dienen (8). Aan het ITC kon hij zieh tot een centrale
figuur ontwikkelen, te midden van wat hij in zijn
Inaugural Address "Turbulent Cartography" (9) noem-
de. Pas vanuit een centrale positie als hoofd van het
Cartographic Department werd de integratie van de
deelwetenschappen een realiteit. Tot heil van het
onderwijs aan Studenten voor wie de definitie van
Kartografie nog ingevuld moest worden.
Afscheid
Mijn inwilliging van het verzoek een artikel bij het
afscheid van collega Ormeling te schrijven was ver-
mengd met tegenzin. Veroorzaakt door het consume-
ren van een overmaat aan artikelen bij mijn afscheid
in Oktober 1981. Gevolgd door het aantrekkelijke voor-
uitzicht eindelijk eens een schrijver die zieh over
mijn karaktereigenschappen geuit had van repliek te
dienen. Het analyseren van eigenschappen in een per-
soon waarmee je regelmatig verkeert is een normaal
proces waarmee iedereen op elk moment bezig is.
Het formuleren van je bevindingen in een geschrift is
eigenlijk een vorm van onbevoegd uitoefenen van de
Psychologie. Sedert Jan-Erik Romein een begin ge-
maakt heeft met karakteranalyse in de rubriek Karto
grafie van het Geografisch Tijdschrift VII (1973) nr.
5 is "het hek van de dam" zoals ze in West-Friesland
zeggen.
Toen ik nadacht over de vorm waarin dit verhaal ge-
goten moest worden wist ik meteen dat het geen ver
haal van een levensloop zou zijn.
Inmiddels had ik veel geleerd uit de verhalen die
anderen over mijn karakter geschreven hadden. In
toenemende mate had ik mij er over verwonderd dat
Ormeling en ik bijna vijf en twintig jaar in goede har-
monie met elkaar omgaan, hoewel er meer verschil-
len dan overeenkomsten in karaktereigenschappen
tussen ons bestaan.
De vorm waarin dit verhaal tenslotte geschreven is
wil iets tot uitdrukking brengen van die verwondering
over dat samengaan. Het is een van die toevalligheden
in het leven wanneer je een "nova" in het heelal ziet
verschijnen. Zo heeft ieder mens wel ontmoetingen
gehad die een onvergetelijke indruk op hem gemaakt
hebben. Terugkijkend kan ik zonder voorbehoud zeg
gen dankbaar te zijn Fer Ormeling ontmoet te hebben.
Zowel om de verrijking van persoonlijke ervaringen
als om de verrijking die hij aan de inhoud van ons
vakgebied geschonken heeft.
Noten
1. Kartografisch Tijdschrift III (1977) 4, p. 15-26.
2. Drs. F.J. Ormeling en dr. D.G. Montagne. Het
Geografisch Instituut van de Topografische Dienst
te Batavia. T.A.G. LXVIII (1951) p. 1 - 20.
3. F. J. Ormeling: De groei van de kaart van Weste-
lijk Nieuw-Guinea. T.A.G. 1952, p. 199 - 225.
4. Voor de geschiedschrijving van het ITC zie:
W.Schermerhorn, Hoe en waarom het ITC ontstond.
ITC-publications, Delft, 1969.
5. F.J. Ormeling: Tien jaren Kartografische Sectie
(1958 - 1968). Geografisch Tijdschrift, Nieuwe
Reeks, Deel II, Oktober 1968, p. 383 - 399.
6. Voor geschiedschrijving van de International Carto
graphic Association raadplege menBibliography
1956 - 1972, E. Meijnen. ICA-publication, 1972.
7. F.J Ormeling Sr. Een geodetisch ingenieur als
bruggebouwer. Kartografisch Tijdschrift VII (1981)
3, p. 9-11.
8. Dr. F.J. Ormeling: Open Kaart. J.B. Wolters
Groningen, 1965, p. 3.
9. Ferdinand J. Ormeling: Turbulent Cartography.
Delft, 1972.
Sum m ary
The author describes with the use of analogies from
Astronomy Ormeling's impact on the rather conser-
vative Dutch cartographic scene, from his emergence
in 1955 onwards.
After his return from Indonesia in that year his wit
and erudition helped to assemble his colleagues in
1957 in a new Cartographic Section of the Royal
Netherlands Geographical Society, which gradually
won the recognition by both geodesists and geographers
and sueeeeded in building bridges both between
cartographic institutes in the Netherlands, and with
colleagues in cartography abroad. One of the highlights
of this period was the Organization of the 3rd Technical
Conference of ICA in Amsterdam in 1967.
His experience in developing countries, his experience
in practical cartography as atlas editor and as a
Professor of Economic Geography at the University
of Amsterdam and his courage in starting a new
endeavour at the age of 55, all made him suitable for
the post of Professor of Cartography at ITC, 15 years
ago in which he sueeeeded in integrating the diseiplines
of geography and cartography to the great benefit of
ITC and its students
12
KT 1982. VIII. 1