derste piek. 2. Er mag geen lampflikkering waar te nemen zijn, ook niet bij veroudering van de lampen. 3. De luminantie dient over een trajekt van ongeveer een factor 10 flikkervrij instelbaar te zijn. Een continue lichtregeling heeft de voorkeur, maar een trapsgewijze instelling met 5 7 niveaus is ook toegestaan. 4. De hoogste luminantie zal op het centrale deel van het lichtvenster niet minder dan 800 cd/m^ mögen zijn. Omdat het nogal lastig is om de luminantie te meten kan met een goede luxmeter, met de licht- gevoelige cel op de glasplaat gelegd, nagegaan wor den of de meter minstens 2500 lux aanwijst. 5. De grootte van het lichtoppervlak zal voor de graveerwerkzaamheden minimaal gelijk moeten zijn aan dat van de lichtbak in de oude tafel50 x 60 cm. 6. De door de lichtbak geproduceerde hoeveelheid wärmte zal zo klein moeten zijn dat daardoor geen veranderingen in de eigenschappen van het negatief- materiaal kunnen optreden. 7. De dikte van tafelblad lichtbak mag de 8 cm niet overschrijden omdat anders de vrijheid van werk- houding te veel wordt beperkt. 8. Voorschakel- en dimapparatuur mögen geen noe- menswaard geluidniveau of trillingen veroorzaken. Dit geldt ook voor het geval een Ventilator nodig zou zijn om geforceerd de wärmte uit de lichtbak af te voeren. 9. De in het tafelblad verzonken glasplaat van de licht bak dient met het bovenvlak volkomen gelijk te liggen met het bovenvlak van de tafel. De ruimte tussen de glasplaatranden en het aansluitende tafel blad mag geen hinder geven bij het tekenen. 10. De gehele tafel, inclusief de lichtbak, dient te vol- doen aan de normen voor electrische veiligheid. N.B. Vooral de punten 3, 4, 5 en 6 zijn gedeeltelijk voortgekomen uit de ervaringen van de gebrui- kers met de oude tafel en lichtbak. De hardheid van de eisen was in het algemeen moeilijk na te gaan. De meeste werden gerelateerd aan de oude tafel. Het IZF zag geen aanleiding om ver- andering in deze uitgangspunten aan te brengen. Zittend of staand werken In het algemeen is het goed als men de keus heeft uit zittend of staand werken. Er werd dan ook gezocht naar een meubel met een dermate grote hoogte- en bladhoekinstelbaarheid dat de beide mogelijkheden, zittend of staand werken, open bleven. Inventarisatie van de werkzaamheden en een nadere discussie met de tekenaars en andere betrokkenen leerden, dat staand werken met een bijna verticaal tekenvlak niet gewenst is. Het is daarbij niet moge- lijk de armen op het tekenblad af te steunen. Dit is in verband met het priegelige karakter van het graveer- werk nodig. In overleg met de betrokkenen werd de eis voor het instelbereik van de tekentafelbladhoek daarom terug- gebrächt tot max. 15°t.o.v. het horizontale vlak. Daarmee werd tevens een betere stabiliteit bereikt. De tafelhoogte moet wel gemakkelijk instelbaar zijn, omdat men daardoor ook zittend de bladhoogte gemak kelijk moet kunnen aanpassen aan zijn eigen lichaams- lengte Marktinventarisatie Een uitgebreide inventarisatie van op de markt zijnde tafels leerde dat ze praktisch alle zijn gebouwd om er staande of kortdurend zittende aan te werkenMen gaat uit van een tekenmachine-frame met een in het teken blad ingebouwde lichtbak. Losse opzetlessenaars met een ingebouwde lichtbak zullen verder buiten beschouwing worden gelaten, omdat deze voor dit doel absoluut ongeschikt zijn. De op een tekenmachine-frame gebaseerde tafels vie len praktisch alle af, meestal omdat het niet mogelijk is daaraan langdurig zittend in een verantwoorde werk- houding te werken: - de totale tafelbladdikte (tafelblad lichtbak) is te groot: 15 tot 20 cm; - de middenzuil öf de op of net boven de vloer liggende dwarsbalk maakt een langdurig zitten in een verant woorde werkhouding onmogelijk; - de bladhoekinstelling schamiert niet aan de voorzijde van het blad maar in het midden, waardoor ook telkens de tafelhoogte moet worden aangepast. Op grond van deze inventarisatie werd besloten in eerste instantie een tafel van dön bepaald merk nader op zijn geschiktheid te beoordelen. Dit type is voor- zien van twee zuilen aan weerszijden van de tafel, ver- bonden door een verbindingsbalk tussen de zuilen. De bladhoek is bij de originele versie d.m.v. een hand- greepbediening instelbaar, terwijl het blad zelf om de voorrand schamiert (instelbaar van 0 tot 90°)Het blad werd in de oorspronkelijke versie alleen aan de voorzijde ondersteund. De hoogteverstelling van het gehele blad geschiedt met een electromotortje dat met een drukknop aan de voorzijde van de tafel in- en uitgeschakeld wordt. Modificaties aan de tafel De gekozen tafel was geschikt en de fabrikant bleek bereid de nodige modificaties uit te voeren. De volgende aanpassingen werden aan de tafel verricht. De op kniehoogte aangebrachte verbindingsbalk tussen de beide tafel zuilen was te dicht bij de voorrand van de tafel geplaatst. De balk werd verder naar achteren geplaatst waardoor de vereiste vrije beenruimte ont- stond De verstelling van het tekenblad was erg moeilijk te bedienen. Tevens was de bladbevestiging erg insta- biel, waardoor de kans op bladtrilling en scheeftrekken groot was. Door het aanbrengen van een verstelmecha- nisme met een starre koppeling en een bladondersteu- ning aan de achterzijde werden deze Problemen onder- vangen. De bladhoek is instelbaar tussen 0 en 15°. Aan de tafelachterzijde werd een extra blok van 4 wandcontactdozen aangebracht waardoor de electrische voeding van tafel tot tafel kan worden doorverbonden en, zonodig, losse electrische hulpapparatuur kan worden aangesloten. Aan de tafelvoorrand werd een anti-knikrail aange bracht. De bij het meubel behorende ladenkastjes werden van zwenkwieltjes en een handgreep voorzien zodat ze ge makkelijk verplaatsbaar zijn. 50 KT 1981. VII. 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1981 | | pagina 52