Kodalith
Figuur 4 Microscopische vergrotingen van punten van 35%.
meter nog gescheiden kan weergeven. In de praktijk
stelt men het oplossend vermögen met een lijnenschaal
vast, waarop afstand en dikte der lijnen continu afne-
men. Bij dit onderzoek werden verschallende lijnen-
schalen gebruikt om toevalligheden ult te schakelen
(het materiaal van de onderligger van het voorbeeld
heeft invloed op de uitkomst)
- UGRA-Offset Testkeil
- PMS 1
- UGRA-GRETAC PCM
Het bleek dat de films bij de drie lijnenschalen niet
steeds hetzelfde oplossend vermögen vertoonden.
Tabel 4 toont de afzonderlijke uitslagen en een daar-
uit berekend gemiddelde.
Tabel 4. Oplossend vermögen der onderzochte films
geconstateerd volgens drie verschallende
lijnenschalen.
Het blijkt dat alle daglichtfilms een aanzienlijk hoger
oplossend vermögen bezitten dan de donkere-kamer-
films. Hier speelt zeker ook de lichtbron een rol.
Belichtingen met UV-licht veroorzaken een hoger
oplossend vermögen. De laag-interne strooieffecten
worden geölimineerd, daar de lichtabsorptie van de
zilver-halogenidekorrels zo groot is, dat slechts de
bovenste elementaire lagen belicht worden.
Aan rasterfilms van de tweede generatie worden met
betrekking tot de mogelijkheid tot correctie niet de-
zelfde eisen gesteld als aan films van de eerste gene
ratie. Zo verlangt men bijv. van een zuivere contact-
film een afzwakkend vermögen van slechts enkele
procenten, daar een toon- en kleurwaardecorrectie,
voorzover nodig, reeds eerder heeft plaatsgevonden.
Het is van belang dat na het afzwakken de dichtheid
van de punten in zoverre behouden blijft dat de films
bij de hierop volgende kopiSring nog voor dit kopieren
geschikt zijn (dichtheid van ca. 2. 0). De puntonscherp-
te, die enerzijds een exacte overbrenging van de ras-
tertoon verhindert, is hier in zekere mate nodig voor
de puntverkleining. Aangezien bij het afzwakken de
afzwakvloeistof eerst van boven af in de laag binnen
dringt, begint liier de afzwakkende werking ook het
eerst. Bij het verder indringen in de laag worden dan
de punten zijdelings aangegrepen en overeenkomstig
verkleind.
Hoe hoger de dichtheid van een film is, des te meer
kan zij afgezwakt worden zonder aan geschiktheid tot
kopiören in te boeten. Bij films met een geringe dicht
heid is ook de afzwakkingsreserve geringer.
Tabel 5 geeft de afzwakcapaciteit der onderzochte
films weer.
Uit het onderzoek kwam vast te staan in hoeverre zieh
de twaalf verschallende rastertoonwaarden (in %-
trappen) laten afzwakken zonder aan dekking te ver-
liezen. Opgenomen werd alleen de differentie tussen
de niet-afgezwakte en de afgezwakte rasterpunt A
Met uitzondering van 66n film, de "Day Light", be-
reikte geen enkele afzwakfilm de gestelde grens van
5%. Dat betekent voor de praktijk dat deze films niet
meer kunnen worden gecorrigeerd. Toon- en kleur-
waardecorrecties moeten vooraf geschieden. Daglicht
films zijn geen afzwakfilms
Films
UGRA-
Offset
PMS I
UGRA-
GRET AG
0 oplossend
vermögen:
lijnen/cm
CBS-7
59
90
110
86
CB-100
85
110
125
106
GC 8
85
95
110
96
IC 4
85
95
140
106
Kodalith
59
80
63
69
BLC-4
180
180
160
170
DL
110
95
180
130
RL
166
95
160
140
KT 1981. VII. 4
39