-JirmA'/f"
^\r*(
ibttrAt Vu >imt«
f J'lifitmi
Fig. 5. Fra Mauro's Wereldkaart (1459)
meer abstracte kaartteken, geschikt voor veelvuldig
gebruik: het kaartsymbool, met name voor bergen en
middelgrote Steden. Met de ontwikkeling hiervan
kwam ook het kartografisch instrument bij uitstek
voor het generaliseren ten behoeve van de middel-
schalige kaart ter beschikking. Deze semiologische
kenteringsfase der kartografie, met de eerste toe-
passing van abstracte kaarttekens voor meervoudig
gebruik kan men aanduiden als proto-symbolisch.
Leonardo da Vinci en de middelschalige
landschapsbeeldkartering
Naast de bovenbeschreven ontwikkeling der "afstande-
lijke kartografie" ging de omgevingskartografie met
haar individualiserende, uitbeeldende kaarttekens
nog op de oude voet verder (fig. 6). Maar in dezelfde
periode begon zieh het landschapsbegrip te ontwikke-
len, doordat men, naar het voorbeeld van Petrarca,
landschappen vanaf heuvels en bergen ging overzien.
Het was Leonardo da Vinci die zulk een wijds pano-
rama met behulp van verbeterde individualiserende
kaarttekens in beeld bracht. Zijn middelschalige
overzichtskaart van Toscane werd daarmee een
landschapsbeeldkaart. Het zou echter tot in onze
tijd duren aleer deze techniek verder kon worden
ontwikkeld. Kartografen als Berann en Michels,
evenals Leonardo makers van panoramische beeld-
kaarten die geen legenda behoeven, konden name-
lijk beschikken over de inmiddels voltooide topogra-
fische inventarisatie van uitgestrekte gebieden. De
fysiografische kaarten van Raisz verschillen in zo-
verre van de panoramische beeldkaarten dat zij be-
staan uit kaarttekens die het midden houden tussen
Fig. 6. Chertsey Abbey, een topografische terrein-
schets uit 1432
44
KT 1981. VII. 3