Het onderzoek naar hydrobiologie
Op veldkaarten 1:5. 000 (vergroting van de Topografi-
sche kaart 1:10. 000) wordt informatie over de groei-
plaatsen van bijzondere soorten, vegetatietypen, loop-
routes enz. ingetekend terwijl op luchtfoto's 1:5. 000
verstoringen in landschap en vegetatie worden aan-
gegeven. Deze verstoringen worden samen met de ge-
gevens uit andere bronnen verwerkt in de verstorings-
kaart (zie figuur 4). Per km-hok worden daarnaast
gemiddeld 2 vegetatie-opnamen gemaakt, waardoor
een overzicht van de in Utrecht voorkomende vegeta-
tietypen wordt verkregen. Deze opnamen worden in
het veld verwerkt op voorgedrukte ponskaarten (zgn.
s ch rapka a rten)
Na de veldwerkperiode wordt het in het net tekenen
van de veldkaarten afgerond en worden de gegevens
van de veldformulieren overgebracht op computer-
streeplijsten. Dankzij de ontwikkelde programmatuur
kunnen de gegevens nu in de gewenste vorm worden
uitgedraaid, bijvoorbeeld als lijsten van plantesoorten
per inventarisatie-eenheid of km-hok, of als versprei-
dingskaarten van bepaalde plantesoorten (zie figuur 5)
(zie literatuuropgave).
Naast deze systematische kartering wordt ook in
beperkte mate ander onderzoek verricht, vaak met
een direkte toepassing (b. v. vegetatie-opnamen ten
behoeve van wegbermbeheer of dijkverzwaring).
Het onderzoek naar fauna
Door het ontbreken van een vaste medewerker en het
veelzijdige specialistische karakter van de werkzaam-
heden kan slechts in beperkte mate fauna-onderzoek
plaatsvinden. Gezien de gestelde prioriteiten kan door
de medewerkers van het flora/vegetatie-team slechts
incidenteel en buiten de eigen veldwerkperiode fauna-
onderzoek verricht worden. De laatste jaren is tel-
kens in het voorjaar bij het op gang komen van de trek
het aantal verkeersslachtoffers onder de amfibieen
geteld en zijn de paaiplaatsen opgespoord (zie ook
figuur 6).
Daarnaast wordt incidenteel aandacht geschonken aan
de avifauna (o. a. broedvogelonderzoek, wintertellin-
gen). In enkele gevallen kon door specialisten in
opdracht onderzoek verricht worden zoals orienterend
onderzoek naar amfibieen en reptielen in de provincie
Utrecht. Verder ligt het accent bij dit onderzoek nood-
gedwongen op het stimuleren en aktiveren van andere
instanties en partikulieren. Figuur 7 geeft een over
zicht van de organisatie van de activiteiten.
Sinds 1977 maakt ook het hydrobiologisch onderzoek
deel uit van de Milieukartering. De werkzaamheden
worden verricht door drie medewerkers met inschake-
ling van eön of meer stagiaires.
Bij het systematische provinciale onderzoek wordt het
oppervlaktewater fysisch-chemisch geanalyseerd en
de aanwezige Organismen (fyto- en zoöplankton, dia-
tomeeen en makrofauna) gedetermineerd. Ook de
makrofyten en de situatie in de omgeving van de mon-
sterplaats (grondgebruik, beheer enz.) worden be-
schreven (zie ook figuur 8).
Inventarisatie
Opslag en bewerking
Toepassing
- kaarten en tabellen
- rapporten
onderzoek verkeers
slachtoffers en
paaiplaatsen van
amfibieen
- advisering beschermende
maatregelen
- natuurbouw en natuur-
beheer
- inbreng bij landschaps-
ecologische typering
- verkeer/wegenbouw
enz.
- kaarten en tabellen
- rapporten
incidenteel:
vogelonderzoek
- inbreng bij landschaps-
ecologische typering
- ontgrondingen
- ruilverkaveling
- natuurbouw en natuur-
beheer
- kaarten en tabellen
- rapporten
incidenteel:
loopkeveronderzoek
inbreng bij landschaps-
ecologische typering
Fig. 7 Organisatie onderzoek fauna.
24
KT 1982. VIII. 3