r 1 i 1 |<y' V |\v 2 s J: LEGENDA RELIEF TERREINVORMEN Klassen van reliefrijke terreinen Klassen van reliefarme terreinen Vormgroepen 1 VIII Relief met matig körte steile hellingen S Relief met lange flauwe hellingen Relief met zeer körte steile hellingen Relief met körte flauwe hellingen S III Vrij vlak laaggelegen relief s c teliefsubk assen met okaal max maal hoo teverschil varie end van tot n m): 11b- 700 60-130- 1151 60 60 130- 1151 60 I2%-| 5- 30 Ii214 12%-) 5-|l15-)60-|30- 30 I12% 200 115 60 1214-| 5- |1V4-|%- 30 12% 5 1% 18 17 16 15 14 13 12 Co 11 iefsi 9 bkla 8 sen 6 5 4 3 2 1 A Wanden W n Geisoleerde hoge heuvels. heuvelruggen en hoge dijkvormen c Hoge heuvels en heuvelruggen met bijbehorende vlakten en laagten r\ D Plateaus r-A r-* E Terrasvormen F Plateau-achtige vormen V G Waaiervormige glooiingen H Niet-waaiervormige glooiingen K Geisoleerde läge heuvels, ruggen, welvingen en laqe dijkvormen l_ Lage heuvels, ruggen en welvingen met bijbehorende vlakten en laagten x X M Vlakten N Niet-dalvormige laagten R Ondiepe dalen 5 m diep) r C S Matig diepe dalen (5 -30 m diep) T Zeer diepe dalen 30 m diep) Fig. 2 Vereenvoudigde legenda van de Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1:50. 000. 1:200. 000 voor de akker- en weidebouw (Vink Van Zuilen, 1967) en op een schaal van 1:600. 000 voor de bosbouw (Van Goor, 1971). Bij de 50. 000-kaart wordt de geschiktheidsbeoordeling voor verschillende agrarische toepassingen in tabelvorm gegeven. Bo- demkaarten worden ook gebruikt voor niet-agrarische toepassingen, zoals landschapsecologisch onderzoek (b. v. Kromme Rijn Projekt, 1974; landelijke milieu- kartering, zie Kloosterhuis Pape, 1976). Bodemkartering in opdracht van derden kenmerkt zieh door een meestal grote schaal en door het aangeven van speeifieke toepassingen; deze zijn in de laatste kolom van de tabel opgesomd. Ten behoeve van deze toepassingen worden ook uit de bodem- en grond- watertrappenkaarten afgeleide kaarten gemaakt (zand- en leemdiepte, doorlatendheid ondergrond e. a. Bodemgeschiktheidskaarten kunnen zowel actueel als potentieel zijn: de eerste geven de huidige geschikt- heid, de laatste geven de geschiktheid na uitvoering van bepaalde verbeteringswerkzaamheden zoals ont- watering en diepe grondbewerking. Opbrengstveran- deringen als gevolg van een door wateronttrekking gewijzigd dan wel te wijzigen grondwaterregime worden ook in kaart gebracht. Als voorbeeld van een opdrachtkartering toont figuur 6 een fragment van een bodemkaart, die als basis dient voor het schatten van de waarde van gronden in een ruilverkaveling. Vegetatie Als men de bodemgeschiktheid voor bosbouw wil beoordelen, bieden de bodem- en grondwatertrappen- kaart daartoe alleen globale informatie. Daarom karteert Stiboka in bosgebieden behalve de bodem meestal ook de vegetatie. De vegetatiekaart geeft een verfijning en deels ook een doorkruising van het hfr/rr 500 1000 m Vormeenheden 4K14 3K14 3L5 4L8 2M9 2M13 ~TT I 1 M' Oekzandrug al dan niet met oud-bouwlanddek hoogteverschil 1,5-5 m Dekzandrug al dan niet met oud-bouwlanddek hoogteverschil 0,5 -1,5 m Dekzandruggen al dan niet met oud-bouwlanddek Lage landduinen met bijbehorende vlakten en laagten Vlakte van ten dele verspoelde dekzanden Dekzandvlakte Laagte zonder randwal (incl. uitblazingsbekken) moerassig -rj Laagte zonder randwal (incl. uitblazingsbekken) -J niet moerassig 3N8 -j |-| Laagte ontstaan door afgraving 2R2 1 Dalvormige laagte zonder veen 1R4 Beekdalbodem met veen Overige onderscheidingen l i i i Ii Dijk of soortgelijk kunstwerk met hoogteversebil 114-5m i i Dijk of soortgelijk kunstwerk met hoogteverschil 54- IVim Rivier, kanaal, enz. met peil lager dan aangrenzend land, breedte 5 m Fig. 3 Fragment van blad 51 (Eindhoven) van de Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1:50. 000. N. B. De kaart wordt in kleur uitgegeven. KT 1982. VIII. 3 33

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1982 | | pagina 35