zin sprake van een intemationaal opleidingsinstituut met een wereldwijde taak. Voorwat de organisatie- vorm en de financiering betreft, wordt dan speciaal gedacht aan 66n donorland dat de organisatie en kos ten voor z'n rekening neemt. De lokatie van het internationale instituut is daarmee bepaald. In het kader van de Nederlandse inspanning voor ont- wikkelingslanden, kent men het begrip Internationaal Onderwijs (I.O.), waaronder in Nederland een 15-tal autonome, door de overheid gesubsidieerde, insti- tuten vallen. Het ITC is daarvan veruit de grootste. Een aantal van de aspecten die bij een nationale en regionale benadering als voordelen werden genoemd, kunnen tot op zekere hoogte als nadelen voor een internationale benadering gelden. Tegenover de na delen staan echter ook een aantal voordelen, waarvan hieronder kort enkele worden genoemd: - Aanwezigheid van kennis en ervaring, zowel vak- technisch als onderwijskundig. - Aanwezigheid van materialen, instrumenten en an dere faciliteiten, die een efficiö'nte en effectieve kennisoverdracht mogelijk maken. - Aanwezigheid van vele produktiebedrijven (o.a. van belang voor stages, werkbezoeken, e.d.). - De inspirerende aanwezigheid in de onmiddellijke omgeving van theoretische en technische innovaties in het vakgebied. - Het hogere rendement; door een wereldwijde oriSn- tatie wordt, en dat geldt duidelijk voor de hogere opleidingsniveaus in een aantal vakgebieden, het probleem van een jaarlijks gering aantal opleiding- vragenden per land opgelost. Hierdoor worden de hoge investeringskosten rendabel gemaakt. - De continuiteit van de opleidingendeze zal in het algemeen in de geihdustrialiseerde landen door diver se omstandigheden groter zijn. Tot deze omstandig- heden behoren een grotere politieke stabiliteit en een betrekkelijk gering verloop van stafleden, c.q. een relatief gemakkelijke vervangbaarheid. Tegenover deze voordelen blijven echter een aantal nadelen staan, waarvan weliswaar het gewicht van land tot land of van vak tot vak möge verschillen, maar die niet altijd door voordelen worden overheerst, zo men voor- en nadelen als een rekenkundig sommetje mag behandelen. Een veel betere benadering van Problemen is de voor delen te behouden en de nadelen op te lossen. De toe- passing van deze filosofie op de drie voorgaande be- naderingen, leidt tot een integratiegedachte die in het volgende hoofdstukje nader wordt uitgewerkt. De integrale benadering: intemationaal en nationaal Het afwegen van de voor- en nadelen van de drie hier- voor genoemde benaderingen, kan tot geen andere con- clusie leiden, dan dat een soort ideaaloplossing gevon- den kan worden door de voordelen van de drie benade- ringen in systeem onder te brengen en wel door de koppeling van intemationaal onderwijs aan nationaal onderwijs (in enkele gevallen regionaal onderwijs). Voorwaarde daarbij is dat beide benaderingen inte- graal worden ingebouwd in een totaal beleid ter reali- satie van dezelfde doelstellingenhet overdragen van kennis naar de ontwikkelingslanden toe, zodanig dat daarmee gewerkt wordt naar een situatie van onafhan- kelijkheid 'self-reliance') van deze landen. Dat daar- naast door donorlanden een politiek gevoerd kan wor den van een directe of indirecte gerichtheid op de ärmste landen en ärmste bevolkingsgroepen is hooguit van invloed op de keuze van het onderwerp van oplei- ding, doch niet op de hierboven bedoelde integrale benadering. Tabel 1 laat een aantal van de karakteris- tieke verschillen tussen internationale en nationale opleidingen vergelijkenderwijs zien. Internationaal 1. gericht op de hogere opleidingsniveaus 2opleiding vooral gericht op hen die in eigen land de verworven kennis weer gaan overdragen 'teaching the teachers 3. opleiding gericht op leidinggevende functies 4. opleidingen bij voor- keur kort van duur (in algemeen niet langer dan 1 jaar) 5. opleidingen in een der internationale talen, vnl. engels 6het internationale insti tuut heeft een 'perma nente' dienstverlenende ('back stopping') func- tie aan de nationale insti tuten 7. nieuwe ontwikkelingen worden steeds inge bouwd, waardoor ka- rakter van bijscholing ontstaat 'education permanente', 'refresher courses') Nationaal gericht op de lagere opleidingsniveaus opleiding vooral ge richt op directe prac- tische toepasbaarheid opleiding gericht op uitvoerende functies opleidingen van längere duur (in het algemeen langer dan 1 jaar) opleiding nationale eventueel lokale taal er is een liaison met een intemationaal in stituut opleidingen hebben een standaard karakter Tabel 1. Vergelijking van een aantal verschillen tus sen internationale en nationale opleidingen ten behoeve van ontwikkelingslanden. Duidelijk möge zijn dat de beide benaderingen niet losgekoppeld kunnen worden, zonder aan het effect van ieder afzonderlijk afbreuk te doen. Zo heeft het opleiden op intemationaal niveau van hen die in hun eigen land de verworven kennis weer moeten gaan overdragen geen zin, als niet op hetzelfde moment gewerkt wordt aan de opzet van nationale opleidings- faciliteiten in dat vakgebied. Omgekeerd heeft het opzetten van deze laatstgenoemde faciliteiten weinig zin als niet gelijktijdig gewerkt wordt aan de opleiding van een kaderstaf. Het ITC tracht in toenemende mate deze integrale onderwijsbenadering in haar beleid in te bouwen en te realiseren met behulp van onderwijsprojecten (cur- sussen) in Nederland en contractonderwijsprojecten in het buitenland. De realisatie van dit beleid vraagt een specifiek 50 KT 1981. VII. 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1981 | | pagina 52