Sittard werden delen van een nieuw woongebied aange-
duid als industrieterrein of omgekeerd.
Evenals op de topografische kaart van 1963 zijn de
hoofdwegen met vier of meer rijstroken dikker inge-
tekend dan de overige. Door aan den zijde halve
stippen toe te voegen, is thans echter 66k aangegeven,
waar de sinds 1963 aangelegde wegen met vier of meer
rijstroken ontstonden door verbreding van een al in
1963 bestaande verbinding. Die verbrede verbindingen
vallen daardoor nu wel meer op dan de nieuw aange
legde wegen, welke direct van vier of meer rijstroken
werden voorzien.
Niet duidelijk is waarom bepaalde verbindingen wel
werden ingetekend en andere niet. Volgens de legenda
was de belangrijkheid ervan het enige criterium. Men
kan zieh dan het weglaten van enkele provinciale we
gen als die bij Heimond nog indenken. De weglating
van sommige nieuwe autosnelwegen in het stedelijk
gebied van Rotterdam is daarentegen alleen te begrij-
pen als we aannemen, dat het slechts de bedoeling
was de situatie buiten de bebouwde kommen weer te
geven. Laatstgenoemd criterium is dan echter niet
consequent gehanteerd, aangezien bijvoorbeeld in een
deel van Amsterdam wel enkele hoofdwegen zijn opge-
tekend.
Men mag het als een omissie aanmerken, dat van de
aangegeven nieuwe railverbindingen het stuk van de
Rotterdamse metrolijn door Hoogvliet niet werd in
getekend.
Met betrekking tot het tussen 1963 en 1980 opgetreden
landverlies valt op te merken, dat dit op Texel en
Terschelling niet werd aangegeven. Bovendien blijkt
niet uit het kaartbeeld, dat het oostelijkste deel van
de Terschellingse Bosplaat aangroeide.
De gebruiker van de kaart zal zieh verder afvragen
waarom het door de afsluiting van de Lauwerszee en
het Brielse Gat van de open zee gescheiden water wel
donkerblauw werd gekleurd, doch waarom dit niet
gebeurde met het water van de door dämmen geTso-
leerde Grevelingen.
Van de grote, tijdens ontgrondingen ontstane plassen,
blijken slechts enkele te zijn aangegeven, waarbij
onder meer die in de omgeving van Leiden, Alphen,
Cuyk en Heel ontbreken.
Dat op de kaart 6ök werd ingetekend, waar van 1963
tot 1980 ruilverkavelingswerken zijn uitgevoerd, mö
gen we toejuichen. De gebruiker dient zieh daarbij
echter wel te realiseren, dat de aard en omvang van
deze werken nogal uiteenliep. Behalve van de eisen,
die de moderne land- en tuinbouw stellen, hingen ze
tenslotte ook af van de diverse kenmerken van een
gebied en de mate waarin tegemoet werd gekomen
aan Verlangens van niet-agrarische zijde. Zo zou het
vroeger zeer waterrijke, maar zeer wegenarme tuin-
bouwgebied van Geestmerambacht, waar de natuur-
en cultuurwaarden van het landschap nauwelijks wer
den ontzien, door de ruilverkavelingswerken geheel
van karakter veranderen, terwijl allerlei gebieden
met grote rechthoekige kavels hun karakteristieke
kenmerken goeddeels konden behouden.
Niet geregistreerde veranderingen
De weergegeven categorieen veranderingen zijn niet
de enige, die belangstelling genieten. Zo bestaat er
bijvoorbeeld 66k behoefte aan informatie over:
- de ontgrondingen en ophogingen (met onder andere
baggerspecie en afval);
- de totstandkoming van voorzieningen voor de gecon-
centreerde (dag- of verblijfs-jrecreatie;
- de verdwijning en aanleg van (cultuur)bossen;
- de verdwijning en het creeren of ontstaan van
natuurgebieden en
- de normalisatie en kanalisatie van de kleinere
waterlopen.
Ook al hebben sommige van de hier genoemde soorten
veranderingen geheel of gedeeltelijk op dezelfde ter-
reinen plaatsgevonden, toch zou het mogelijk zijn
geweest de meeste (globaal) op de kaart te verwerken.
Dat veel soorten veranderingen van de topografische
situatie niet werden geregistreerd, moet gezien de
behoefte aan informatie erover worden betreurd. Niet
in de laatste plaats omdat naarmate meer soorten
veranderingen zouden zijn uitgebeeld, duidelijker was
geworden, welke gebieden van ons land nog veel van
hun vroegere kenmerken behielden, hetgeen onder
meer voor de natuur- en landschapsbescherming een
interessant gegeven is. Toegegeven moet echter wor
den, dat de verzameling van gegevens over de niet
geregistreerde soorten veranderingen verre van een-
voudig was geweest en veel tijd zou hebben gevergd.
Door de opneming van de niet geregistreerde categorie
en veranderingen zou trouwens behoefte zijn ontstaan
aan een veelzijdiger informatie over de toestand in
1963. Bovendien was de verdwijning van (cultuur)bos-
sen en natuurgebieden moeilijk te verwerken geweest.
Omdat dit verlies een direct gevolg was van de wel
gesignaleerde ontwikkelingen zouden bij de registra-
tie ervan namelijk ten aanzien van veel gebieden twee
categorieen veranderingen tegelijk moeten zijn aan
gegeven.
Summ a ry
The author discusses the map sheet Topographie
Changes from the National Atlas of the Netherlands
(see map annex).
Owing to the need for Information over that, it was a
good idea on a new outline map of the Netherlands to
show up clearly a number of topographic changes,
set in since the publication of the preceding map.
Especially the extension of the residential districts
and the network of main roads are registered.
However the useful value of the map would be greater
if from more kinds of changes data where get through.
Besides the developments recorded are restored not
so concretely, accurately and completely as desirably.
The map sheet as a whole offers insufficient
possibilities to form a good and manysided notion of
the recent topographic changes. Well she gives a
rough idea of some categories sweeping developments.
Noot
De auteur van deze bijdrage, dr. H.A. Visscher, is
als fysisch geograaf werkzaam bij de directie natuur-
en landschapsbescherming van het Ministerie van
Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk te
Rijswijk (Z. H.
Het besproken kaartblad 'topografische veranderingen'
is als bijlage aan dit nummer van het tijdschrift toe-
gevoegd.
42
KT 1982. VIII. 3