werk, wanneer met een grote mate van nauwkeurig- heid gewerkt moet worden, zal een vrij hoge verlich- tingssterkte op het werkvlak vereist zijn (ca. 1000 lux)Dit geldt voor de kartografische werkzaamheden niet, omdat men het hier voornamelijk moet hebben van het in de lichtbak geproduceerdedoor de graveer- gids vallende, licht. Een hoge verlichtingssterkte op het werkvlak kan zelfs het licht van de lichtbak over- spoelen. Anderzijds is niet eenvoudig aan te geven hoe hoog de verlichtingssterkte dan wel moet zijn. De be- hoefte blijkt individueel erg te verschillen. Ook de dekking van de graveergidsen varieert onderling nogal. In het uitgewerkte voorbeeld (zie figuur 5) zijn deze individuele vrijheid en het voorkomen dat de licht- bronnen in de negatieven gespiegeld gezien kunnen worden, uitgangspunten geweest. Zoals uit de volgen- de figuren zal blijken zullen daartoe alleen armaturen in aanmerking komen die van een scherpe zijdelingse bundel- en luminantiebegrenzing zijn voorzien. Toelichting bij de verlichtingsfiguren. In figuur 4a is een doorsnede van de ruimte met een tafel gegevenDe figuur is gebaseerd op de volgende maten: - tafelhoogte85 cm - tafeldiepte 80 cm - ruimte tussen de tafelrijen: 170 cm; - hoogte plafond/armatuurvlak boven de vloer: 240 cm. Uit de figuur is te lezen dat armaturen zieh in prin cipe niet binnen de aangegeven zöne mögen bevinden omdat ze dan in het graveermateriaal of het model gespiegeld zullen worden gezien. De consequentie hiervan zou zijn dat zieh maar weinig tafel s in een ruimte kunnen bevinden omdat de rijen erg ver uit elkaar geplaatst zouden moeten worden. Deze beperking kan aanmerkelijk worden terugge- bracht door middel van armaturen met een sterk be grenzende uitstraling naar opzijIn de figuren 4b en 4c is te zien hoe de opstelling kan worden als arma turen worden toegepast met een bundelbgrenzing tot 45° in zowel de dwars- als de langsrichting van het armatuur. Uitgaande van de prineipes ter voorkoming van spiegelingen en de wens tot individuele vrijheid bij het kiezen van de verlichtingssterkte op het werk vlak, is de plattegrond van figuur 5 opgezet. In de opstellingen A, B en C zal geen hinder van spie gelingen worden ondervonden, veroorzaakt door de ruimteverlichting. In opstelling D is dit in geringe mate het geval. Het geareeerde deel geeft aan in wel ke delen van het tafeloppervlak de lichtbronnen ge spiegeld gezien kunnen worden. Hoe aan de verschillende individuele eisen betreffen de de verlichtingssterkte op het werkvlak kan worden tegemoet gekomen, is voor de verschillende opstel lingen in figuur 5 ingetekend. Voor iedere opstelling is voor ddn tafel de verlichtingssterkte op twee pun- ten van het tafelblad ingetekend. Hieruit blijkt dat door een geringe verschuiving van de tafel t.o.v. de armaturen een vrij grote keuze in de verlichtings sterkte mogelijk is. Het aardige van deze armaturen- opstelling is ook dat er ondanks de sterke bundel- begrenzing toch geen voor het visuele comfort te gro te sprongen in de verlichtingssterkte binnen de ruim te optreden. Tevens kan het volgende worden opge- merkt. Voor personen die weinig licht op de graveergids ver- dragen, kan worden uitgegaan van opstelling A. Het is goed denkbaar dat zij een aanvullende verlichting op het model willen hebben, die bereikt kan worden door plaatsing van een losse bureaulamp op de tafel. Ter voorkoming van beschadiging van het model wordt dit momenteel in een plastic hoesje geplaatst. Aange- zien dit slappe plastic aan alle kanten bobbelt zullen spiegelingen daarin nauwelijks voorkomen kunnen wor den. Geadviseerd wordt dan ook ze op te bergen in een houdertje waarvan de voorzijde bestaat uit een stukje ontspiegelde kunststofplaat. Bij een grotere armatuurhoogte zullen de tafelrijen evenredig veel verder uit elkaar moeten worden ge plaatst (armaturen b in figuur 4b) en zijn de in figuur 5 aangegeven niveaus niet meer van toepassing. Sum m ary The Topographie Service requested the Institute for Perception to advise about the ergonomics of map engravers Workstations As the different aspects of the advice are very much interwoven, a complete review concerning all the different ergonomic issues is given. The most im- portant aspects are the worktable, sitting, the engraving task itself, working attitudes and general and local lighting. The requirements of each of these points are quite exaeting because of the high Performance demands of the task. Düring the project much attention was paid to the development of a new worktable specially designed for this type of work. 54 KT 1981. VII. 4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1981 | | pagina 56