfotografie te verkrijgen oppervlakte- en in houdsgegevens Inmiddels was al in het najaar van 1980 door de Minister van Financife'n aan de TDN verzocht om, indien inderdaad tot landelijke uitvoering van het bebouwingsproject zou worden besloten, het gehele project van het Ministerie van Financien te willen ovememen en er in dat geval voor zorg te dragen dat de benodigde gegevens voor het gehele land uiter- lijk 31 dec. 1982 beschikbaar zouden zijn. Op dit verzoek werd door het Ministerie van Defensie posi- tief gereageerd, zodat sinds begin 1981 de Topogra- fische Dienst met de uitvoering van het landelijke Project Bebouwing belast is. In verband met de zeer gelimiteerde tijd zullen alle Zeilen bijgezet moeten worden om het project te doen slagen. De Topografische Dienst heeft bij de aanvang het principe-besluit genomen de uitvoering van de werk- zaamheden in belangrijke mate uit te besteden bij twee firma's, n.l. KLM Aerocarto B.V. en Fugro B. V.respectievelijk voor 80% en 20% van het totale werk. De taak van de Topografische Dienst zelf zal bestaan uit leiding geven, coördineren en controleren van het project en uiteraard de financife'le afwikkeling. Het project is gesplitst in twee onafhankelijk van elkaar op te dragen en uit te voeren gedeelten, namelijk de luchtfotografie en de uitwerking daarvan. Omdat de tijd drong en het gunstige seizoen voor het maken van luchtfoto's voor de deur stond, moest wat worden geiinproviseerd. Anticiperend op een defini- tieve beslissing om tot uitvoering van het landelijke project over te gaan werden, na uitgebrachte prijs- aanbiedingen, in januari 1981 voorlopige overeen- komsten met de beide onderaannemers getroffen om de luchtfotografie voor het gehele land nog in het bladerloze voorjaarsseizoen van 1981 gerealiseerd te krijgen. Hiermee zijn de beide firma's aan de fotografie begonnen. Luchtfotografie Alvorens de feitelijke gegevens van de luchtfotogra fie van het Project Bebouwing te vermelden eerst enige opmerkingen over de luchtfotografie in Neder- land in het algemeen. Het is een ruim halve eeuw geleden dat het gebruik van luchtfotografie in Nederland haar opmars begon. Voomamelijk kaartenmakers waren het die in eerste instantie het nieuwe hulpmiddel te baat namen om op aanzienlijk snellere en goedkopere wijze hun kaarten te kunnen samenstellen of bij te werken dan met de toen gebruikelijke tijdrovende metingen in het ter- rein mogelijk was. Nadat in Oktober 1928 door het Fototechnisch bedrijf van de KLM de eerste proefvluchten met een Wild camera waren gemaakt, werd in 1930 de fotogramme- trie bij de Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat ingevoerd voor de samenstelling van de Rivierkaart. Ook sinds 1928 werden voor de herziening van de topografische kaarten 1 25.000 door de militaire Luchtvaartafdeling (LVA) te Soesterberg vervaardig- de luchtfoto's gebruikt. Dit waren compositiefoto's, bestaande uit aan elkaar gemonteerde smalle lucht- fotostroken, opgenomen met een camera met spleet- sluiter. Deze strokenfoto's leenden zieh niet voor nauwkeurige mathematische verwerking, maar be- tekenden niettemin een aanzienlijke besparing aan terreinwerk. In 1930 werd het besluit genomen dat voor de samen stelling van de nieuwe topografische kaarten 1 25.000 en 1 50.000 voortaan de fotogrammetrie zou worden toegepast. Na een drietal proeven, uitgevoerd in de jaren 1928, 1929 en 1930 (Proeven Hilvarenbeek, Den Hout en Oosterhout), werden in 1932 de eerste reguliere kaartbladen 44 A, B, C en D fotogramme- trisch gekaarteerd. In de jaren 1930-1940 nam in Nederland de toepassing van de luchtfoto voor kaartproduktie sterk toe en de kennis van de fotogrammetrie steeg navenant. Prof. Schermerhorn en de Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat hadden daar een groot aandeel in. Het gebruik van luchtfoto's voor interpretatie- doeleinden heeft vooral sinds de Tweede Wereldoor- log een grote vlucht genomen. De rijke informatie- waarde van luchtfotografie werd door een groeiend aantal takken van wetenschap en techniek ontdekt en benut. Als belangrijke toepassingsgebieden voor de foto- interpretatie kunnen genoemd worden: bodemkaarte- ring, bosbouw, cultuurtechniek, geografie, stede- bouwkunde, planologie, geologie, landschapsarchi- tectuur en archeologie. Maar ook voor meer modische zaken als verkeerstellingen, het opsporen van clandestiene bouwsels en het bestrijden van stads- guerrilla-activiteiten bewijzen luchtfoto's tegenwoor- dig hun nut. Een rem op het gebruik van luchtfoto's voor inter- pretatiedoeleinden vormt het feit dat het bezit aan luchtfotomateriaal over vele archieven verspreid ligt en dat het tot voor kort niet mogelijk was om zelfs maar een globaal overzicht te krijgen van wat in Nederland aan luchtfotografie voorhanden is. Dat dit gebrek tientallen jaren geleden, kort na 1945 ook al werd gevoeld, daarvan getuigt de oprichting van de Rijks Commissie voor Luchtfotografie (RCL) kort na de Tweede Wereldoorlog, wier belangrijkste taak zou bestaan in het samenstellen van een catalo- gus van luchtfoto's. Zowel de RCL als de catalogus is echter slechts een kortstondig leven beschoren geweest. Met de komst van de Centrale Luchtfoto Catalogus (CLC) in 1981, waarover in een bericht eiders in dit tijdschrift wordt gerapporteerd, is een belang rijke verbetering in de informatie betreffende lucht fotografie sinds 1975 tot stand gebracht. Heiaas moe ten we wat betreft het bezit aan ouder luchtfoto materiaal in Nederland nog in het duister blijven tasten Het doorbladeren van de CLC geeft een interessant beeld van de in Nederland ontwikkelde luchtfotograüe- activiteitenZo blijken er, globaal gesteld, in de 32 KT 1981. VII. 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1981 | | pagina 34