2200
3050
2300 3000
ster aangezien het overige deel symmetrisch is.
Figuur 3 Gemeten waarden op een
luxmeter bij een op maxi
male luminantie ingestelde
lichtbak
Ve rwachtingen voor de houdingsverbe-
tering bij de nieuwe tafel
De vraag of de vroeger gesignaleerde werkhoudings-
problemen bij het werken aan de nieuwe tafel geheel
van de baan zullen zijn moet negatief beantwoord
worden. Dit omdat de eigenlijke oorzaak van de Pro
blemen niet is weggenomen: de kijkafstand van 15 -
25 cm, nodig voor een voldoend nauwkeurige grave
ring. In de overlegvergaderingen is door het IZF
dan ook de suggestie gedaan om bij het graveren van
de kaarten een zodanige schaal te kiezen dat bij een
normale kijkafstand van 40 cm gewerkt kan worden.
Nadat de graveer- en eventuele andere werkzaam-
heden zijn uitgevoerd, kan de kaartvergroting
weer tot de tot nu toe gebruikte schaal worden terug-
gebracht. Ook de visuele Problemen die ten grond-
slag lagen aan de vraagstelling en rapportage van
Deel 1 (rapport IZF 1978 - 14) zouden dan niet of
nauwelijks meer optreden.
De IZF-voorstellen over het werken op een grotere
schaal werden door de Topografische Dienst op
technische gronden verworpen.
Uit het bovenstaande mag echter niet de conclusie ge-
trokken worden dat de nieuwe tafel in het geheel geen
gunstige invloed op de werkhouding zal hebben, want
dit zal zeker wel het geval zijn. Allereerst zal men,
groot of klein, nu in Staat zijn om door een goede
instelling van de tafel en stoel een zo min mogelijk
belastende werkhouding aan te nemen. Vervolgens
zal men in de loop van de dag gemakkelijk van houding
kunnen veranderen door een andere tafel- en stoel-
instelling. Tenslotte kunnen kleinere mensen nog
staande werken als de tafel in de hogere standen wordt
ingesteld.
Instellen van de goede werkhouding
Vooropgesteld dat een ideale werkhouding vanwege de
benodigde kijkafstand niet mogelijk zal zijn, zijn toch
wel uitgangspunten te geven voor een zo min mogelijk
vermoeiende lichaamsbelasting. Deze zijn:
- de stoelzitting zo instellen dat de voetzolen op de
grond geplaatst kunnen worden en de onderbenen een
rechte hoek vormen met de bovenbenen
- de tafelhoogte en bladhoek zo instellen dat de ge-
wenste kijkafstand ontstaat bij een zoveel mogelijk
gestrekte bovenrug;
- stoelrugleuning zo instellen dat een zo goed moge-
lijke steun voor de lendenen verkregen is.
In de oude situatie bij de Topografische Dienst en bij
vergelijkbare situaties eiders werden stoelen aange-
troffen die niet voldoen aan de specifieke eisen die de
werkhouding stelt aan de stoelen van de graveurs.
Het aanbevelen van een bepaald stoeltype is een lasti
ge zaak, omdat er voor deze werkzaamheden nauwe
lijks stoelen zijn die aan alle gestelde eisen voldoen.
In het rapport (IZF 1981-14) werd een lijst met 18
richtlijnen opgenomen waaraan de graveursstoel zou
moeten voldoen.
Een losse bureaulamp is veelal nodig om het meestal
donkergekleurde model te verlichten. Hierbij zijn van
belang:
- voorkoming van verblindingshinder
- voorkoming van spiegelingshinder
- goede mechanische instelbaarheid
- voldoende stabiliteit, ook bij verandering van de
tafelinstelling;
- geringe warmteproductie
- indien gewenst: regeling van de verlichtingssterkte.
In de eerste plaats moet voor de lichtbron een keuze
gemaakt worden uit TL of gloeilamp waarbij beide
soorten - gelet op de bovengenoemde punten - hun
eigen specifieke voor- en nadelen hebben.
De voordelen van gloeilampverlichting zijn, dat deze
eenvoudiger en beter te richten en goed dimbaar is.
Ook kan gemakkelijk naar eigen believen een sterkere
of zwakkere lamp worden toegepast. Het nadeel is de
grotere warmteproductie
Voor TL-verlichting geldt bijna het omgekeerde, nl.
deze is moeilijker af te schermen, is niet dimbaar
maar heeft nagenoeg geen warmteproductie.
Geadviseerd wordt om de gebruikers te laten kiezen
uit de twee soorten verlichting, waarbij wel wordt aan-
geraden voor beide soorten te laten kiezen uit een type
dat zoveel mogelijk aan bovengenoemde punten voldoet.
Het punt van de spiegelingshinder heeft minder met
de soort verlichting te maken alswel met de plaatsing
van de armatuur; er zal veel kans op spiegelingshinder
zijn wanneer het armatuur tegenover de waarnemer
wordt geplaatst, terwijl bij plaatsing terzijde van de
waarnemer weinig of geen hinder optreedt. Ter ver-
krijging van voldoende stabiliteit, ook bij het verstel
len van de tafel, verdient het aanbeveling de lamp
d.m.v. een klemschroef-verbinding aan de tafelrand
te bevestigen.
Algemene ruimteverlichting
Aan de algemene en werkplekverlichting dienen de
nodige eisen te worden gesteld. In de eerste plaats
zal de verlichtingssterkte moeten zijn aangepast aan
het werken op de lichtbak, en vervolgens zullen spie
gelingen van de lichtbronnen in het graveermateriaal
en in de modellen moeten worden voorkomen.
Betreffende de verlichtingssterkte op het werkvlak
kan het volgende worden opgemerkt: bij normaal teken-
52
KT 1981. VII. 4