Nieuwe geologische kaarten voor Indonesie
R.P.G.A. Voskuil
Inleiding
In het voormalig Nederlands Oost-Indiö begonnen rond
het midden van de 19e eeuw de eerste geologische
onde r zoe hingen
De vele honderden geologen die in de loop van de 19e
en 20e eeuw in deze tropische archipel werkten, wer
den gekonfronteerd met een uiterst gekompliceerde
geologie. De Studie van deze geologie wordt op veel
plaatsen bemoeilijkt door uitgestrekt oerwoud en
dikke verweringslagen. Plaatsen waar gesteenten
aan de oppervlakte bestudeerd kunnen worden beper-
ken zieh vaak tot rivierbeddingen. De geoloog moet
zijn karteringstochten maken längs of in deze rivieren,
hetgeen gewoonlijk een zware en ongezonde bezigheid
is. Zwaar is ook het doorkruisen van de bergachtige
gedeelten van de grote eilanden, vooral buiten Java.
Bovendien bestaat de archipel uit enkele duizenden
eilanden met uitgestrekte zeeen en zeestraten ertus-
sen, waardoor de kartering van dit gebied veel moei-
lijker en tijdrovender is dan de kartering van een aan-
eengesloten gebied.
Kort historisch overzicht
Vanaf 1872 werden de resultaten van geologisch onder-
zoek in de vorm van rapporten en kaarten gepubliceerd
in het "Jaarboek van het Mijnwezen in Nederlandsch
Oost-Indie". Een uitzondering hierop vormden de
karteringen die in verschillende delen van de archipel
werden uitgevoerd door oliemaatschappijen. De hier-
bij verkregen gegevens waren in het algemeen niet
toegankelijk en konden dus niet worden gebruikt bij
de samenstelling van te publiceren geologische kaar
ten.
In 1927 werd begonnen met de eerste systematische
geologische kartering van Java en Sumatra, respek-
tievelijk op schaal 1 100.000 en 1 200.000.
Java met de omliggende eilanden zou worden bedekt
door 131 bladen. Het eerste blad van deze serie kwam
uit in 1933 en bij het uitbreken van de Tweede Wereld-
oorlog waren 11 bladen versehenen (fig. 1).
Voor Sumatra werd een plan gemaakt waarbij voor-
lopig alleen het zuidelijk deel zou worden gekarteerd.
Dit gebied zou worden bedekt door 43 kaartbladen,
waarvan het eerste blad in 1931 uitkwam. Als gevolg
van ingrijpende bezuinigingen moest de kartering van
Zuid-Sumatra echter in 1934 worden stopgezet. Van
13 bladen was intussen het veldwerk voltooid en deze
konden nog worden gepubliceerd in de daarop volgende
jaren (fig. 3).
Daarnaast werd al vanaf 1917 gewerkt aan de samen
stelling van een geologische overzichtskaart, schaal
1 1.000.000 van de hele archipel. Van de geplande
21 bladen zijn er uiteindelijk 12 versehenen (fig. 4).
Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog maakte
een einde aan alle karteringsaktiviteiten. Op dat
moment was ongeveer 4,5% van het totale landopper-
vlak van de archipel systematisch geologisch in kaart
gebracht.
Gedurende de eerste jaren na de oorlog kon door de
moeilijke politieke situatie nauwelijks enig veldwerk
worden gedaan. Pas na de souvereiniteitsoverdracht
in 1949 kon weer op bescheiden schaal worden begon
nen. Het aantal na de oorlog teruggekeerde ervaren
veldgeologen was echter zo klein dat alleen het aller-
noodzakelijkste werk kon worden gedaan. Een belang-
rijke stap vooruit was de oprichting van een opleiding
van Indonesische geologen aan de universiteit van
Bandung in 1950. Een groot deel van de afgestudeer-
den van deze opleiding kon direkt worden geplaatst
bij de Geologische Dienst in Bandung om mee te hel-
pen bij het inhalen van de achterstand.
Het merendeel van de eerder versehenen geologische
kaarten raakte in de vijftiger en zestiger jaren echter
snel uitverkocht en de mogelijkheden voor het (her-)
drukken van kaarten ontbraken vrijwel geheel. Om
toch aan de vraag naar geologische kaarten te kunnen
voldoen, werden door tekenaars van de Geologische
Dienst de bladen, waarvan de voorraad was uitgeput,
nauwkeurig overgetekend op transparant materiaal,
waarvan vervolgens lichtdrukken werden gemaakt.
Kwam er een bestelling voor een bepaalde kaart, dan
werd de hiervan gemaakte lichtdruk met verschillende
kleuren inkt zorgvuldig ingekleurd. Dit tijdrovende
proces liet geen grote produktie toe. Bovendien was
het vrijwel onmogelijk om deze op dun lichtdruk-
papier gedrukte kaarten met de niet watervaste inkt
langdurig in het veld te gebruiken. Modemisering
werd dringend noodzakelijk.
Een nieuw karteringsprogramma
Het Eerste Vijfjaren Plan ("Repelita I"), dat in 1969
van start ging, gaf eindelijk de gelegenheid om een
uitgebreid karteringsprogramma op te zetten. In het
begin ondervond men veel moeilijkheden als gevolg
van gebrek aan ervaring van de voor dit projekt
aangetrokken jonge geologen, het van veel gebieden
ontbreken van bijgewerkte topografische kaarten en
luchtfoto's en verwarring over stratigrafische naam-
geving. De Amerikaanse Geologische Dienst verleen-
de gedurende de eerste vier jaar hulp o.a. bij het
opzetten van een kartografische afdeling bij de
Geologische Dienst in Bandung en bij de opleiding van
personeel voor deze afdeling.
KT 1982. VIII. 1
35