Eisen voor een nieuwe tafel en de ruimte voor de benen werd min of meer bepaald door de houding van het bovenlichaamEen andere invloedrijke factor was de "dikke" lichtbak (15 cm). Hierdoor werden de zitvrijheid en de na het in positie brengen van het bovenlichaam nog overblijvende been- ruimte nog verder beperkt. In het algemeen werd dan ook geconstateerd dat lange(re) graveurs, (omdat de dikte van de lichtbak onvoldoende vrije beenruimte overliet) hun stoel vrij ver naar achteren zetten en dan op het voorste gedeel- te van de stoel zitting zaten. Het gevolg daarvan was dat de onderrug geen afsteuning vond tegen de rugleu- ning. Kleine(re) personen zaten iets gunstiger, zij het dan dat ze meestal niet of moeilijk met hun voeten bij de grond konden komen. In sommige gevallen had men dit probleem opgelost door plaatsing van een voeten- steun. In de literatuur is nauwelijks iets te vinden over deze speciüeke werktafels. Daarom zijn de navolgende eisen gebaseerd op een analyse van werktaak en werk- houding aan de hand van metingen in de oude situatie en bestudering van fotomateriaal daarover. Eveneens werd door uitvoerige gesprekken met de betrokkenen inform atie verkregen. De uitgangspunten (uitgaande van zittend werken) zijn: 1. De tafel dient een zodanig hoogte-instelbereik te hebben dat zowel kleine als lange personen de tafelhoogte naar hun behoefte kunnen instellen. Wil de hoogteverstelling werkelijk gebruikt wor den, dan zal deze op zeer gemakkelijke wijze moe- ten kunnen geschieden. 2. Mogelijkheid tot verstelling van de tekenvlakblad- hoek vanuit de horizontale stand tot ca. 10°. Hoe- ken groter dan 10° achten graveurs niet wenselijk, omdat dan het te bewerken materiaal en de gebruik- te tekenattributen van de tafel zullen glijden. Aan- gezien de verwachting werd uitgesproken dat blad- hoekinstelling niet zofrequent zal ver anderen, wor den aan de eenvoud van bediening niet zulke hoge eisen gesteld. 3. Voor een goede zithouding zal de dikte van tafel blad en lichtbak samen, niet meer mögen bedragen dan 8 cm. 4. De obstakelvrije beenruimte-diepte, gemeten van- af de tafelvoorrand, moet op kniehoogte minimaal 45 cm en op vioerniveau minimaal 65 cm bedragen. 5. Het tafelframe en het schuinstaande blad zullen vol- doende stabiel moeten zijn. 6Aan de voorzijde van de tafel moet een anti-knik- rail aangebracht worden, zodat grote tekenvellen tussen tafelrand en rail door kunnen worden ge- voerd en er geen gevaar bestaat dat ze knikken door het afsteunen van het lichaam tegen de tafel rand. 7. Het ladenkastje, voor het opbergen van materiaal en persoonlijke bezittingen, dient zowel links als rechts onder de tafel te kunnen staan. Gestreefd dient te worden naar een los verrijdbaar kastje dat op elke piek gezet kan worden. Eisen voor de lichtbak Zowel lichttechnisch als mechanisch worden aan de lichtbak hoge eisen gesteld. De eisen zijn hieronder nader gespecificeerd: 1. Een homogeen lichtend oppervlak. Als criterium wordt gehanteerd dat de luminantie van de donker- ste piek niet lager mag zijn dan 70% van de hel- De foto's tonen de werkhouding bij de oude tafels. KT 1981. VH.4 49

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1981 | | pagina 51