zelf
- regionaal: in een ontwikkelingsland t.b.v. dat land
en omringende landen;
- intemationaalin een geindustrialiseerd land met
een mondiale functie van het onderwijs.
Van geval tot geval zullen bij een keuze van een dezer
vormen de voor- en nadelen, waarvan een aantal
hiervoor reeds aangestipt, bekeken moeten worden.
Wat een goede keuze is voor het ene land, kan voor
het andere een siechte zijn.
In de volgende paragrafen zullen deze drie keuzemoge-
lijkheden nader bekeken worden.
Nationale benadering
In het algemeen geldt dat hoe lager het niveau van de
opleiding is, des te eerder de keuze zal gaan in de
richting van een nationale oplossing. Overwegingen
hiervoor zijn
- Het aantal onderwijsvragenden op läge onderwijs-
niveaus is het grootst en overtreft de capaciteit die
regionale en zeker internationale onderwijs facilitei-
ten kunnen aanbieden.
- Onderwijs op lagere niveaus moet om begrijpelijke
redenen gegeven worden in de moedertaal van de
leerlingen. Door het in vele situaties ontbreken van
ddn nationale taal levert de nationale oplossing al
voldoende Problemen om maar in het geheel niet te
denken aan een regionale of internationale oplossing.
- Bij het opzetten van onderwijsfaciliteiten heeft het
voordelen aan te sluiten bij reeds bestaande oplei-
dingsinstituten. De kans dat deze in een ontwikkelings
land voor de lagere niveaus reeds bestaan is groter
dan voor de hogere. De laatste jaren vooral geven
veel regeringen in ontwikkelingslanden een duide-
lijke prioriteit aan beroepsonderwijs op de lagere
niveaus
De wijze waarop kennis, ervaring en financife'le hulp
vanuit geindustrialiseerde landen ter beschikking
worden gesteld aan ontwikkelingslanden voor de op-
bouw van hun onderwijs, zal steeds moeten worden af-
gestemd op de behoeften en de omstandigheden ter
plaatse. Alleen dan kan een optimaal resultaat in de
zin van kennisoverdracht met het grootst mogelijke
effect plaatsvinden
Laatstgenoemde afstemming op behoeften en omstan
digheden en het daaruit te verwachten optimale effect
wordt veelal gezien als een der voomaamste over-
wegingen te kiezen voor onderwijs ter plaatse. Dit
argument is zeker niet zonder betekenis, doch mag
niet die alles-overheersende waarde krijgen die
sommigen daaraan wensen te verbinden. In de eerste
plaats is de afstemming van het onderwijs lang niet
voor alle vakgebieden sterk gebonden aan het natio
nale karakter, (d.w.z. veel zaken worden over de
gehele wereld op dezelfde wijze gedaan), is het ten
tweede heel goed mogelijk het onderwijs bij een regio
nale of internationale benadering aan te passen aan
specifieke behoeften en kunnen ten derde diverse an
dere factoren dusdanig belemmerend werken dat
onderwijs op nationaal niveau moet worden afgewezen.
Puttend uit de rijke ervaring van het ITC, kunnen een
aantal vormen van steunverlening onderscheiden wor
den
- Adviseren: het uitbrengen van adviezen m.b.tde
wenselijkheid, c.q. noodzaak van het opzetten van
onderwijsfaciliteiten. Een goede analyse van de
personele behoefte, ook over längere termijn, is
hiervoor een eerste vereiste. Omvang en niveau
van de te onderscheiden onderwijsdoelgroepen die
nen hierbij zorgvuldig gedefinieerd te worden.
- Ontwerp onderwijsprogramma'shet ontwerpen van
een programma voor een cursus kartografie.
- Uitvoering van onderwijsprojecten: het uitzenden
van deskundigen die voor kortere of längere tijd
betrokken zijn bij de uitvoering van een onderwijs-
project. Wat de doelstellingen betreft kan een der-
gelijk project varife'ren van:
- het opzetten van formele, permanente opleidingen
- het opzetten van informele opleidingen in de zin
van bedrijfsgebonden opleidingen;
- het uitvoeren van körte cursussen op specifieke
terreinen. Hierbij kan gedacht worden aan een
cursus van 4 6 weken over onderwerpen zoals
generalisatie, thematische kartografie, produk-
tie van fotokaarten, kaartproduktieplanning, etc.
Regionale benadering
Wanneer, om diverse redenen, een nationale oplos
sing moet worden afgewezen, zou gekozen kunnen
worden voor onderwijsfaciliteiten met een regionaal
karakter. Dat wil zeggen dat de in te stellen opleiding
een gezamenlijke verantwoordelijkheid van een aantal
ontwikkelingslanden is.
De voordelen van een regionaal opleidingsinstituut
zijn dat het aantal onderwijsvragenden groter wordt,
de hoge kosten voor het opzetten en in standhouden
worden gedeeld en er toch een onafhankelijkheid is
van geindustrialiseerde landen.
De ervaring heeft echter geleerd dat pogingen om
regionale opleidingsinstituten tot stand te brengen
niet eenvoudig zijn en helaas in veel gevallen tot
mislukken gedoemd. De aanvankelijk heersende ge-
voelens van saamhorigheid en bereidheid tot inzet
voor een goed gemeenschappelijk doel, maken veel
al na verloop van een aantal jaren plaats voor arg-
waan, ongeinteresseerdheid en tenslotte politieke
onwil tot verdere samenwerking. Het ter beschikking
moeten stellen van middelen om een opleiding in het
buurland in stand te houden, vraagt een standvastige
politieke wil in deze. Het grillige karakter van de
politiek in veel ontwikkelingslanden is hiervoor wei
nig bevorderlijk.
Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat een regionale
benadering, in tegenstelling tot de politieke niening
in een aantal donorlanden waaronder Nederland, grote
kans loopt te mislukken.
Veel betere overlevingskansen moeten worden toege-
kend aan onderwijsfaciliteiten die in principe gestoeld
zijn op het nationale belang van 6än land, dat hier
voor ook de kosten draagt, maar dat de opleidings-
deur openhoudt voor deelnemers uit omringende landen
en daarmee de opleidingsfaciliteit een regionaal ka
rakter geeft.
Internationale benadering
Hoewel een regionaal opleidingsinstituut, zoals
hiervoor bedoeld, ook een intemationaal karakter
draagt, is bij een internationale benadering in deze
KT 1981. VII. 3
49