generalisatie. En zo wordt er in het hoofdstuk Reproduktie wel erg veel aandacht besteed aan de vervaardiging van drukplaten, terwijl alle andere reprografi- sche facetten van het kartogra- fisch produktieproces (zoals de fotografie en kopie) slechts op zeer summiere en theoretische wijze behandeld worden. Onvoldoende aandacht besteedt de schrijver met name ook aan het doe en het gebruik van kaarten en hun funktie als kommunikatiemiddel. Dit gemis wordt wel zeer schrij- nend als in het tweede hoofdstuk wordt gesproken Over de keuze van Symbolen. Bij het voorstellen van de weergave van diverse terreinelementen geeft Loxton bijna alleen aan hoe die verschijn- selen meestal in topografische kaarten worden weergegeven ("The usual Convention is to show them byDe funktie van de kaart speelt in het boek van Loxton geen merkbare rol bij de keuze van de Symbolen en bijvoorbeeld ook niet bij de keuze van projekties, schaal of bladafmetingenMaar het steeds voor ogen houden waar- omwaarvoor en voor wie men kaarten maakt is toch een van de belangrijkste praktische richtlijnen die men een kaartvervaardiger kan meegeven Erg opvallend voor een elemen- tair leerboek over de karto- grafie is het ontbreken van illus- traties op veel plaatsen waar deze eigenlijk onontbeerlijk zijn. Voor het uitleggen van het verschil bis sen positief en negatief, of tussen rechtlezend en spiegelbeeldig, vervangt ään illustratie vele woor- den en is bovendien niet mis te verstaan. Hetzelfde geldt voor de verschillen tussen hoogdruk, diep- druk en vlakdruk en voor de behan- deling van verschillende kaartsoor- ten. Door het zeer elementaire karak- ter van de inhoud, de niet altijd even logische keuze van onderwer- pen en uitgangspunten en het op essentife'le plaatsen ontbreken van illustraties is het maar de vraag of het boek 'Practical Map Produc ta on' in de ontwikkelingslanden op optimale wijze aan het gestelde doel kan beantwoorden. In meer ontwikkelde landen, zoals Neder- land, voorziet het boek waarschijn- lijk niet in een bestaande behoefte, temeer daar hier boeken als 'Cartographic Design and Produc- tion' van Keates en 'Elements of Cartography' van Robinson, Sale Morrison gemakkelijk verkrijg- baar zijn. C.P.J.M. van Elzakker GEOLOGISCHE KAART VAN NE DER LAND 1 50.000. Blad Heerlen (62 W, Oostelijke helft, 62 0, Westelijke helft). 4 bladen, met Toelichting. 206 pp. ill. krtn. tab.doorO.S. Kuyle.a. Haarlem, Rijks Geologische Dienst, 1980. Prijs ca. f 25, Het verschijnen van dit blad was de aanleiding tot het organiseren van een tentoonstelling 'Oostelijk Zuid-Limburg op geologische kaarten' (april-mei 1981). Het gekarteerde gebied is dan ook een geologisch en landschappelijk zeer interessant en uniek gebied. Hier komen de oudste gesteenten aan of vlak onder het oppervlak voor (Tertiair, Krijt en Carboon, o.a. in de Heimansgroeve)Het gebied is doorsneden door breuken die ook in het landschap zichtbaar zijn. Ook economisch-geologisch is dit stukje Nederland belangrijk: steen- kool, bruinkool, zand, kalk, enz. Het in kaart gebrachte gebied is echter niet zo groot: 1/3 deel van het blad is nederlands, waarvan de topografie en de geologie zijn weergegeven, 2/3 is echter duits, waarvan alleen de topografie is ingetekend (Aken en omgeving) De uitgave telt in totaal 4 bladen: de hoofdkaart 1 50.000, en een bijkaart op dezelfde schaal, die als afgedekte kaart wordt beschre- ven. De kwartaire löss- en beek- afzettingen zijn weggedacht om de structuur van de oudere onder- grond beter tot z'n recht te laten komen. Verder is er een blad met 4 kaartjes 1 100.000 (Afzettingen van de Maas, Bovenkant Krijt, Bovenkant Carboon en Hydrogeolo gie) Het Vierde blad toont acht profielen (1 50.000 horizontaal en 1 2000 vertikaal)Het geolo gisch veldwerk, voornamelijk vanuit het Geologisch Bureau te Heerlen, is gestart in 1963 en be- eindigd in 1974. De Toelichting geeft uitvoerige, goed leesbare en leerzame informatie over de op de kaarten verwerkte gegevens; er zijn veel foto's, kaartjes, ta- bellen en tekeningen in opgenomen. Verder omvat dit boekwerk de beschrijving van een geologische excursie, een uitgebreide litera- tuurlijst en een aantal bijlagen, zoals tijdtabellen, legenda's, classificaties, en een lijst met definities. Het enige minpunt is m.i. het plastic hoesje, dat te klein en te zwak bleek te zijn voor de vele informatie, en al spoedig inscheurde Wim van den Dries GLAS, EllyInventaris van archi- valia afkomstig van H. A. Henrici, belast met de kartering en explo- ratie van Borneo 1823-1838. 's-Gravenhage, Algemeen Rijks- archief, 1981. 24 pp. Baron Henri Albert Henrici (1783- 1838), sinds 1820 in dienst van de Generale Staf in Nederlands-Indiö', werd vanaf 1823 door het Ministe- rie van Oorlog belast met de kar tering en exploratie van Borneo. Zijn werkzaamheden zijn daarbij beperkt gebleven tot de west- en zuidkust en aangrenzende binnen landen. Bij zijn dood in 1838 liet hij een archief na dat nu berust bij de Kaartenafdeling van het Algemeen Rijksarchief te 's-Gra- venhage Deze inventaris geeft in 78 inven- tarisnummers een overzicht van de inhoud van dit archief, dat voor het grootste deel betrekking heeft op de genoemde kartering van Borneo. Naast kaarten bevat het een joumaal, aan tekeningenrap- porten en correspondentie. Een negental bladwijzers vergemakke- lijken het opzoeken van de kaarten en maken duidelijk hoe de ver schillende kaartseries aan elkaar aansluiten. A. van Slobbe 48 KT 1982. VIII. 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1982 | | pagina 50