Woodward: "The study of the Italian map trade in the sixteenth Century needs and opportunities"; Comelis Koeman: "Die Darstellungsmetho den von Bauten auf alten Karten"; Ib Rdnne Kejlbo: "Map material from King Christian the Fourth's expeditions to Greenland". Behalve dat deze opsomming ons toont welk een prominent gezel- schap van vakbeoefenaren aldaar bijeen was, doet zij ons tevens zien hoe sterk de ter sprake ge brachte onderwerpen wel uiteen- liepen. De enige draad die ze bij elkaar houdt is het feit dat ze alle betrekking hadden op een aspect der historische kartografie. Te- recht merkt Koeman dan ook in zijn inleiding op dat "die Themen zwar innerhalb der das für das Kolloquium gewählten zeitlichen Begrenzung bleiben, dass jedoch die einzelnen Beiträge ganz ver schiedene Aspekte darstellen". Alleen al om deze reden is een ge- detailleerde bespreking van de ge- hele bundel vrijwel onmogelijk. Alle referaten staan op hoog niveau, een enkele heeft een meer biografisch karakter (Babicz), een andere geeft een gedetailleerde inventaris van op een bepaalde plaats aanwezig materiaal (Des- tombes) of van materiaal rondom een bepaalde gebeurtenis (Kejlbo), of belichten een episode uit de ont- wikkelingsgeschiedenis der karto grafie (De Smet). Het ontbreken van een centraal thema maakt de bundel voor de recensent moeilijk hanteerbaar en hij zegent eens te meer het bestaan van de voortref- felijke "Bibliographia Cartografica", die er te zijner tijd voor zal zorgen dat al deze voortreffelijke bijdragen ook voor latere onderzoekers be- reikbaar zullen blijven. Iets meer over Koeman's bijdrage. Hij behandelt de functie van op kaarten weergegeven bouwwerken, daaronder nadrukkelijk mddr ver- staande dan alleen huizen, kaste ien e.d.terwijl hij ook de nadruk legt op de weergave van bouwwer ken ten plattelande (boerderijen etc.), daar deze in de represen- tatieve kunst vroeger weinig wer den afgebeeld. Op kaarten weerge geven vormen ze zowel voor de kunst- als de cultuurhistoricus een nog te weinig onderkende bron van informatie. Aan de hand van een zeer breed gekozen materiaal (China, Japan, Zuid-Frankrijk, Nederland) gaat Koeman vervolgens de ontwikkeling van de stadsplatte- grond na, speciaal met betrekking tot het begrippenpaar "geometri sche plattegrond" (Grundriss) en "gebouwen in opstand" (Aufriss); hij toont aan dat, in tegenstelling tot wat vaak gemeend wordt, (1) Grundrisstekening en Aufriss- tekening steeds naast elkaar heb- ben bestaan en dat niet gesproken kan worden van een evolutie van een picturale voorstelling naar een geometrisch-exacte; vervol gens (2) dat de verschillende be- schavingen zieh steeds van dezelf- de of verwante methoden tot weer gave van de gebouwde omgeving hebben bediend, zodat we hier te- recht kunnen spreken van een "universele" vaardigheid, niet gebonden aan ddn enkele bescha- ving of periode. Bij de ontwikke ling van de geometrische platte grond als exaete basis voor een eventuele picturale weergave be licht Koeman op overtuigende wijze de rol van landmeetkundig geschoolde Nederlandse kartogra- fen als Van Deventer (plattegron- den der Nederlandse Steden) en Van Breen (met zijn zeer belang- rijke "Schetsboek" voor zijn kaart van Beverwijk)Tot slot geeft hij een heldere indeling van de tal- rijke wijzen waarop men de ge bouwde omgeving heeft afgebeeld. Wegens zijn duidelijkheid en be- knoptheid verdient deze hier te worden herhaald: 1. Geometrische plattegrond; la. idem met ge bouwen in (parallel) perspectief; 2Vogelvluchtplan met perspec- tivische vertekening; 3. Profiel met grotere of kleinere voorgrond; 4a. Panorama (rondzicht)4b. idem, doch gezien als min of meer langgerekte strook. Elk der cate- gorieSn is toegelicht met een duidelijke afbeelding, zodat we hier dus een goed bruikbare "determineertabel" rijker zijn geworden, die het eind kan bete- kenen van veel verwarrende, on- duidelijke en onexaete terminolo- gie. A.H.Sijmons BESTEMMINGSPLANKAARTEN, codering, arcering en kleur. Werkgroep kleuren en tekens op stedebouwkundige plannen. 47 pp. Formaat A4, geill. 6 afbeeldingen in kleur. Nederlands Instituut voor Ruimte- lijke Ordening en Volkshuisvesting (NIROV) 's-Gravenhage Samson Uitgeverij. Alphen aan den Rijn 1980. ISBN 9014 03006 1. Deze publicatie is een herziening van het onderdeel Bestemmings- plankaarten van het rapport "Voor- stellen inzake uniforme aanduidin- gen op stedebouwkundige kaarten" van de Werkgroep Kleuren en Tekens op Stedebouwkundige plan nen, uitgebracht door het NIROV in 1967 (NIROV publicatie nr. 72). De Werkgroep is thans bezig met het herzien van het andere onder deel uit deze publicatie nr. 72, over 'Analytische kaarten'. Doel Stelling van het in dit rapport opnieuw geformuleerde voorstel tot uniformering van de uitvoering van bestemmingsplankaarten, is te komen tot esthetisch aantrekke- lijk kaartmateriaal dat voor des kundigen en burgers snel toeganke- lijk en goed leesbaar zal zijn. Een bestemmingsplankaart is een inven- tariskaart waaraan informatie over de (wettelijk geregelde) bestem- mingen van percelen en over de ter plaatse geldende voorschriften moet kunnen worden ontleend - het gaat er dus primair om de gewens- te percelen snel terug te kunnen vin- den en de toegekende bestemming snel af te kunnen lezen. Het behoort tot de bij de Wet aan de kaart ge- stelde eisen dat de bestemming op elke plaats op de kaart duidelijk moet zijn. Men heeft er in dit tweede voorstel naar gestreefd meer systematisch te werk te gaan bij de selectie van kleuren en arceringen en de be stemmingsplankaarten te ontdoen van zaken die er feitelijk en wette lijk niet in thuis hören. In dat laat- ste is men zeker geslaagd. Het resultaat zoals dat uit de bijgevoeg- de 24 kaartvoorbeelden blijkt is minder overladen dan de voorbeel- den uit het eerste voorstel van 1967. Aan de selectie van kleuren is een inventarisatie van de be- schikbare technieken voorafgegaan men heeft warme kleuren c.q. geblokte arceringen voor bebou- wing en koele kleuren c.q. lijn- en puntrasters voor onbebouwde ge- bieden gekozen. Tot zover niets dan lof. Maar komen we bij de nadere grafische uitwerking van deze uitgangspunten dan wordt men minder enthousiast. Men vindt vele ongetwijfeld juridisch waar- devolle omschrijvingen maar voor 64 KT 1981. VII. 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1981 | | pagina 66