De FOBID-beschrijvingsregels voor kartografische documenten G.j. van der Velden en E.H. van de Waal In het najaar van 1982 zullen de FOBID-Regels voor de titelbeschrijving van kartografische documenten (RT/KD) gepubliceerd worden (1)De commissie die de regels heeft voorbereid was als volgt samengesteld: A. M. J. T. Heijligers, Koninklijke Bibliotheek, 's-Gra- venhage; F. E. Ch. Hoste, Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage; P. Ratsma, Gemeentearehief, Rotter dam; A. Timmerman (voorzitter), Topografische Dienst, Delft; G. J. van der Velden, Bureau CCK, Utrecht; Mevr. H. E. Verwoerd (secretaris), Instituut voor Planologie der Rijksuniversiteit Utrecht; Dr. E. H. van de Waal, Geografisch Instituut der Rijksuniversiteit Utrecht. Deze commissie had zieh voorgesteld al de- genen die de regels zouden kunnen gaan toepassen tijdens het opstellen ervan te consulteren. Hiervon is afgezien omdat bleek dat enerzijds speelruimte voor het ontwikkelen van eigen gezichtspunten bij het opstel len van de regels zeer beperkt was, en er anderzijds bij het toepassen van de regels volop keuzemogelijk- heden geboden worden voor eigen alternatieve be- sch ri j vingsm ethoden De Nederlandse regels moesten de prineipes van de ISBD(CM) (2) volgen en konden alleen van de overige door de FOBID uitgebrachte regels afwijken, indien de speciüeke aard van kartografische documenten hiertoe aanleiding gaf. Er zijn twee belangrijke rede- nen waaromondanks het stramien van de ISBD- prineipes, de beschrijver nog veel ruimte voor eigen beslissingen overblijft. De ISBD beperkt zieh tot het voorschrijven van de volgorde van de verschillende beschrijvingselementen en gaat van het principe uit dat de teksten zoveel mogelijk opgenomen worden zoals ze op het document vermeld staan. Dit geeft nogal wat ruimte voor interpretatie en er zijn ver schillende ISBD-beschrijvingen mogelijk van hetzelfde document. De officiele beschrijving, die b.v. dient als standaard voor internationale uitwisseling, is niet de beschrijving die door b.v. de beste beschrij ver gemaakt is, maar de beschrijving gemaakt door het officiele nationale beschrijvingsbureau. De ISBD's houden zieh niet bezig met het inrichten van de catalogus en het ordenen van de beschrijvingen binnen de catalogus. De Regels voor de eatalogusbouw (3) en de Sorteerregeis (4) zijn overeenkomstig de Nederlandse bibliotheektradities zo opgesteld dat locale wensen zo weinig mogelijk gefrustreerd worden. Zij gaan zelfs zo ver dat er uitvoerig op alternatieve Systemen wordt ingegaan. Binnen de RT/KD is dit ook het geval. De algemene voorgeschiedenis en het hoofdstuk over de eatalogusbouw zijn bijna integraal uit de RT/KD overgenomen. Algemene voorgeschiedenis Voordat in 1975 de voorlopige uitgave van de opnieuw vastgestelde 'Regels voor de titelbeschrijving van boeken en periodieken' (5) uitkwam, golden de 'Regels voor de titelbeschrijving, vastgesteld door de Rijks- commissie van Advies inzake het Bibliotheekwezen' als nationale regels. In deze, sinds 1924 bestaande, regels werd de zevende druk in 1959 uitgebreid met een hoofdstuk 'Regels voor de titelbeschrijving van kaarten'. Er werden slechts algemene aanwijzingen gegeven. Op een totaal van 61 bladzijden, waarin zo- wel op de beschrijving als de eatalogusbouw ingegaan werd, besloegen de regels gewijd aan kaarten iets meer dan drie bladzijden (6)Enige fundamentele Problemen werden er niet in opgelost (7). Wel werden voor kaarten belangrijke elementen als schaal en projectie opgenomen en werd de "moderne Nederlandse aardrijkskundige naam van het afgebeelde deel der aardoppervlakte" hoofdwoord. Gezien de omstandigheid dat men gebonden was aan alfabetisch te ordenen hoofdwoorden, was dit een opmerkelijke aanpassing aan de speeifieke eisen die het catalogiseren van kaarten stelt. Naast de hierboven vermelde regels hebben tot op heden ook de arükelen 'De titelbeschrijving van geografische kaarten' van G. de Jong (8) en 'Regels voor het titelbeschrijven van kaarten in archieven van B. van 't Hoff (9) nog steeds invloed. Ook de Vereeniging 'De topografisch-historische atlas' heeft zieh aktief met het beschrijven van o.m. kaarten bezig gehouden. Dit vond zijn neerslag in het artikel 'Beschrijving van de topografisch-historische atlas' door P. Ratsma (10). In de jaren zestig werd het duidelijk dat de bibliothe- ken het sterk groeiende aanbod van en de vraag naar informatie niet meer zelfstandig konden verwerken. Zowel op nationaal als ook op internationaal niveau zouden de krachten gebundeld moeten worden. Dit vergde, naast een informatiebeleid gericht op orga nisatorische hervormingen, ook meer uniformiteit op het gebied van titelbeschrijven. Eveneens werd duidelijk dat de zieh snel ontwikkelende automatisering, die zieh ook op het gebied van de bibliografische in formatie voordeed, niet veronachtzaamd zou kunnen worden Voor wat betreft kaarten resulteerde de nieuwe aan- pak in 1970 in de oprichting van de Nederlandse Stichting Informatie- en Documentatiecentrum voor KT 1982. VIH. 2 33

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1982 | | pagina 35