150 J AAR KADASTER - KARTOGRAFENDAGEN 1981 Op donderdag 12 en vrljdag 13 november 1981 werden bij de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers (KADOR) in Apeldoorn de jaarlijkse kartogra- fendagen gehouden. Vooruitlopend op het jubileum dat het KADOR in 1982 viert luidde het onderwerp van deze dagen: 150 jaar Kadaster. Het programma stond geheel in het teken van de grootschalige kartering van Nederland en met name de plaats daarin van de Grootschalige Basiskaart Neder land (GBKN)De belangstelling voor dit, nog niet eerder op stu- diedagen behandelde, deelgebied van de kartografie was groot, wat bleek uit het aantal deelnemers: ca. 80 op donderdag en ca. 95 op vrijdag. In zijn welkomstwoord legde de waarnemend hoofddirekteur van het KADOR, de heer Resink, direkt de vinger op de zere piek: kartografen hebben de grootscha lige kartering van Nederland lange tijd verwaarloosd, maa daarnaast hadden geödeten weinig oog voor het kartografisch aspekt bij de grootschalige kaartvervaardiging. Toenadering tussen geödeten en kartografen is inmiddels al wel gezocht, maar toch sprak hij de hoop uit dat door deze kartografen- dagen beide groepen nog dichter bij elkaar zouden komen. Na de opening door de voorzitter van de NVK, de heer Piket, kreeg de heer Hoos (Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat) als eerste het woord. Zijn lezing ging over 'Systemen voor het vervaardigen van grijs-zwart afdrukken', waar- bij hij uitging van de eisen die door de gebruikers aan grootschalige basiskaarten worden gesteld. De drie belangrijkste eisen zijn: topografie in ondertoon (waarop leidingen in zwart kunnen worden aangebracht)topografie aan de achterkant van de film (waardoor bij mutatie van de leidingen de topografie niet wordt beschadigd) en als laatste het weg kunnen be lichten van de topografie (waar door deze kan worden gemuteerd zonder herkartering van de lei dingen) Op verschillende manieren kan aan deze drie eisen worden voldaan. Er werden drie soorten Systemen besproken, die werken op basis van resp. halogeenzilveremulsie (fotografische film)chroomzout- emulsie (wash-off film) en diazo- emulsie. De diverse mogelijkheden van elk systeem werden met teke- ningen toegelicht. Uit de discussie bleek dat men in de praktijk de keuze bepaalt op grond van het type systeem (dus de werkwijze) en niet op basis van de kostprijs. Er bleek geen duidelijke voorkeur voor ddn van de drie Systemen. Na een uitstekend verzorgde lunch werd de middag besteed aan een rondleiding over verschillende sekties van de bureaus fotogram- metrie en reprografie. Na een inleiding door de heer Van Gent (KADOR)die in vogelvlucht uit- legde wat fotogrammetrie is, ver- spreidden de deelnemers zieh in vijf groepen door het KADOR- gebouw. De rondleiding Voerde door de instrumentenzaal foto grammetrie en naar de afdelingen fotografie, microverfilming en montage/kopie. De tweede dag, vrijdag 13 novem ber, zou geheel gevuld worden met lezingen. Wegens ziekte kon de voordracht van de hoofddirek teur van het KADOR, de heer Dekker, echter niet doorgaan. Hij had willen praten over de maat- schappelijke betekenis van het Kadaster en zijn kaarten. Dit aspekt kwamna enige improvi- satie, toch nog aan de orde. Door middel van een geluid-diapresen- tatie werd een duidelijk beeld ge- geven van het wat, hoe en waarom van het Kadaster. Voor wie het allemaal nog eens rüstig in zieh wilde opnemen stond er een ten- toonstelling opgesteld die daar voorlopig blijft staan ter gelegen- heid van het 150-jarig jubileum. Na de koffie ging de heer Koen (KADOR) dieper in op ddn aspekt van het KADOR, namelijk de vervaardiging van de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN) Na een kort historisch overzicht waarin nog eens gememoreerd werd waarom tot een GBKN beslo- ten is, kwam hij bij de kaart zelf. Het belangrijkste doel van deze basiskaart is het bevorderen van de uitwisselbaarheid van de door de gebruikers toegevoegde gegevens zoals leidingen. De vervaardiging gebeurt nog niet systematisch maar geschiedt op projektbasis omdat deze self-supporting moet zijn (de gebruiker betaalt)De schaal van de basiskaart bedraagt 1 500 (sterk verstedelijkt gebied), 1 1000 of 1 2000 (landelijk ge bied). In zijn betoog pleitte de heer Koen voor een beter aan- sluiten van de GBKN op de behoef- ten van de gebruikers door een terugdringen van de (dure terrestri sche) landmeetkundige aspekten en een meer benadrukken van de informatieve aspekten. Een grotere vervaardigingssystematiek ziet hij als zeer gewenst. Dit zou be- reikt kunnen worden in overleg met de provinciale kaarteringscommis- sies, waarin zowel kaartgebrui- kers als kaartproducenten zitting hebben. Om dit alles te realiseren opperde de spreker de suggestie om het beleid om te buigen naar de produktie van een eenvoudige kaart. Deze zou, als de financife'le middelen weer toenemen, kunnen uitgroeien tot een,geodetisch en kartografisch gezien, volwaardiger kaart. Aansluitend op de heer Koen legde de heer Roosma (Watermaatschap- 6 KT 1982. VIII. 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1982 | | pagina 8