1
aan de gestelde eisen. Na het prototype is een kleine
serie van 8 tafels geleverd. Edn daarvan is opnieuw
gemodificeerd tot een prototype ten behoeve van de
Duitse fabrikant. Deze kreeg de opdracht de modifi-
caties professioneel in het uiteindelijk te produceren
type te integreren. Het is van groot belang om alles
wat met de lichtbak te maken heeft in het totaalont-
werp mee te nemen, omdat de ontwikkelingen van
tafel en lichtbak min of meer los van elkaar hebben
plaatsgevonden. Ten aanzien van de lichtbak en de
electrische installatie van de tafel werd de fabrikant
opgedragen deze vooral zo uit te voeren dat een gron-
dige electrische veiligheidskeuring positief zou uit-
vallen.
Beschrijving van de werkpiek
Ter verduidelijking van de aan de nieuwe tekentafel
te stellen eisen wordt een beknopte beschrijving ge-
geven van de werktaak en het meubilair.
Op een lichtbak, die in de tafel is ingebouwd, wordt
het te graveren materiaal gelegd. Hierop is fotogra
fisch een foto- en lijnenbeeld aangebracht in dezelfde
schaal als die van de uiteindelijk gedrukte versie.
Deze schaal kan zodanig zijn dat het nodig is dat men
critische details van 0,1 mm nog moet kunnen onder-
scheiden. Dit heeft tot gevolg dat op een kijkafstand
van 15 - 25 cm gewerkt wordt. De gravures worden
vervaardigd met in diverse vormen geslepen kleine
naalden die in een soort vulpotloodhouder worden
gevat.
De oude werktafels waren voorzien van een massief
frame, waarbij het blad licht voorover hellend was
gemonteerd. Aan de onderzijde van de 4 poten bevon-
den zieh uitschroefbare pootdelen, met een bereik van
7 cm. In de laagste stand was de bladhoogte 84,5 cm
boven de vloer, terwijl de hoogte in maximale stand
91,5 cm bedroeg (de bladhoek was 3°). Als alleen de
achterste poten werden uitgeschroefd (de tafel stond
dan scheef) bedroeg de bladhoek 9°.
Door de toegepaste constructie moet zo'n instelmoge-
lijkheid als een semi-permanente worden beschouwd;
doordat de tafel opgetild moest worden om iets aan
de instelling van bladhoek of tafelhoogte te veranderen
werd hiervan zeer weinig gebruik gemaakt.
De voorzieningen voor de lichtbak waren in een, zieh
onder de gehele tafel uitstrekkende 15 cm dikke, licht
bak ondergebracht. Onder het lichtvenster waren 4
fluorescentielampen van 20 Watt gemonteerd. Direct
daaromheen waren de benodigde voorschakelappara-
ten en gloeistroomtransformatoren geplaatst.
De meeste graveurs gebruikten een extra bureaulamp
om het vaak donkergekleurde model te verlichten. Er
werden verschillende typen gebruikt, soms voorzien
van zelfvervaardigde papieren kapjes om een betere
afscherming van de lichtbron te verkrijgen.
De oude tafel en de gevolgen daarvan
voor de werkhouding
Door het werken met zeer gedetailleerde kaarten en
de daarbij vereiste nauwkeurigheidwordt op een kijk
afstand tussen oog en werkvlak van 15 - 25 cm ge
werkt. Om het graveerwerk met de vereiste nauw-
keurige motoriek uit te voeren, worden beide onder-
ff
175cm
max
91.5 mm
cm 84,5
cm
150 cm -
59 cm
J
L_
80
cm 1
4P5
cm
I
i
r~
lichtvenster
Figuur 1 De oude tafel in zij- en bovenaanzicht.
De totale hoogte van de tafel ön de hoek van
het tekenblad kon veranderd worden met
behulp van de uitschroefbare pootonder-
stukken.
armen op het tafelblad afgesteund. Bij de oude tafels
ontbrak de mogelijkheid om op eenvoudige wijze iets
aan de instelling van tafelhoogte en bladhelling te ver
anderen.
Bovengenoemde factoren waren verantwoordelijk voor
het ontstaan van een zeer statische werkhouding.
Houdingverandering in de loop van de dag en in de loop
der jaren trad nauwelijks op. Dit kon trouwens ook
nagenoeg niet omdat de mogelijkheden daartoe ont-
braken. De karakteristieke werkhouding was dat men,
met de armen op het blad liggend bij een kleine kijk
afstand, het hoofd diep tussen de schouders had.
Het bovenlijf hing dus min of meer aan de schouder-
kommen (zie foto's).
In dit licht gezien mögen de schouder-, nek- en boven-
rugklachten geen verbazing wekken.
Ten aanzien van de lichaamsdelen onder het tafelblad-
niveau, lagen de zaken al niet veel gunstiger. De af-
steuning van het lichaam op de stoel, de plaatsing van
48
KT 1981. VII. 4