Het vervaardigen van een kartografisch kleurenschema A. J. Karssen Sinds het toenemend gebruik van kaarten met een grote hoeveelheid kleurvlakken is de behoefte ont- staan de te gebruiken kleuren reeds in een vroeg Stadium van het kaartvervaardigingsproces te kunnen vaststellen, determineren en te visualiseren. Het omschrijven van kleurverschillen in termen als emerald-groen, kanarie-geel, scharlaken, ivoor-wit, enz. blijkt te vaag (1). Daarom hebben diverse spe- cialisten getracht kleuren in een voor ieder geldend systeem te brengen. Zo kennen we de kleurindelingen vanA.H. Munsell, W. Ostwald, A. Hickethier, F.Gerritsen en vele anderen. Het meest aanvaarde sygteem is dat van de Commission Internationale de l'Eclairage (CIE). Deze veelal driedimensionale Systemen zijn echter niet gebaseerd op gedrukte vol le en gerasterde tinten, waardoor zij voor kartogra- fische doeleinden minder geschikt zijn. Daarom wor den door de meeste kartografische instituten eigen kleurenschema's geproduceerd, volledig aangepast aan de eigen behoefte en het reproduktieproces. Derge- lijke schema's garanderen de dichtst mogelijke be- nadering van een eenmaal gekozen kleur in de uit- eindelijke druk. Een kleurenschema kan worden omschreven als een diagram van kleurvariaties in toon, verzadiging en helderheid door middel van gecombineerde druk van basiskleuren in volle en gerasterde vormOp de kartografische afdeling van het ITC is een dergelijk Schema ontwikkeld voor toepassing in de kaartproduk- tie en voor gebruik door Studenten bij hun Projekten. De kleurvorming Het principe van het ontstaan van kleuren door mid del van transparante drukinkten in volle en geraster de vorm berust op zowel partitieve als subtraktieve kleurmenging. Subtraktieve kleurmenging is het onttrekken van licht- energie in ddn of meer golflengtegebieden van het lichtspektrum aan de lichtstroom van een waargeno- men Objekt in de richting van het oog (2)Wat bete- kent dit voor bijvoorbeeld de transparante drukinkten cyaan en geel Door de tinten op elkaar te drukken wordt de lichtenergie van de golflengtegebieden voor ultramarijn-blauw en rood onttrokken aan de licht stroom. Alleen het deel van het spektrum dat zowel cyaan als geel bevat blijft over: groen. Door op deze twee kleuren nog eens magenta te drukken wordt ook het groene deel aan de lichtstroom onttrokken en ont- staat een zwarte kleursensatie. In offsetdruk kunnen slechts volle kleuren worden gedrukt. Door gebruik van rasters wordt de volle kleur in kleine deeltjes (punten of lijnen) verspreid, waarbij ieder afzonderlijk deeltje toch weer uit volle kleur bestaat. Het oog neemt een menging van het witte papier samen met de kleurdeeltjes waar. Hier ontstaat de partitieve of optische kleurvorming: de lichtstroom van een waargenomen Objekt in de rich ting van het oog is het evenredig gemiddelde van de remissies van de te mengen kleurvlakjes. Stel dat een cyaan en geel raster zodanig worden gedrukt dat de kleurdeeltjes elkaar nergens overlappen, zodat men subtraktieve kleurmenging vermijdt. De licht stroom zal dan het evenredig gemiddelde zijn van de lichtstromen cyaan en geel met als waargenomen kleursensatie: grijs. Dit voorbeeld is zuiver theore tisch, in werkelijkheid zullen de rasterstippen elkaar voor een deel overlappen, waardoor beide soorten kleurvorming gelijktijdig optreden. De kleursensatie van rasters cyaan en geel op elkaar zal daarom een groen zijn met enige vergrijzing. Een kleurenschema gebaseerd op de basiskleuren geel, cyaan en magenta vormt door middel van de subtrak tieve kleurvorming de volgende kleuren: ultramarijn- blauw (cyaan magenta), groen (cyaan geel), rood (magenta geel), zwart (cyaan geel magenta). Wanneer men een samengestelde rasterkombinatie, bijvoorbeeld bruin, sterk vergroot neemt men acht kleuren waargeel, cyaan, magenta, rood, groen, ultramarijnblauw, zwart en het wit van het papier. Doordat bij partitieve kleurvorming een evenredig gemiddelde wordt waargenomen, zal steeds een zekere mate van verfletsing of vergrijzing optreden, tenzij een of meer van de basiskleuren als volle, of bijna volle tint voorkomt. Bij het kiezen van kleuren aan de hand van een "kleurenschema wordt de verfletsings- faktor bij voorbaat mede betrokken en is verder, behalve in de lichtere tinten, van geringe invloed. In de fotolithograüe speelt deze faktor veel sterker en dient dan ook gekorrigeerd te worden door middel van een extra zwarte drukgang. Kleurkeuze Alvorens een kartografisch kleurenschema te kunnen vervaardigen dient men zieh af te vragen hoe de kleurkeuze voor kaarten tot stand komt. Wanneer hier enig inzicht over bestaat kan men de eisen for- muleren waaraan een kartografisch kleurenschema moet voldoen. Het Schema beperkt zieh tot het witte papier en de daarop aangebrachte drukinkten. Het aantal tintver- KT 1981. VII. 4 21

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1981 | | pagina 23