De bodemstatistiek van het CBS
L. Bunschoten
Wat is de bodemstatistiek
De bodemstatistiek is een benaming voor een verza-
meling aktiviteiten bij het Centraal Bureau voor de
Statistiek (C.B.S.) met als doel het produceren van
gegevens over het bodemgebruik en de veranderingen,
die daarin optreden. Daartoe verzamelt het C.B.S.
gegevens over het ruimtegebruik voor bijvoorbeeld
woongebied, industrieterreinen, wegen, recreatie-
terreinen en van enkele vormen van ruimtebeslag die
niet direct aan een aktiviteit worden toebedeeld, zo-
als water, bos en natuurterrein.
Historisch overzicht
AI vele tientallen jaren lang worden er gegevens ver-
zameld met betrekking tot het bodemgebruik, van
gedeelten van Steden en, later, van het heleland.
Eerst in 1946 is de bodemstatistiek in het takenpak-
ket van het C.B.S. opgenomen. Vanaf dat jaar ver-
zocht het C.B.S. aan de gemeenten jaarlijks een vra-
genlijst in te vullen met betrekking tot het bodemge
bruik in hun gebied per 1 januari, terwijl daarnaast
werd gevraagd naar een aantal speciüeke wij zigingen
daarin in het afgelopen jaar. Met de vragenlijst werd
een körte toelichting meegezonden. Teneinde een
uniforme uitleg van de gehanteerde begrippen te ver-
krijgen en om enige controle te hebben op de gemeen-
telijke opgaven is in 1953 een samenwerking met de
Topografische Dienst tot stand gekomen. Mede ten
behoeve van de bodemstatistiek werd op aandrang
van de toenmalige Rijksdienst van het Nationale Plan
en het Ministerie van Landbouw en Visserij begonnen
met de vervaardiging van de topografische kaart
1 10.000. Voor het C.B.S. tekende de Topografische
Dienst het bodemgebruik op deze kaarten in en bepaal-
de vervolgens daarvan met behulp van planimeters de
oppervlakte en legde dit vast per kaartblad en per
gemeente. Deze meting begon in 1953 en werd vol-
tooid in 1966. In 1967 is aangevangen met een tweede
meting.
Van de metingen, verricht door de Topografische
Dienst, zijn gegevens beschikbaar, zowel de kaart-
fragmenten als de daar bijbehorende meetuitkomsten
in honderdste hectaren.
In 1971 is het C.B.S. begonnen met de voorbereidin-
gen voor de vernieuwing van de statistiek. Daarbij
werd aandacht besteed aan zowel de klassificatie en
de begripsomschrijving als aan de verzamelmethode
en de gegevensverwerking.
Klassificatie
Een werkgroep, bestaande uit medewerkers van de
Rijksplanologische Dienst en het C.B.S. kwam al
snel tot de conclusie dat de bodemstatistiek betrek-
kelijk elementaire informatie zou moeten verschaffen.
Daarbij blijft de mogelijkheid bestaan dat anderen,
in aansluiting daarop nadere informatie kunnen ver-
zamelen. Deze gedachte werd ingegeven door het
feit, dat een aantal voor de hand liggende vormen
van bodemgebruik, zoals wegen, woongebied,
industrieterreinen, sportterreinen, bos en natuur
terrein, stuk voor stuk het "werkterrein" zijn waar
overheidsinstanties en particuliere organisaties zieh op
richten. Dit leidt voor elke onderscheiden vorm van
bodemgebruik tot een vloed van vragen met betrekking
tot extra detailleringen. De mogelijkheid om op niet
al te lange termijn een systeem van de grond te
krijgen, waarbij ook aan al deze speciüeke belang-
stelling tegemoet zou worden gekomen, werd niet
groot geacht.
Na overleg met een groot aantal belanghebbende in-
stanties is uiteindelijk gekozen voor de navolgende
klassificatie. Deze is deels gebaseerd op het gebruik
van de bodem, deels op de topografische gesteldheid.
1.
Spoor-, tram- en metrowegen
2.
Verharde wegen
3.
Onverharde en halfverharde wegen
4.
Vliegvelden
5.
Waterreservoirs
6.
IJsselmeer
7.
Waddenzee, Eems, Dollard
8.
Noordzee
9.
Zeeuwse strömen
10.
Overig water breder dan 6 meter
11.
De lf stofwinning
12.
Industrie- en haventerreinen
13.
Soeiaal-culturele voorzieningen
14.
Overige openbare voorzieningen
15.
Handel
16.
Dienstverlenende sector
17.
Woongebied
18.
Wonen-werken gemengd
19.
Bouwterreinen voor industrie- en haventerreinen
20.
Bouwterrein voor overige bestemmingen
21.
Stortplaatsen
22.
Wrakkenopslagplaatsen
23.
Begraafplaatsen
24.
Sportterreinen
25.
Volks tuinen
KT 1982. VIII. 2
13