'5?
Bouwland met hygen
Kooge weide
hoge weide met -meteruip en slooicn
Eendenkooi
Moeras
Laag'-veen inet reenpntten
Ontgonnen Iaag-reen
Bosch
Kooge hei de
Lage heide met veenphs of reo
- Hoog-vecn met reenpntten
ißt
Veen 011 tginning
Schorren
b A
A e' A
a
t?o b
a
-Jh— 4^—
Loofhout b naaldhout
c gemengd loof- en naaldhout d kreupelhout of griend
a Begroeide wallen b brede houtranden
a Heide b heide met verspreid loof- of naaldhout
Ven met drassige oever
a Drasland b drasland met riet of biezen
12. Deel van de legenda van TMK en van de huidige
topografische kaart 1:50. 000.
antropogene etage, als de meest vergankelijke van
alle, hoofdzakelijk bestanddelen uit de 20e en 19e
eeuw.
Verval van de topografische pyramide
door menselijke ingrepen
Er is nog een ander verschil tussen een voedselpyra-
mide en een topografische pyramide. Bij de eerstge-
noemde kan elke hogere etage alleen bestaan op grond
van de direct er onder liggende. Valt deze laatste weg
dan vervalt daarmee ook de hogere etage en ontstaat
een afgeknotte voedselpyramide. Bij een topografische
pyramide ligt dit anders. Zoals ook blijkt uit het blad
"Topografische veranderingen 1963-1980", is door
menselijke ingrepen de etage der artefacten zeer sterk
uitgebreid. Dit ging gepaard met verwijdering of
sterke omvorming van de oorspronkelijk aanwezige
etages van vegetatie, bodem, micro-relief en opper-
vlaktewater. Het moderne economisch-technologisch
systeem houdt dan echter het verband tussen de etage
der artefacten en de diepere etage in stand. De ontwik-
keling naar deze onvolledige topografische pyramide
verliep in fasen, waarvan resten of sporen soms nog
in het landschap en de topografie herkenbaar zijn.
We onderscheiden:
- Pre-agrarische topografische pyramide.
In de vroegste fase van de relatie mens-natuur zal de
antropogene etage in de direct er onder gelegen bio-
gene etage een afdoende milieu hebben gehad voor
ontplooiing. Het was de fase waarin de pre-agrarische
menselijke samenleving nog in afhankelijke harmonie
leefde met het natuurlandschap. De topografische
pyramide was geheel natuurlijk en de menselijke acti-
viteiten pasten binnen de natuurlijke kringlopen.
Artefacten waren Schaars en zeer beperkt van omvang.
Een dergelijke topografische opbouw bleef in Nederland
nauwelijks bewaard en dan nog slechts in strikte na-
tuurreservaten.
- De agrarisch-sedentaire topografische pyramide.
In de volgende fase Steide de mens zieh niet meer
tevreden met de eindprodukten die de natuur hem bood
en werd bewerke r van de aarde. Door ontginning en
het kweken van gewassen vormde hij bodem en vege
tatie om. Ook bouwde hij nederzettingen. Zo ontstond
het cultuurlandschap waarin het artefactenniveau
direct rust op de bodem. Veelal lagen deze cultuur-
landschappen als eilanden omringd door onontgonnen
natuur, die door menselijke bei'nvloeding deels
degradeerde tot half-natuurlijke landschappen.
- De agrarisch-urbane topografische pyramide
In de agrarisch-urbane fase deed de uitwisseling van
produeten tussen verschillende landbouwgebieden
markt- en handelsplaatsen ontstaan die uitgroeiden
tot centra van dienstverlening en bestuur. Hier ont-
wikkelde zieh een topografisch profiel waarin stede-
lijke topografie direct rustte op de geogene etage. In
de landelijke gebieden had antropogene omvorming en
betnvloeding van bodem en vegetatie plaats. Het is het
topografische beeld zoals weergegeven op de topogra
fische kaarten uit de 19e eeuw (o. a. TMK).
- De agrarisch-industriele topografische pyramide.
De moderne tijd is gekenmerkt door sterke industria-
lisatie en verstedelijking. Door een veelvoud van cul-
tuurtechnische ingrepen als ontgronding, doorsnij-
ding, egalisatie, diepploegen, irrigatie en ontwate-
ring en ook door vdrgaande wijzigingen in de begroei-
ing werd ook de topografie van het landelijk gebied
grondig gewijzigd. Door schaalvergroting werden de
grenzen van de meso-reliSfeenheden, die voorheen
als vestigingsplaats hadden gediend overschreden.
Het topografisch patroon werd dus zowel verticaal als
horizontaal aangetast en het verband tussen de topo
grafische etage der artefacten en de diepere abioti-
sche etage wordt nu in stand gehouden door de
moderne technologie.
KT 1982. VIII. 3
19